7.0 Hoofdstukindeling

7.1      Het kiezen van veranderingen en het beheersen ervan

 

7.2           Beleidslijn CBS "De Akker"

 

7.3           Veranderingen in de periode 1986-1988

 

7.4           Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1989-1990

7.4.1      Textiele werkvormen/handvaardigheid

7.4.2      Externe rapportage

7.4.3      Niveaulezen

7.4.4      OETC-onderwijs

7.4.5      Onderwijsvoorrang

 

7.5            Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1990-1991

7.5.1      Zorgbreedte

7.5.2      Orthotheek

7.5.3      Invoeringsprogramma

7.5.4      Nascholing (Zie hoofdstuk 13 !)

7.5.5      Vergaderstruktuur

7.5.6      Computeronderwijs

7.5.7      Evenwicht

 

7.6            Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1991-1992

7.6.1      Streven naar SchoolMaatschappelijkWerk op onze school

7.6.2      Print-Comenius

7.6.3      Cursus taalverwerving (Zie hoofdstuk 13 !)

7.6.4      Orthotheek

7.6.5      Schoolkeuzemarkt

7.6.6      Allemaal Taal B

7.6.7      Het Prismaproject

7.6.8      Video-prentenboekproject

7.6.9      Aqui a gora

 

7.7            Veranderingsonderwerpen in het de schooljaar 1992-1993

7.7.1      Het implementeren van een aantal nieuwe zaken

7.7.2      Verder met het SchoolMaatschappelijkWerk

7.7.3      De nieuwe rekenmethode

7.7.4      De Zorgbreedteparagraaf

7.7.5      S.A.S.

7.7.6      Een vaste interne begeleider

7.7.7      De wereldoriëntatiemethode

7.7.8      Muziek

7.7.9      Begeleiding van nieuwe leerkrachten

7.7.10    Begrijpend Lezen en/of Allemaal Taal C

7.7.11    Papiamento-juf voor de onderbouw

7.7.12    De godsdienstmethode

 

7.8            Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1993-1994

7.8.1      Afmaken van wat nog niet gebeurd is

7.8.2.     OpStap en ouderparticipatie

7.8.3.     Naar aanleiding van het S.A.S.

7.8.4.     Naar aanleiding van het Sardes/ITS-onderzoek

7.8.5.     Naar aanleiding van het DELTAPLAN-taalbeleid

 

7.9             Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1994-1995

7.9.1      Zaken die al zijn opgestart en blijven doorlopen

7.9.2      De nieuwe rekenmethode (Zie hoofdstuk 13 !)

7.9.3      Weer Samen Naar School

7.9.4      De S.A.S.-punten

7.9.5      De wereldoriëntatiemethode

7.9.6      Muziek

7.9.7      Begeleiding leerkrachten

7.9.8      DELTAPLAN

7.9.9      De godsdienstmethode

7.9.10    Ouderparticipatie

7.9.11    De vele leerlingenmutaties

 

7.10             Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1995-1996

7.10.1    Zaken die al zijn opgestart en blijven doorlopen

7.10.2    De nieuwe rekenmethode (Zie hoofdstuk 13 !)

7.10.3    Weer Samen Naar School

7.10.4    De S.A.S.-punten

7.10.5    De wereldoriëntatiemethode

7.10.6    Muziek

7.10.7    Begeleiding leerkrachten

7.10.8    DELTAPLAN

7.10.9    De godsdienstmethode

7.10.10  Ouderparticipatie

7.10.11  De vele leerlingenmutaties

7.10.12  Inzet Schoolprofielbudget

7.10.13  Personeelsontwikkelingsplan (Zie hoofdstuk 13 !)

 

7.11             Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1996-1997

Hoofdstukindeling globaal als 7.10

 

7.12             Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1997-1998

Hoofdstukindeling globaal als 7.10

 

7.13             Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1998-1999 (ROAP-Schoolplan)  

Hoofdstukindeling globaal als 7.10

 

7.15            Koppeling activiteiten

7.16            Kerndoelen

7.17            Voorbehoud

7.18            Vaststelling

7.19            SMART

 

 

Leeswijzer

Hoofdstuk 7 bevat al onze inhoudelijke plannen voor de komende tijd, maar begint met een overzicht van de veranderingen die de laatste jaren gestalte hebben gekre­gen. Bent u niet geïnteresseerd in het verleden, start dan met lezen bij 7.12 (>97-=98), 7.13 (>98-=99) of zelfs 7.14 (>99-=00)

 

7.1 Het kiezen van veranderingen en het beheersen ervan

Het onderwijs is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Hierbij kunnen we een tweetal aspecten onderscheiden:

-veranderingen ingezet door of vanwege oorzaken en instanties buiten de school en

-veranderingen ingezet vanwege oorzaken binnen de school

 

Voor beide soorten veranderingen geldt dat ze moeten worden beheerst. Het team zal de veranderin­gen moeten onderkennen, open moeten staan voor de bespreking ervan en in staat zijn een planmatige aanpak te ontwikkelen ten aanzien van de veranderingen.

 

Voor we vooruitkijken geven we eerst een overzicht van de veranderingen in de afgelopen jaren:

In 7.3 wordt de periode van 1986 tot 1988 beschreven. In 7.4 en de volgende hoofdstukken wordt beschreven hoe de aanpak van de vernieuwing in de daarop­volgende schooljaren heeft plaatsge­vonden. Steeds zullen we terugkijken wat er van de voornemens is terechtgekomen.

 

7.2 Beleidslijn CBS "de Akker"

Als directie en als team hebben wij steeds een duidelijke beleidslijn neerge­zet met enkele speerpunten. Het gewicht van de speerpunten kan nogal verschil­len. Dit is onbelangrijk. Ieder tandrad dient het andere te raken om uiteinde­lijk de klok te laten draaien, hoe klein het ook is. Wij geven onszelf steeds drie jaar om de speerpunten uit te werken. Ook volgend jaar zullen we weer kijken hoeveel van onze plannen is verwezenlijkt, om deze dan opnieuw bij te stellen. Zo blijven we flexibel en houden we de mogelijkheid open om speerpun­ten door te schuiven naar een volgend schooljaar.

Dit plan, zoals het in dit hoofdstuk wordt verwoord, is een antwoord op de vragen naar beleid vanuit het FAO (Fonds Achterstandbestrijding Onderwijs), WSNS (Weer Samen Naar School), FBS (Formatiebudgetsys­teem), etcetera.

We stellen ons achter het Meerjarig Beleidsplan FAO 1992-1995, waarin als doelstelling genoemd wordt "het bereiken dat kinderen uit kansarme Rotterdamse milieus betere leerprestaties op de basisvaardigheden en betere schoolloopbanen realiseren" en "dat er op de scholen en voor Rotterdam als geheel, jaarlijks vooruit­gang in die leerprestaties en schoolloopbanen te zien is, met als uiteindelijk doel het bereiken van het landelijk gemiddelde".

Samen met de andere hoofdstukken is dit hoofdstuk  een Integraal Schoolplan.

 

7. 3 Veranderingen in de periode 1986 - 1988

In 1988 schreven wij in ons (tweede) schoolwerkplan in een terugblik over de veranderingen op onze school:

"Sinds ons vorige Schoolwerkplan werd vastgesteld (1986) is er heel wat veranderd in de praktijk van de schoolwereld. Zo noemen wij de bestuurswissel PCKBO/PCBO waarbij wij van een "klein" naar een "groot" bestuur verhuisden. 

De dependance in de 's-Gravendeelstraat verdween. De kleuters betrokken de gerenoveerde lokalen in de Millinxstraat, zodat onder-, midden- en bovenbouw in één gebouw samenkwamen. Er kwam een zandbak en de tuin werd plein met zandbak.

De directie wisselde.

Er kwam een nieuwe methode taal/lezen en een nieuwe schrijfmethode.

Al deze veranderingen en aanpassingen zijn op dit moment verwerkt in het nieuwe Schoolwerk­plan dat voor u ligt. Na al deze veranderingen en aanpassingen streven wij ernaar de rust in de school te doen terugkeren.

Natuurlijk zijn hier en daar wat aanpassingen nog nodig en lopen diverse ontwikkelingen gewoon door (zoals beschreven in de hoofdstukken hierna). Toch willen we nu proberen de drie R's uit de oude pedagogiek; Rust, Regelmaat en Reinheid weer te laten prevaleren.

Ook overheerst de gedachte dat de praktijk van het onderwijs (o.a het werken met de twee nieuwe methodes) even iets meer aandacht vraagt dan de theorie.

Vanuit deze gedachte proberen wij in onze veranderingsplannen het Schoolplan (SchoolWerkPlan) meer te betrekken bij de praktijk dan in de afgelopen twee jaar het geval is geweest." 

En verder :

"Op dit moment (juni 1988) is duidelijk welke zaken er het komend cursusjaar zullen worden aangepakt en afgerond. Deze onderwerpen komen voort uit evalua­tieve vergaderingen en hebben direct te maken met de praktijk van alle dag."

 

7.4 Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1989 - 1990

In het schooljaar 1989-1990 werden de volgende onderdelen van ons onderwijs­kundig handelen aangepakt en verbeterd:

 

7.4.1 Textiele werkvormen/Handvaardigheid

Voor dit vakgebied kwam er een nieuwe methode, te weten "Textielvaardig", een nieuwe organisatie van de lessen en de stof en een herschreven Schoolplan (SchoolWerkPlan)-paragraaf. Zie hoofdstuk 8.3

 

7.4.2 Externe rapportage

Er werd samen met de MR een nieuw rapport voor de groepen 3 tot en met 8 ontwikkeld.

 

7.4.3 Niveaulezen

De organisatie van het niveaulezen werd klassendoorbrekend opgezet en gereali­seerd. Ook kwamen er nieuwe boeken om dit mogelijk te maken. In een Schoolplan (SchoolWerkPlan)-paragraaf werd dit beschreven. Zie hoofdstuk 8.2.1

 

7.4.4 OETC-onderwijs

Er vond overleg plaats over de organisatie en de inhoud van de OETC-lessen. Er kwam een nieuwe Arabische leerkracht en een eerste inrichting Arabisch.

 

7.4.5 Onderwijsvoorrang

We werkten binnen OVG-7 intensief samen met andere scholen. Er werden nieuwe methodes in de school gehaald. We noemen hiervan "Knoop het in je oren", "Allemaal Taal" deel A, "Boeken op bandjes", de "Kijk- en luistermethode". Verder werkten wij als proefschool mee aan de ontwikkeling van "Laat wat van je horen" en "Allemaal Taal" deel C. Er werd een projekt op wijkniveau uitgevoerd.

 

Het resultaat van deze vernieuwingen bijkt uit de "nieuwe" SchoolWerkPlan-onderdelen die werden vastgesteld met het SchoolWerkPlan van juni 1990. Hierin worden de betreffende onderdelen in de huidige situatie beschre­ven. Aan alle 5 punten is grondig gewerkt, tot op de dag van vandaag plukken we daar de vruchten van.

 

7.5 Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1990-1991

In 1990-1991 werd aan de volgende punten gewerkt:

 

7.5.1 Zorgbreedte

Ons voornemen was als volgt: "We willen de komende periode gaan werken aan het vergroten van de zorgbreedte van ons onderwijs. Een flink aantal leerlingen blijkt in de praktijk bij een aantal vakgebieden uit te vallen in de klassensituatie. We zullen allereerst in een teamvergadering gaan beslissen welk vakgebied prioriteit behoeft. Vervol­gens zullen we binnen dat vakgebied gaan onderzoeken wat de differentiatiemo­gelijkheden zijn en hoe deze gebruikt gaan worden. We zullen ook de toetsing en diagnostiek binnen dat vakgebied vernieu­wen als dat noodzakelijk blijkt."

Na een jaar constateerden we: "Wij zijn van mening dat de zorgbreedte van onze school de afgelopen periode sterk is vergroot. Het systeem van Remedial Teaching werkt goed. Dit blijkt uit resultaten op het gebeid van de korte termijn evaluatie (met name bij de VLL-, de AVI-, de SVS-, en de signaaldiktee's van het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding)"

 

7.5.2 Orthotheek

Ons voornemen: "Aansluitend aan 7.5.1 zal gestart worden met de opzet van een orthotheek. Aanvankelijk zullen we inventariseren welke hulpmiddelen er al binnen de school zijn, om vervolgens onder leiding van twee teamleden (Wilma en Stoffel) binnen het team te bepalen welke materialen gebruikt en eventueel aangeschaft zullen worden. Hierbij zal gelet worden op de samenhang tussen de differentia­tie in de klas en de remediërende hulp daarbuiten. Via het OVB zal gezocht worden naar scholen die ervaring hebben met dit werk.

Speciale aandacht zal ook uitgaan naar het antwoord op de vraag wat we doen we met de goede leerlingen."

Na een jaar constateerden we: "De orthotheek wordt veel en vaak gebruikt bij het remediëren binnen en buiten de groep. Er is in samenwerking met OVG 7 een gebruikswijzer ontwikkeld waarin al het materiaal betreffende lezen is beschreven, zodat de toegankelijkheid voor een ieder in de school is vergroot. Regelmatig worden er nieuwe materialen aangeschaft. In 8.1.4 wordt beschreven hoe wij denken verder te werken aan de orthotheek. Inmiddels heeft Margriet zich bij het werkgroepje aangesloten."

 

7.5.3 Invoeringsprogramma

Ons voornemen: "Via de schoolbegeleider zal er gewerkt worden aan een invoe­ringsprogramma dat "opzet orthotheek en uitbreiding zorgbreedte" moet heten.

Na een jaar constateerden we: "Het invoeringsprogramma dat het best aansloot bij de ontwikkelingen om de orthoteek bleek "Werkhoudig in de basisschool" te zijn. In 6 bijeenkomsten met onze schoolbe­geleidster leerden we aan de hand van Luc Koning's werkwijze, zoals beschreven in de Praxisreeks, met name in de "Alfabethboeken", om werkhoudings-problemen bij leerlingen op te sporen en te behandelen. Er wordt op dit moment nog gewerkt aan een formulier om deze werkwijze te integreren met de leerlingbespreking."

 

7.5.4 Nascholing

Zie hoofdstuk 13 voor de geschiedenis van de nascholing per schooljaar.

 

7.5.5 Vergaderstruktuur

Ons voornemen: "Om de zorgbreedte vorm te kunnen geven is er werkoverleg noodzakelijk. Wij willen in de genoemde periode iedere week gaan vergaderen, de ene week per bouw en de andere week als team. De mogelijkheid ontstaat om in korte vergade­ringen per bouw werkoverleg te hebben (ook met de AT-, RT- en OETC-leerkrach­ten) en om leerlingenbesprekingen te voeren. Sommige vergaderin­gen zullen in het kader van de nascholing staan."

Na een jaar constateerden we: "De vergaderstructuur (de ene week een plenaire vergadering en de andere week een bouwvergadering) bevalt heel goed. Het heeft rendement wat betreft de leerlingbe­spreking (het aantal besprekingen is verdubbeld) en wat betreft de specifieke onderwerpen per bouw (bijvoorbeeld de invoering van "Spelling in de Lift" en het opstellen van een kleuterrapport-externe-rapportage). Wij willen deze structuur handhaven."

 

7.5.6 Computeronderwijs

Ons voornemen: "Onze school staat ingeschreven voor het Comeniusprojekt.

We willen de komende tijd wat structureler gaan werken aan het werken aan de Commodore 64. Dit was de afgelopen tijd niet mogelijk in verband met ruimte­problemen. In de gerenoveerde school moeten de studiehoeken uitkomst brengen.

De leiding van de school gebruikt bij de administratie de PC."

Na een jaar constateerden we: "De 2 Commodore 64 hebben dit schooljaar bijna constant gedraaid in groep 7 en 8. Leerlingen uit deze twee groepen zijn vertrouwd geraakt met informatica. In stroomvorm werken de leerlingen allen aan o.a. Computerra, een programma met vele modules op alle vakgebie­den. De BIT-computer in kantoor bewees op administratief gebied zijn diensten. Zie verder 7.6.2 voor het vervolg."

 

7.5.7 Evenwicht

Ons voornemen: "We willen ons onderwijs doorlichten voor wat betreft het evenwicht tussen cognitieve, creatieve, emotionele, sociale en motorische ontwikkeling. Eventuele afstemming van dit evenwicht zal plaatsvinden."

Na een jaar constateerden we: "Met het evenwicht tussen de cognitieve, emotionele, sociale, motori­sche en creatieve ontwikkeling van de leerlingen hebben wij ons nog niet expliciet kunnen bezighou­den. Wél staat er een studiedag op stapel (18 september 1991) waarop wij willen proberen de ver­schillen tussen schoolmilieu en thuismilieu eens nader te bezien. Hierbij zullen onze OETC-leerkrach­ten en een ouder van de MR optreden als vraag-baak. Het zal duidelijk zijn dat van hieruit lijnen lopen naar 8.1.1 waarover dit schooljaar diverse malen overleg is geweest met OVG 7, het bestuur en diverse stichtingen."

 

7.6 Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1991 - 1992

Aan het begin van het schooljaar 1991-1992 namen we ons het volgende voor:

"Wij streven met het opstellen van de hieronder beknopt beschreven thema's naar een (voortzet­ting van) de optimalise

ring van het didactisch en pedago­gisch handelen in onze school:

Een aantal zaken die genoemd zijn bij de punten 7.5.1 tot en met 7.5.7 zal nog afgemaakt worden. In de beschrijving hierna zijn deze punten herkenbaar.

In het kader ven het Schoolconvenant FAO zijn de volgende wensen opgesteld door het team van onze school (tevens voegen we eraan toe wat er terechtgeko­men is van onze voornemens):

 

7.6.1 Streven naar SchoolMaatschappelijkWerk op onze school

Voornemen: bij voorkeur in samenwerking met de andere scholen in de Tarwewijk. Als dit praktisch niet haalbaar blijkt dan toch op een andere manier

Doel:   Sociale problemen oplossen om zo te komen tot effectiever onder­wijs.

Relatie school-ouders verdiepen.

Er is een aanvraag ingediend namens de samenwerkende scholen bij het Projekt­bureau OVB. Deze aanvraag is ingediend namens de scholen van (voormalig) OVG-7.

Na een jaar constateren we dat het SMW niet via het samenwerkingsverband binnen de school is gekomen, maar wel via onze Stichting. Er is momenteel één dag per week SchoolMaatschappelijkWerk. Er zijn procedures afgesproken betreffende de werkwijze. In principe bevalt deze manier van werken goed, het is logisch dat een en ander nog verder uitgediept zal moeten worden. De direktie van de school is vertegen­woordigd in een direktieoverleg PCBO betreffende deze materie.

 

7.6.2 Print/Comenius

Voornemen: in het kader van Print/Comenius de mogelijkheden van de computer (C.B.O. en C.O.O.) bekijken. Meedoen aan de verdere uitbouw van de CARL/LVS lijn voor zover deze aansluit bij ons aktiviteitenplan en schoolwerkplan.

Werken aan een leerlingvolgsysteem.

Doel:          Stroomlijnen van evaluatiegegevens

Duidelijke meetmomenten

Aanpassen van leerlijnen (VLL, Spelling in de Lift/HCO, eventueel SAL en SVS)

In september 1991 start bij ons op school het PRINT/Comeniusproject. Zie voor de nascholing op dit gebied hoofstuk 13.

Na een jaar constateren we dat de geplande doelen zijn gehaald. Wij verwijzen hier voor het vervolg naar de paragraaf over het computeronderwijs (hoofdstuk 8.6).

 

7.6.3 Cursus taalverwerving

Zie hoofstuk 13.

 

7.6.4 Orthotheek

Voornemen: invoering en implementatie van onze orthotheek. Het samen­stellen van een gebruikswij­zer met materiaalbeschrijving ten aanzien van een ander dan het vakgebied LEZEN. Het invoeren van enkele remediërende programma's zoals afgelopen schooljaar is gebeurd met "Spelling in de Lift".

Wij willen proberen in het aanstaande schooljaar te bezien of wij de rekenme­thode "Operatoir rekenen" zullen blijven gebruiken, of een andere methode willen aanschaffen. Aan de hand van de uitkomst van deze afweging kunnen wij vervolgens overgaan tot de keuze van bijpassende remediëren­de materialen en methode(s).

Na een jaar stellen we vast dat er aan de orthotheek een map met remediërend materiaal voor het vakgebied Schrijven is toegevoegd.

Naast het vernieuwen en verbeteren van de reguliere begeleiding van de leerlingen hebben veel scholen de laatste jaren aandacht besteed aan verbre­ding van de zorg voor leerlingen, die belemmerin­gen ondervin­den in het leer- en ontwikke­lingsproces.

Vaak zijn de materialen die hiervoor gebruikt worden terecht gekomen bij de leerkrachten die er het meest gebruik van maken.

Het gevolg daarvan was, dat in veel gevallen deze materialen her en der verspreid in de school terecht zijn gekomen. Collega-teamleden waren hierover dikwijls niet goed geïnformeerd en maakten van deze materialen dan ook niet of nauwelijks gebruik.

Om deze materialen ook voor andere teamleden toegankelijk te maken, heeft onze school in cursusjaar 1990-1991 besloten om in samenwerking met de SAD een nascholingscursus te volgen: "Werken aan de schoolorthotheek".

 

WAT IS EEN ORTHOTHEEK?

Voor een orthotheek zijn verschillende namen en definities in gebruik, afhankelijk van de plaats die de orthotheek in de school inneemt en van de waarde die de school hecht aan de zorgverbreding.

 

Een goede definitie van een orthotheek is naar onze mening:

"een of meerdere plaatsen in de school waar inzichtelijk en op systematisch geordende wijze de onderzoeks- en begeleidingsmiddelen die gebruikt kunnen worden bij de speciale begeleiding van kinderen met ontwikkelings-, leer- en /of gedragsproblemen, zijn opgeborgen".

 

Vaak hebben de materialen die in de orthotheek zijn ondergebracht een beperkte functie. De kracht van deze materialen moet juist zijn dat zij mogelijkheden bieden om na een zo nauwkeurig mogelijke probleemanalyse (diagnose) op efficiënte wijze een kind te helpen bij de oplossing van haar of zijn pro­bleem.

Tegelijkertijd schuilt daarin echter het gevaar dat de oorzaak van het probleem te snel gezocht wordt bij de leerling en dat het kind gereduceerd wordt tot een min of meer beperkt probleem.

Ook factoren buiten het kind spelen een rol. Bij een goede diagnose moeten in ieder geval ook deze factoren onder de loep worden genomen.

 

HOE MAAK JE EEN ORTHOTHEEK?

Uitgaande van de gedachte dat het opzetten van een orthotheek in zijn geheel in een keer een overzienbare aktiviteit is, zijn we in 1990 begonnen met het onderdeel Lezen. De school heeft gekozen voor een groei-orthotheek.

Hieronder geven we een summier overzicht van de stappen die gezet zijn op weg naar de realisering van de orthotheek.

Stap 1 :                  Voorbereiding van het werken aan de orthotheek.

                  (bestuderen achtergrondinformatie o.a. brochure SAD.)

Stap 2 :                  Teambespreking; kennismaking met de orthotheek.

                 -wat is het

                 -welk doel dient het

                 -waar in de school

                 -relatie met de reguliere begeleiding van de leerlingen

                 -samenstellen van een werkgroep

Stap 3 :                  Inventarisatie

                 -het inventariseren van alle materialen

                 -het verzamelen van deze materialen

                 -het beschrijven ervan

Stap 4 :     Het ordenen van de materialen.

Stap 5 :     De plek en de aanschaf

                 -o.a. welke opbergsystemen.

Stap 6 :     Het inrichten van de orthotheek.

Stap 7 :                  Gebruik van de orthotheek.

                 -afspraken rondom het gebruik.

                 -afspraken m.b.t. de voortgang (de verdere uitbouw).

 

Het vakgebied Lezen is het eerst aangepakt.

 

WAT ER NA HET INVOERINGSJAAR NOG MEER GEDAAN IS.

Er wordt nu gewerkt met het Eindhovens Spellingspakket (3 keer per jaar signaal­dictees) en o.a. is Spelling in de Lift op duidelijke wijze ondergebracht in de schoolorthotheek.

Ook voor het vakgebied Schrijven is een map ingericht (diagnostisch- en remediërend materiaal bij Schrijven in de basisschool).

In cursusjaar 1990-1991 hebben we met het hele team een nascholingscursus gevolgd over Gedrag- en Werkhoudingsproblemen. In het kader daarvan is het Alphabetboek (Praxis) aangeschaft. Ook deze heeft een plaatsje gevonden in de ortho­theek.

Voor het vakgebied Rekenen is nog niets systematisch opgezet. Dit hangt ook nauw samen met de keuze van en nieuwe rekenmethode cursusjaar 1991-1992. In dit schooljaar zijn we begonnen met afnemen van de Tempotoets Rekenen in groep 3 tot en met 8.

 

7.6.5 Schoolkeuzemarkt

Voornemen: het bezoek van onze groep 8 aan een schoolkeuzemarkt en het uitvoeren van een projekt over schoolkeuze, zoals dat de afgelopen jaren draaide in OVG-7. Tevens voorlichtingsmiddagen voor Turkse en Marokkaanse ouders over voortgezet onderwijs, zoals de afgelopen jaren.

Deze aktiviteit is door het FAO uitbesteed aan de Stichting Samen Wonen Samen Leven.

Evaluerend stellen we vast dat ons voornemen voor dit schooljaar voor de volle honderd procent is geslaagd.

 

7.6.6 Allemaal Taal B

Voornemen: invoering van Allemaal Taal B in groep 5. (Afgelopen schooljaar is Allemaal Taal A in groep 4 geïntroduceerd, dit ging niet ten koste van de lessen Begrijpend lezen Taal Totaal zoals we hadden voorzien)

Voor de begeleiding hiervan is door het FAO 1 uur begeleiding per week toegezegd.

Na een jaar constateren we dat de toegezegde begeleiding van het FAO achterwe­ge is gebleven, maar dat Allemaal Taal deel B dank zij de inspanningen van de groepsleerkracht toch ingevoerd is.

 

7.6.7 Het Prismaprojekt

Voornemen: voortzetting van het Prisma-projekt. Onze school participeert in een samenwerkingsver­band met de Elout van Soeterwoudeschool. In een opvang­klas worden neveninstromers een jaar lang intensief begeleid bij het leren lezen en spreken. Sinds januari 1990 draait dit projekt onder begelei­ding van het OVB-Projektburo. Gezien het aantal neveninstromers van het afgelopen schooljaar zullen we proberen op "de Akker" zélf een opvangklas te starten; dit mede gezien het feit dat de huidige opvang­klas overvol is. Er is reeds formatie en een leerkracht beschikbaar, nodig zijn de faciliteiten voor scholing en het materiaal. De PRISMAklas op de Elout van Soeterwoude blijft volgens onze informatie bestaan. Het ministerie van O&W heeft op ons verzoek 28 uur beschikbaar gesteld in het kader van rechtsreekse instroom van leerlingen uit het buitenland. De materialen worden via het Projektbureau OVB besteld. De leerkracht die de lessen gaat geven, gaat de 10 scholingsbijeenkomsten volgen.

Na een jaar constateren we dat ondanks het ontbreken van enige begeleiding van de SAD of het FAO het Prismaprojekt een jaar zeer succesvol gedraaid heeft, dat de resultaten van de leerlingen verbluffend zijn, dat alle gewenste materialen binnen de school gehaald zijn en dat in hoofdstuk 3.4.5 van ons Schoolplan (SchoolWerkPlan) deze aktiviteit beschreven is. Het feit dat ook dit schooljaar weer veel anderstalige leerlingen rechtstreeks uit het buitenland kwamen en op onze school werden ingeschreven, overtuigt ons van de noodzaak deze activiteit ook het komende schooljaar voort te zetten.

 

7.6.8 Video-prentenboekprojekt

Voornemen: voortzetting van het Video-prentenboekprojekt. Uitbreiding met nieuwe titels en af en toe begeleiding bij de uitvoering. De afgelopen twee jaar is gebleken dat het uitlenen van prentenboeken met de bijbehorende videoband een goede manier is om ouders bij het onderwijs te betrekken. Bij de leerlingen wordt gepoogd de "emergent literacy" (ontluikende geletterdheid) te stimuleren. Het blijkt dat hoe meer jonge leerlingen omgaan met (prenten)boe­ken, hoe sneller het aanvankelijk lezen op gang komt.

Na een jaar constateren we dat er geen ondersteuning van het FAO is geweest, ondanks het feit dat dit in een convenant was toegezegd. De aktiviteit heeft dit jaar wel gedraaid dankzij de inzet van de leerkrachten in de onderbouw.

 

7.6.9 Aqui a gora

Voornemen: hoewel het Portugees onderwijs nog maar enkele maanden geleden opgestart is, maakt het nu reeds een wezenlijk deel uit van ons onderwijs voor de betrokken leerlingen. Dit is zowel te danken aan de inzet van de nieuwe leerkracht, die in combinatie met het enthousiasme waarmee zij door ouders en kinderen werd ontvangen en de ervaring die wij als team met het OETC al hadden, als aan de inzet van de coördinator OETC KV/Portugees. De laatste heeft aangekondigd de methode Aqui e Agora op onze school te introduce­ren.

 

7.7 Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1992 - 1993

We nemen ons nu weer voor een aantal speerpunten uit te gaan werken. We doen dit weer evenals vorige jaren met de afspraak dat zaken doorgeschoven kunnen worden naar het schooljaar '93 - '94 en het schooljaar '94 - '95, zodat er in wezen sprake is van een plan voor drie jaar.

Dit ook omdat het FAO uitgaat van een planperiode van drie jaar.

 

7.7.1 Het implementeren van een aantal nieuwe zaken

Vorig schooljaar zijn we begonnen met de cursus Print/Comenius. Het oriënta­tiejaar is nu voorbij en het invoeringsjaar gaan we beginnen. Zie verder 8.6 waar de plannen op dit gebied beschreven zijn.

Evaluatie na één jaar: Twee terug jaar zijn we begonnen met de cursus Print/Comenius. Na het oriënta­tiejaar is ook het invoeringsjaar achter de rug.

In iedere groep is de computer met een voor die groep geschikt programma ingezet geweest.

 

Vorig jaar volgden we de cursus "Taalstimulering in de onderbouw" van de SAD. Dit schooljaar zullen we bezien wat voor consequenties deze cursus voor ons onderwijs zal hebben.

Deze twee cursussen (Comenius + Taalstimulering) in hetzelfde leerjaar vormden een pittige belasting van de vergaderuren. Dit cursusjaar ('92-'93) kiezen we ervoor om geen cursus met de PABO of de SAD te doen.

 

De leerlingbespreking is het vorig jaar door de vele cursussen in de onderbouw soms te weinig aan de orde geweest. We zullen terugkeren naar een stabiele vergadersituatie waarin de leerlingbespreking weer voldoende aan de orde kan komen.

Evaluatie na één jaar: Er zijn veel meer leerlingenbesprekingen geweest dan het schooljaar hieraan voorafgaand.

 

Daarnaast zullen we streven naar Rust, Regelmaat en Reinheid (zie 7.3).

Voor het implementeren van deze zaken reserveren wij 0,1 formatieplaats FAO.

 

7.7.2 Verder met het Schoolmaatschappelijk Werk

Aansluitend op 7.6.1. zal het SMW -nu het is opgestart- een verdere invulling moeten krijgen. Team en SMW-ster moeten op elkaar ingespeeld raken, zodat de leerlingen, de ouders en het onderwijs de vruchten ervan kunnen plukken. Helaas is door een personeelswisseling binnen deze funktie na de inwerkperiode van de ene funktionaris, eenzelfde periode noodzakelijk geweest voor de opvolger. Het moge duidelijk zijn dat dit, naast de participatie van de direktie in een PCBO-werkgroep SMW veel tijd en energie gekost heeft.

Evaluatie na één jaar: Het SMW is opgestart. Team en SMW-ster zijn op elkaar ingespeeld geraakt, zodat de leerlingen, de ouders en het onderwijs de vruchten ervan plukken. 

 

7.7.3 De nieuwe rekenmethode

Er is een nieuwe rekenmethode, namelijk "De Wereld in Getallen",gekozen aan het eind van het schooljaar '91-'92. Het Schoolwerkplan is daaraan al aangepast, zie hoofdstuk 8.2.2. Er zal zeker in het begin de nodige studie gedaan moeten worden om deze methode in de klas goed uit de verf te laten komen. Ook zullen we ons moeten voorbereiden op de invoering ervan in de hogere groepen. 

Dit schooljaar is WIG ingevoerd in groep 1 en 2 (Ideeënboek) en groep 3 en 4. Zie hoofdstuk 13 van dit Schoolplan waarin de invoering van kort beschreven is, in relatie tot Nascholing en Begeleiding.

 

7.7.4 De Zorgbreedteparagraaf

Het Zorgplan en de Zorgbreedteparagraaf zullen de nodige aandacht vragen om het proces van Weer Samen Naar School binnen het samenwerkingsverband vorm te geven. Het Zorgplan wordt geschreven voor het Samenwerkingsverband en de Zorgbreedteparagraaf is de uitwerking ervan op schoolniveau. Zie hoofdstuk 9. In wezen is het meest essentiële deel van hoofdstuk 9 de verwijzing naar dít hoofdstuk.

Evaluatie na één jaar: Er is een eerste contact geweest met de coördinator van ons WSNS-gebied.

 

7.7.5 S.A.S.

Op voorstel van de onderwijskundig medewerker van ons bestuur zijn wij van plan om in het komend schooljaar onze schoolorganisatie te onderwerpen aan het SAS. Aan de hand van de uitkomsten zullen we onze voornemens bijstellen.

Evaluatie na één jaar: Op voorstel van de onderwijskundig medewerker van ons bestuur is onze school­organisatie onderwor­pen aan het SAS. Aan de hand van de uitkomsten zijn onze voornemens bijgesteld.

 

7.7.6 Een vaste interne leerlingbegeleider

Wij willen binnen ons team een vaste leerlingbegeleider benoemen die verant­woordelijk is voor het overzicht van en de inhoud van de extra hulp aan leerlingen, en ook van bijvoorbeeld contacten met het SchoolMaat­schappelijkWerk.

Andere taken kunnen zijn:

-       Het toepassen van een screeningsinstrument voor neveninstromers, zodat er snel een beeld gevormd kan         worden van de nieuwkomer.

-       Bewaking van de systematische leerlingbegeleiding

-       Het beheren van de registratie van vorderingen (leerlingvolgsysteem), en de administratie van de         speciale leerlingbegeleiding

-       Het diagnostiseren, het bespreken van de AVI, HCO en TTR-toetsen

-       Bewaking van leerling- en groepsbesprekingen

Op dit punt willen wij 0,2 formatieplaats FAO inzetten.

Evaluatie na één jaar: Wij hebben binnen ons team een vaste begeleider benoemd die verant­woordelijk is voor het overzicht van en de inhoud van de extra hulp aan leerlingen.

Halverwege het schooljaar is een tweede IB-er ingezet met als speciale taak de coördinatie van de onderbouw (groep 1 en 2) en dezelfde taken als de eerste IB-er ten aanzien van deze groepen. Zij gaat in het schooljaar '93-'94 de IB-cursus doen. De taakomschrijving IB staat in hoofdstuk 9.2

 

7.7.7 De Wereldoriëntatiemethode

De Wereldoriëntatiemethode is verouderd en dient geëvalueerd en waarschijnlijk vervangen te worden.

Deze activiteit komt het eerste jaar nog niet aan de orde.

Evaluatie na één jaar: In de afgelopen periode hebben we als team besloten mee te gaan doen aan de ontwikkeling van de interculturele methode wererldoriëntatie van Malmberg "De Grote Reis" (Begeleid door de Universi­teit van Amsterdam).

 

7.7.8 Muziek

Voor de lessen muziek is er vraag naar een hulp en houvast (een soort "Muziek­vaardig").

Evaluatie na één jaar: Er zijn nog geen concrete plannen om dit vakgebied door te lichten.

 

7.7.9 Begeleiding van nieuwe leerkrachten

Ons team is de laatste jaren sterk uitgebreid. De prognose is dat deze tendens zich voortzet. De directie van de school zal tijd vrijmaken voor de begelei­ding van leerkrachten.

Evaluatie na één jaar: De directie van de school heeft tijd vrijgemaakt voor de begelei­ding van leerkrach­ten.

 

7.7.10 Begrijpend Lezen en/of Allemaal Taal C

Allemaal Taal A en B zijn ingevoerd (zie hierboven). Er moet bekeken worden of Allemaal Taal deel C ingevoerd zal worden in groep 6, 7 en 8 in deze planperi­ode.

Evaluatie na één jaar: Allemaal Taal deel C is in het afgelopen schooljaar ingevoerd in groep 6, 7 en 8 voor wat betreft het gedeelte Begrijpend Lezen.

 

7.7.11 Papiamento-juf voor de onderbouw

In het schooljaar '91-'92 was er in de onderbouw een juf die Papiaments sprak. Dit was een grote steun voor de jongste leerlingen, waarvan er veel afkomstig zijn van de Antillen. Wij streven naar het aanstellen van een collega met deze bijzondere vaardigheid.

Evaluatie na één jaar: Het afgelopen schooljaar is dit niet gelukt. Wel bezien wij met belangstelling de ontwikkelingen rond "Ceders in de tuin", waar er sprake is van recht op Antilliaans OETC.

 

7.7.12 De godsdienstmethode

Wij willen heroverwegen of er een andere godsdienstmethode is die beter aansluit bij de belevingswe­reld van de kinderen zonder dat de Boodschap aan kracht inboet. Aanleiding zijn problemen met de lessen in de onderbouw en ook het feit dat het abonnement op Kind op Maandag tien keer zo duur is geworden.

Evaluatie na één jaar: In functioneringsgesprekken stellen we dit onderwerp aan de orde en er komt een enquête onder teamleden.

 

7.8 Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1993 - 1994

We nemen ons nu weer voor een aantal speerpunten uit te gaan werken. We doen dit weer evenals vorige jaren met de afspraak dat zaken doorgeschoven kunnen worden naar het schooljaar '94 - '95 en het schooljaar '95 - '96, zodat er in wezen sprake is van een plan voor drie jaar dat ieder jaar geactualiseerd wordt.

Dit ook omdat het FAO uitgaat van een planperiode van drie jaar.

 

Allereerst bezien we nu wat er van de voornemens van ons driejarenplan van vorig jaar verwezenlijkt is.

In cursief is de evaluatie te vinden in paragraaf 7.7

 

7.8.1 Afmaken wat nog niet gebeurd is

Zoals hierboven aangegeven is nog niet alles van ons drie(!)-jarenplan van vorig jaar gerealiseerd. Hierboven is al aange­ge­ven welke zaken doorlopen en hoe dat gaat gebeuren.

Met name punt 7.7.6 (interne begeleiding) en 7.7.7 (wereld­oriëntatie) zullen komend schooljaar uitgewerkt worden. Zie boven.

Evaluatie na één jaar: De Interne Begeleiding heeft een vaste plaats in de school gekregen, er worden groepsbesprekingen gehouden en handelings­plannen gemaakt en uitgevoerd. De IB-er van de onderbouw rondde de cursus bij de CED af.

Van "De Grote Reis" werd in iedere groep een thema uitgepro­beerd, dit onder­werp komt terug bij 7.9.5 en 7.10.5 en 7.11.5

In groep 5 werd dit jaar WIG ingevoerd, in vervolg op de invoering vorig schooljaar.

 

7.8.2 OpStap en ouderparticipatie

Refererend aan de "Terreinverkenning Voorschoolse Periode" (Stichting de Meeuw, mei 1993), stellen wij vast dat wij volledig achter de inhoud van dit rapport staan. Wij hebben een informatief gesprek gehad met dhr A.J. van der Linden van de Stichting de Meeuw en zijn als directie en Maatschappelijk Werkster van "de Akker" enthousi­ast geraakt voor het OpStap-projekt.

Op pagina 25 van de "Terreinverkenning Voorschoolse Periode" wordt Charlois en met name de Tarwewijk genoemd als deelge­meente om "te starten waar de nood het hoogst is", argumenten worden in dit rapport ook genoemd, deze zullen we nu niet herhalen.

In het concept -"Voorstel Plan van aanpak Millinxbuurt" van Erik de Lange (10 februari 1993) wordt de sociale problematiek van onze wijk scherp en indrin­gend geschetst. Er worden aanbe­velingen gedaan om de problematiek op te lossen. Wij staan achter deze aanbevelingen. We missen echter het onderwijs­terrein, zowel bij de beschrijving van de problematiek van de wijk als bij het aangeven van mogelijke oplossingen (De kinde­ren van de wijk komen alleen ter sprake in verband met de speeltuin Millinxbuurt). Wij wijzen u erop dat een deel van onze 300 leerlingen mogelijk over een aantal jaren deel zal uitmaken van de volwassen buurtbewoners. Wij denken dat het zin heeft om nú een extra investering in het onderwijs te doen die zich later terugbetaalt. Lees voor de abominabele situatie in onze wijk hoofdstuk 1.6.2 en 1.6.3

 

Voor wat betreft de ouderparticipatie zien wij de afgelopen jaren een verande­ring in de betrokkenheid van de ouders bij de school. De opkomst op de rapportenmiddagen is hoog gebleven nadat wij als regel ingesteld hebben dat de ouder(s) het rapport alleen meekrijgen als zij naar de rapportbespre­king komen. De Ouderraadvergaderin­gen worden bezocht door ongeveer twintig ouders, van wie ongeveer de helft van allochtone afkomst. 

 

Wij zouden de ouderbetrokkenheid naar een hoger niveau willen tillen ten bate van de prestaties van de leerlingen van onze school.

Concreet denken wij daarbij aan:

 

7.8.2.1 Een extra investering kan (en naar ons oordeel moet) bestaan uit het opstar­ten van een OpStap-projekt in de wijk. Onze school heeft contacten met potentiële deelnemers, veel van onze leerlingen en ouders komen in aanmer­king voor een extra ondersteuning. We zien en horen vaak dat ouders van jonge kinderen bereid zijn om thuis "iets voor hun kind te doen", maar vaak niet weten hoe en wat. 

Een aanvraag betreffende het OpStap-projekt is naar de deelge­meente.

Uitvoering: (deel)gemeente, direktie, SMW-ster, externe kracht

Meetbaar resultaat: het opstarten van het OpStap-projekt op onze school

 

7.8.2.2 Er is een aanvang gemaakt met het organiseren van een Turkse theemid­dag, onder leiding van onze SchoolMaatschappe­lijkWerkster, in samenwer­king met onze (vrouwelijke) OETC-leerkracht Turks. Wij wensen de aanwezigheid bij de voorberei­ding, uitvoering en nabespreking van een tolk/vertrouwensdame bij de organisatie van soortgelijke middagen voor Arabisch-Berberse, Antilli­aans-Surinaamse en Portugees-Kaapverdische moeders. Onderwerpen op deze middagen (of morgens) kunnen zijn (zonder de mensen plat te walsen): wat doet uw kind op school, opvoe­dingsvragen van de ouders, hoe bereid je een kind voor op de eerste schooldag, hoe laat gaat uw kind naar bed, t.v.-kijken, verzuimen, wanneer is uw kind ziek, het Voortgezet Onder­wijs, OETC, wat leren kleuters, wat doe ik zelf met mijn kind thuis, enz

Als deze ondersteuning op enige manier mogelijk is, willen we als school de garantie dat we minimaal twee jaar op deze ondersteuning kunnen rekenen. Over de frequen­tie van de thee­middagen zullen we nog moeten overleggen (iedere week of vier keer per jaar...?)

Uitvoering: direktie, SMW-ster, externe deskundigen

Meetbaar resultaat: minimaal 10 ouderbijeenkomsten

 

7.8.2.3 Anderhalf jaar geleden is er een gesprek geweest tussen de directie van "de Akker" en de Stichting Welzijnsbe­vordering Antillianen/Arubanen (Olivia de Cuba) waarbij ge­sproken is over buitenschoolse activiteiten voor kinderen, met name boekpromotie. Een maand geleden is er contact geweest met Stichting KROSBE over huiswerkbegeleiding. Deze activiteiten zouden goed kunnen passen naast het betrekken van de ouders van de genoemde groepen middels bijeenkomsten op school. Tijdens de bijeenkom­sten op school zou naar concrete activiteiten voor kinderen kunnen worden verwezen. Tot nu toe zijn de genoemde activiteiten bij ons weten nog niet opgestart. Wij staan open voor deze contacten.

 

7.8.2.4 Een idee dat binnen onze school al eens is geopperd is een cursus Nederlands voor ouders van allochtone leerlingen. Er zou onderzocht kunnen worden hoeveel mensen hier interesse in zouden hebben. De school kan ruimte ter beschikking stel­len. De cursus zal gegeven moeten worden door gekwalifi­ceerde onderwijzers. Uitvoering: externe deskundigen. Meetbaar resultaat: opstart van genoemde cursus

 

7.8.2.5 Op andere scholen is een videoband gemaakt van de school met de leerlingen in vol bedrijf, waarna de band op een theemiddag, ouderavond of op individuele uitleenbasis door ouders kon worden bekeken om bekendheid te geven aan wat er op school gebeurt. Samen met punt 2 hierboven zou de videoband ook gebruikt kunnen worden om ouders op te roepen in te gaan op de uitnodiging van de leerkrachten van "de Akker" in de maand september om een morgen in de klas van hun kind te komen kijken. Zo'n videoband van "de Akker" lijkt ons een goed idee.

Uitvoering: externe deskundigen, in overleg met directie en team

Resultaat: videobanden zoals omschreven

 

7.8.2.6 Als meetbaar resultaat streven wij naar het handhaven van de opkomst bij rapporten­middagen boven de 80 %. Om te kunnen vergelijken volgt hieronder een overzicht van de percentages opkomst van de huidige groepen. Teruggerekend in de tijd; op de horizontale regel staat steeds dezelfde groep ouders (bijvoorbeeld de ouders in de huidige groep 8 kwamen 4 jaar geleden voor 84 % en nu voor 76 %)

 

 

'89

11/'90

03/'91

11/'91

03/'92

12/'92

03/'93

06/'93

11/'93

03/'94

groep

 

 

 

 

 

 

 

 

93

87

1A

 

 

 

 

 

 

 

 

94

80

1B

 

 

 

 

 

 

 

 

100

100

1C

 

 

 

 

 

83

93

94

70

79

2A

 

 

 

 

 

80

73

100

100

94

2B

 

 

 

82

62

92

78

93

94

94

3A

 

 

 

77

59

84

96

96

80

95

3B

 

81

80

79

77

100

68

95

100

100

4A

 

79

93

83

78

100

95

100

100

91

4B

70

81

94

88

94

100

95

100

94

100

5A

86

81

65

88

100

77

88

100

100

100

5B

58

80

77

77

75

96

96

100

100

94

6

65

66

65

54

80

79

84

90

100

90

7

62

73

71

66

77

100

ziek

100

100

93

6/7

84

84

90

95

95

90

95

95

100

76

8

65

73

80

86

86

80

67

geen

van school

-

-

?

?

?

36

?

57

75

afw

86

77

PRISMA

67

77

79

79

80

89

85

97

95

91

TOTAAL

(zonder Prisma)

 


Ter controle: de opkomst in maart 1996 is 95 % gemiddeld over de hele school.

 

Evaluatie na één jaar: Het OpStap-projekt werd opgestart in april 1994 met 30 deelne­mers uit de onderbouw. Er werden 18 zeer zinnige theemiddagen gehouden zoals beschre­ven. Er waren hierbij incidentele contacten ter ondersteuning met SWA en KROSBE.

De cursus Nederlands voor ouders is niet opgestart, na overleg met de Stich­ting Basiseducatie is op alle theemiddagen verwe­zen naar cursussen van deze stichting. Ook werd verwezen naar een cursus Neder­landse taal voor volwassenen op Scholengemeen­schap "Geerlandthof"

De videoband van onze school is gemaakt en kan nu uitgeleend worden.

De opkomst van de rapportenmiddagen dit schooljaar waren

Kerst 95 % Pasen 91 % Zomer 95 %

dus ruim boven de 80% waar we naar streefden. Dit als nevenef­fect van alle aktiviteiten op het gebied van de ouderbetrok­kenheid. Zie hoofdstuk 5.4 dat het resultaat is van een later plan Ouderbetrokkenheid.

 

7.8.3 Naar aanleiding van het S.A.S.

Naar aanleiding van de uitkomsten van het SAS (Systematische Analyse voor Schoolontwikkelingen), uitgebreide versie, is gekozen om aan een drietal speerpunten te gaan werken:

 

1. Het OETC-onderwijs; we willen het (informeel) overleg van twee kanten verbeteren

2. Sociaal-emotionele problematiek; we willen leren deze beter te signaleren en met de problema­tiek om te gaan

3. De kleuterdidactiek; uitgaande van ons Schoolwerkplan en de manier van werken zoals die door de jaren heen op onze school een vorm heeft gekregen willen we in de onderbouwvergaderingen komen tot een afstemming in termi­nologieën, ideeën en werkwij­zen. 

Uitvoering: het hele team

Resultaat: minimaal tien maal komen bovenstaande punten in vergaderingen aan de orde, het is nu nog te vroeg om andere resultaten te beschrijven

Evaluatie na één jaar: Aan alle drie de punten werd ruim aandacht besteed.

1. Voor wat betreft OET verwijzen we naar 7.10.1 h

2. Het onderwerp Sociaal-emotioneel is aan de orde geweest:

In de eerste bijeenkomst werd de Licor-lijst uitgelegd, in de tweede werden de ingevulde Licorlijsten geanalyseerd, de derde stond in het teken van een leerlingbespreking en de vierde bestond uit een studiemiddag waarin het aanleren van gedrag en regels volgens het ABC-schema centraal stond.

De vier bijeenkomsten werden geleid door Klazien Krab van het CED.

3. Er waren bijeenkomsten over kleuterdidactiek in de onderbouwvergaderingen. Het resultaat staat beschreven in het nieuwe hoofdstuk 10 van ons Schoolplan.

 

7.8.4 Naar aanleiding van het Sardes/ITS-onderzoek

Afgelopen schooljaar is er in de groepen 4, 6 en 8 een onder­zoek naar de reken- en taalresultaten van de leerlingen ge­weest. Eventueel kunnen deze resultaten meegeno­men worden in bijstellingen van het onderwijs.

Evaluatie na één jaar: Het is moeilijk hier specifiek aan te werken, de resultaten zijn het product van ons hele onderwijssys­teem. Volgend jaar zijn er weer toetsen in groep 4, 6 en 8; en ook in groep 2 voor het eerst. De resultaten zullen we vergelijken met twee jaar terug toen onze leerlingen een "B" scoorden. We blijven er ook bij Sardes/ITS op hameren dat straks niet dezelfde leerlingen meedoen als twee jaar terug Zie bijlage 2 en 3 in hoofdstuk 15 voor de mutatiegraad van onze school.

 

7.8.5 Naar aanleiding van het DELTAPLAN-taalbeleid

Afgelopen cursusjaar deed onze school (zonder dat dit vantevo­ren was opgenomen in onze planning) mee aan het onderzoek van het Projektburo OVB/FAO, genaamd DELTAPLAN-taalbeleid

Wij zullen een keus maken uit de aanbevelingen die wij naar aanleiding van dit onderzoek zullen krijgen.

Uitvoering: diversen

Inzet: 70 uur Marike Akkerhuis, Deltaplanbegeleider

Evaluatie na één jaar: Er is een taalbeleidsplan geformuleerd. Er is begonnen aan de uitvoering. Voor dit schooljaar stond gepland:

1. Oriëntatie op Taalplan Kleuters (NT2) voor de kleuterbouw

2. Nadere diagnostiek van het Begrijpend lezen in groep 4 en volgende (NT2)

3. Oriëntatie op OET, uitgangspunten formuleren

4. Nadere scholing Interne Begeleider

5. Invoering TAK-bovenbouw

6. Nadenken over een netwerk in de buurt

7. Klassenconsultatie

Met alle 7 punten is juni '94 een aanvang gemaakt. Van punt 4 heeft de directeur van de school een tweedaagse gevolgd, de achtdaagse voor de IB-er is doorgeschoven naar volgend cursusjaar.

Zie verder 7.9.8

 

7.9 Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1994-1995

We spreken weer van een driejarenplan. De genoemde punten worden in principe in het schooljaar '94-'95 opgestart of zijn al eerder opgestart. Voor een terugblik op het schooljaar 1993-1994 verwijzen we naar de cursieve gedeeltes in hoofdstuk 7.8 (de evaluaties zijn  van juni 1994).

 

7.9.1. Zaken die al zijn opgestart en blijven doorlopen

Van deze zaken is een beschrijving in het kantoor van de school. Het zijn geen expliciete veranderings­punten, maar wel ooit zo opgestart. Ze zijn zeer wezenlijk voor onze school en vragen blijvend aandacht en energie.

 

a.     PRINT/Comenius (zie 8.6 Schoolplan)

b.     Leerlingbesprekingen (zie 3.6.4 Schoolplan en de map in kantoor)

c.     Niveaulezen (zie 8.2.1 oude deel Taal SchoolWerkPlan)

d.     De Orthotheek (zie 7.6.4. Schoolplan)

e.     Interne Begeleiding (zie 7.7.6 en 9.2 Schoolplan)

f.      SchoolMaatschappelijkWerk (zie 7.6.1 Schoolplan en bijlage 15.6)

g.     De PRISMA-groep (zie 3.4.5 Schoolplan en bijlage 15 .5)

h.     Project Meertalige Opvang in de onderbouw, later wordt dit TRIAS genoemd. 

Zie de TRIAS-mappen in kantoor.

 

7.9.2. De nieuwe rekenmethode

Zie hoofdstuk 13 voor het overzicht invoering "De Wereld in Getallen". Dit jaar groep 6.

 

7.9.3. Weer Samen Naar School

Evenals vorig jaar zal er tweewekelijks contact zijn met de preventief ambulante begelei­der uit ons samenwer­kingsverband. Dit contact bestaat voornamelijk tussen de beide IB-ers en genoemde bege­leider en heeft als inhoud de leerlingproblemen van de zwakste leerlingen en de eventuele aanpak en/of verwijzing.

Uitvoering: IB-BB, IB-OB en de preventief ambulante begeleider

Inzet uren: WSNS-uren

Opbrengst: handelingsplannen en verwijzing SO

 

7.9.4. De S.A.S.-punten

zie 7.8.3.

De drie punten waren: OET(C), de sociaal-emotionele ontwikke­ling en de kleuterdidactiek. Vooral wat betreft OET(C) volgt nu een praktische invulling van de geformuleerde uitgangspunten; deze zijn kort samengevat:

-leerlingen uit groep 1 tot en met 3 krijgen les in hun eigen taal, ook als dat een dialect is

-leerlingen van groep 4 en hoger krijgen les van de standaardtaal van het land van herkomst

Met de CED werden op het punt van de sociaal-emotionele ont­wikkeling de LICOR-lijst (signalering), de Alfabethboeken (Praxis)(diagnosticeren) en de leerlingbespreking (hulpvraag en handelingsplan) uitgediept.

Bij de kleuterdidactiek lag de nadruk op het maken van werkaf­spraken, het opstarten van de Interne Begeleiding en de groepsbesprekingen. Volgend jaar wordt hier ook weer aandacht aan besteed.

 

7.9.5 De wereldoriëntatiemethode

Zie punt 7.7.7

Er is een werkgroep opgericht die in het schooljaar 1994-1995 zal werken aan de keus van een nieuwe methode. Ook de Delta­planbegeleider zullen we aanspreken op dit onderwerp.

 

Opdracht: het kiezen van (een) wereldoriënterende methode(n) die bij onze school past.

Uitvoering: werkgroep team

Inzet uren: 5 werkgroepvergaderingen

Opbrengst: keuze methode(s) (1995) en invoering (1996)

 

7.9.6 Muziek

Zie punt 7.7.8

Voorstel: ook een werkgroep oprichten. Met als opdracht: het in kaart brengen hoe ons muziekonder­wijs eruitziet en voorstellen formuleren wat eraan verbeterd kan worden (met eventuele ondersteu­ning door de SKVR)

Na afweging van prioriteiten is in een teamvergadering besloten dit punt nog één jaar uit te stellen, maar niet langer. Dus komt dit in het schooljaar '95-'96 aan de orde.

 

7.9.7 Begeleiding leerkrachten

Bij de klassenconsultaties die er in het schooljaar 1993-1994 zijn geweest, is gebleken dat de begeleiding van leerkrachten meer aandacht behoeft. Onderwijs kan soms effectiever gemaakt worden.

Het is gemakkelijker beleid te maken als er vaker klassencon­sultatie is.

De schoolleiding heeft een cursus gevolgd in het schooljaar 1994-1995 (Kijk Op Eigen Kunnen) om de vaardigheden signaleren, diagnosticeren en adviseren op dit gebied te vergro­ten. Na alles wat er over de soci­aal-emotionele ontwikkeling gezegd is, denken we aan een aanpak via het bespreken van klassenmanagement en wat daarmee samenhangt.

 

Het hele team, zal in twee groepen (onder- en bovenbouw) een cursus klassenmanagement volgen, nadat de NT-2 cursus is afgerond, dus in het schooljaar '95-'96.

Om dit voornemen uit te voeren vragen we ons bestuur 0.2 Fte convenantseenheden beschikbaar te stellen.

 

Uitvoering: directie en team

Inzet uren: 8 uur per week Covenantseenheden

29 uren begeleiding CED, klassenmanagement

Opbrengst: effectief onderwijs

 

7.9.8 DELTAPLAN

Voor 1994-1995 staat gepland de verdere uitvoering van het Taalbeleidsplan.

1. Invoeren nieuwe versie Veilig Leren Lezen (NT1)

2. Invoeren vernieuwingen naar aanleiding diagnostiek Begrij­pend lezen (NT1)

3. Cursus NT2-didaktiek hele team

4. Cursus NT2-didaktiek door de Interne Begeleider-bovenbouw, 8 dagen door HR&O

5. Invoeren gekozen vernieuwingen OET (MTO=TRIAS)

6. Invoeren Overstap

7. Aanschaf Taalplan kleuters, OET-Cito, bovenbouw-TAK en invoering ervan.

 

Voor 1995-1996 staat gepland:

1. Keuze NT2-onderwijs groep 3 (NT2)

2. Invoeren vernieuwingen NT2 vanaf groep 4 (NT2)

3. Analyseren taalgebruik onderwijs in taal

 

Uitvoering: IBOB, IBBB, direktie, team, Schoolbegeleider DELTAPLAN

werkgroep Begrijpend Lezen

Opdracht: het formuleren van voorstellen om het niveau van de leerlingen op het gebied van het Begrijpend Lezen te verbeteren

Inzet uren: 0.2 Fte FAO-formatie ten bate van invoering en coördinatie.

Begeleiding: 70 uur Marike Akkerhuis

Marike begeleidt het invoeren van VLL en Overstap in groep 3

Opbrengst: uitvoering van het huidige Taalbeleidsplan

verbetering resultaten technisch en Begrijpend Lezen

 

7.9.9 De godsdienstmethode

Zie 7.7.12 

Een werkgroep gaat aan de slag met onder andere de mening van alle teamleden die in het functioneringsgesprek van dit schoo­ljaar gevraagd is. 

 

Opdracht: het formuleren van voorstellen t.a.v. de godsdienst­methode

Uitvoering: werkgroep team

Inzet uren: 5 werkgroepvergaderingen

Opbrengst: het vaststellen van het omgaan met de Bijbelse verhalen bij ons op school, te beschrij­ven in hoofdstuk 8.1 SWP

Evaluatie na één jaar: We blijven Kind op Maandag volgen. Dit was de conclusie van een werkgroep na een enquête onder teamleden.

 

7.9.10 Ouderparticipatie

In samenhang met de doelstellingen van het FAO en met School­Maatschappelijk­Werk, buurt, SPIOR, SWA, KROSBE, enz

We willen de theemiddagen voortzetten

We willen de videofilm uitlenen en tonen. We vragen een subsidiebijdrage aan bij FAO om te komen tot een gesproken verta­ling onder de filmbeelden in de talen van de 5 theemiddaggroe­pen

We bieden probleemgesprekken bij SMW-problematiek, we hebben Schoolgebonden Maatschappelijk Werk.

We gaan OpStap uitvoeren zoals gestart in april, we verwijzen hier naar OverStap dat hierop aansluit (zij het nog niet voor deze leerlingen)

Uitvoering: directie i.s.m. SchoolMaatschappelijkWerk

in samenwerking met SPIOR, KROSBE, SWA, enz

Het OpStapproject wordt gecoördineerd door Stichting "de Meeuw"

Inzet uren: 0.1 Fte FAO-formatie

20 uren SchoolMaatschappelijk Werk

Inzet middelen: van het FAO-budget van /5000,- is nog on­geveer /3500,- over, zodat wij geen aan­vraag voor extra middelen  hoeven te doen. Onze school heeft OpStapsubsidie voor één groep

Opbrengst: Rapportenmiddagbezoek op 80% houden

minimaal 10 theemiddagen

 

7.9.11 De vele leerlingenmutaties

Zie hoofdstuk 1.6.2 en 1.6.3 en bijlagen 2 en 3 in hoofdstuk 15 voor een geactualiseerde tekst.

 

7.10 Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1995-1996

We spreken van een jaar in een driejarenplan. De genoemde punten zijn in principe in het schooljaar '94-'95 opgestart of zijn al eerder opgestart. Ons plan wordt steeds aangepast: elementen worden meegenomen zolang ze niet verwezen­lijkt zijn. Opeenvolgende plannen:

 

7.3------------------------'86 - '88

              7.4------------------------------'89 - '90

                            7.5 -------------------------------'90 - '91

                                            7.6 --------------------------- '91 - '92

                                                          7.7 --------------------------- '92 - 93

                                                                           7.8 ---------------------- '93 -' 94

                                                                                                                Enz.........

 

7.10.1. Zaken die al zijn opgestart en blijven doorlopen

Van deze zaken is een beschrijving in het kantoor van de school. Het zijn geen expliciete verande­rings­punten, maar wel ooit zo opgestart. Ze zijn zeer wezenlijk voor onze school en vragen blijvend aandacht en energie.

 

a.      PRINT/Comenius (zie 8.6 Schoolplan)

      VLL computerprogramma + WIG programma's in gebruik genomen in '94-'95

b.       Leerlingbesprekingen (zie 3.6.4 Schoolplan)

c.    Niveaulezen (zie 8.2.1 Schoolplan)

d.    De Orthotheek (zie 7.6.4. Schoolplan)

e.    Interne Begeleiding (zie 7.7.6 en 9.2 Schoolplan)

Taakomschrijving IB in Schoolplan 9.2 ingevoegd in  '94-'95

f.     SchoolMaatschappelijkWerk (zie 7.6.1 Schoolplan); zie apart jaarverslag theemiddagen enz.  

      Volgend jaar leveren we één woensdag in. 

      De school betaalt 4 uur (FAO-verzilvering, FAO betaalt 2 uur, AMW betaalt 4 uur en

      PCBO betaalt 6 uur

g.    De PRISMA-groep (zie 3.4.5 Schoolplan)

h.       Project Meertalige Opvang in de onderbouw (zie map in kantoor). 

i.         Het experiment in groep 3 is succesvol verlopen (i.s.m. het Projectbureau Veilig Leren Lezen in eigen taal aangeboden en lessen Wereld in Getallen in eigen taal).

 

MTO in 1995-1996:

 - groep 1 definitieve versie (MTO-1)

 - groep 2 voorlopige verbeterde versie (MTO-2)

 - groep 3 nogmaals experimenteel (MTO-3)

 

7.10.2. De nieuwe rekenmethode

Zie hoofdstuk 13 voor het overzicht invoering  “De Wereld in Getallen”. Dit jaar groep 7.

 

7.10.3. Weer Samen Naar School

Evenals vorig jaar zal er tweewekelijks contact zijn met de preventief ambulante begelei­der uit ons samenwer­kingsverband. Dit contact bestaat voornamelijk tussen de beide IB-ers en genoemde bege­leider en heeft als inhoud de leerlingproblemen van de zwakste leerlingen en de eventuele aanpak en/of verwijzing. Een zorgplan is op gebiedsniveau in de maak.

Uitvoering: IB-BB, IB-OB en ambulante begeleider

Inzet uren: WSNS-uren en 10 uur CED (Hulpverleningsuren)

Opbrengst: handelingsplannen en verwijzing SO

Evaluatie: opbrengst naar verwachting

 

7.10.4. De S.A.S.-punten

zie 7.8.3 en 7.9.4

Er is dit schooljaar aan de genoemde punten verder aandacht besteed.

 

7.10.5 De wereldoriëntatiemethode

Zie punt 7.7.7 en 7.9.5

Er is een werkgroep opgericht die in het schooljaar 1994-1995 heeft gewerkt aan de keus van een nieuwe methode.  We zitten nog in het keuzeproces

 

7.10.6 Muziek

Zie punt 7.7.8 en 7.9.6

In het schooljaar 1995 - 1996 zal een werkgroep worden opgericht. Met als opdracht: het in kaart brengen hoe ons muziekonder­wijs eruitziet en voor­stellen formuleren wat eraan verbeterd kan worden (met eventu­ele ondersteu­ning door de SKVR). Vorig jaar is dit punt uitgesteld.

 

7.10.7 Begeleiding leerkrachten

Zie 7.9.7

Het hele team volgt een cursus klassenmanage­ment.

Om dit voornemen uit te voeren zetten we weer 0.2 Fte Schoolprofielbudget in.

 

Uitvoering: directie en team

Inzet uren: 8 uur per week Schoolprofielbudget

55 uren begeleiding CED, klassenmanagement - in het vervolg op de 29 uren van vorig cursusjaar

Opbrengst: effectief onderwijs

Evaluatie: 4 bijeenkomsten klassemanagement zijn gevolgd en 8 klasseconsultaties van de begeleider met één van de directieleden in '94 -'95

 

7.10.8 DELTAPLAN

Zie 7.9.8

Alles is gedaan zoals gepland

 

Voor 1995-1996 staat gepland:

1. Keuze NT2-onderwijs groep 3 (NT2); oriëntatie op de Taaltrampoline

2. Invoeren vernieuwingen NT2 vanaf groep 4 (NT2)

3. Analyseren taalgebruik onderwijs in taal; we willen dit in '96 -'97 !

 

Uitvoering, Opdracht, Inzet formatie-uren en Opbrengstverwachting sluiten aan bij vorig jaar.

De Begeleiding wordt gehalveerd tot 35 uur Marike Akkerhuis.

 

7.10.9 De godsdienstme­thode

Zie 7.7.12 en  7.9.9

Een werkgroep is bezig met onder andere de mening van alle teamleden die in het functioneringsgesprek van dit schooljaar gevraagd is. 

 

7.10.10 Ouderparticipatie

Lees 7.9.10

Daar voegen we dit schooljaar aan toe:

We bieden probleemgesprekken bij SMW-problematiek, we hebben Schoolgebonden Maatschappe­lijkWerk, nu voor de helft betaald vanuit FAO/AMW (project Maatschappelijk Werk) en voor de helft uit het Schoolprofielbudget.

Er komen met ingang van mei 1995 SamenSpelmiddagen vanuit SpeelGoed (beschrijving in kantoor) voor drie-jarigen en hun ouders. Doelstellingen komen overeen met OpStap en OverStap.

Uitvoering: directie i.s.m. SchoolMaatschappelijk Werk

in samenwerking met SPIOR, KROSBE, SWA, enz

Het OpStapproject wordt gecoördineerd door Stichting "de Meeuw"

Inzet uren: FAO-formatie + AMW-formatie + Projectformatie PCBO

Samen 16 uren SchoolMaatschappelijk Werk

Inzet middelen: van het FAO-budget van / 5000,- is nog on­geveer / 2500,- over, zodat wij geen aan­vraag voor extra middelen  hoeven te doen. Onze school heeft OpStapsub­sidie voor één groep

1 uur voor IBOB i.v.m. begelei­ding Samen­Spel (vanuit SamenSpelbudget)

Opbrengst: Rapportenmiddagbezoek op 80% houden

minimaal 10 theemiddagen

Evaluatie: Opkomstpercentage rapportenmiddag november 1994 : 93 %

Opkomstpercentage rapportenmiddag maart 1995   : 96 %

 

7.10.11 De vele leerlingenmutaties

Zie hoofdstuk 1.6.2 en 1.6.3 en bijlagen 2 en 3 in hoofdstuk 15.

 

7.10.12 Plan van inzet Schoolprofielbudget

 

7.10.12.1 Algemene doelstelling Schoolprofielbudget

De inzet van het schoolprofielbudget heeft tot doel het functioneren van de leraar als individuele beroepsbeoe­fenaar, als opvoeder, als didacticus, als teamlid, als gesprekspartner voor externe betrokkenen binnen de identiteit van de school te optimaliseren. De inzet van het schoolprofielbudget zal daarom gericht moeten zijn op het versterken van het onderwijs­kundig management en op de begeleiding van (nieuwe) leraren. Daartoe kan de school beschikken over 75% van het te besteden budget. Het andere deel, 25% dus, wordt door het bestuur aangewend voor schooloverstijgende activiteiten in het kader van de geformuleerde doelstelling en zo nodig voor incidentele klemsituaties.

 

7.10.12.2 Specifieke schooldoelstelling en opbrengstverwachting

Er zijn 95 fré's te besteden, zie ons Formatieplan.

In 1995-1996 zetten wij deze als volgt in:

4 uur collegiale consultatie

We zijn in het schooljaar 94-95 op kleine schaal begonnen met het observeren van elkaars lessen. Volgende schooljaren willen we deze manier van werken uitbreiden, omdat blijkt dat dit zeer verhelderend werkt. We kijken in parallel­groepen en in groepen die voorafgaan of direct aansluiten.

Zo leren we van elkaar en geven we elkaar feedback. Binnen de cursus Klassemanage­ment vinden we instrumenten die hierbij gebruikt worden (o.a. het boek van Veen­man, Lem, Roelofs & Nijssen, "Effectieve instructie en doelmatig klassemanagement", dit boek is in kantoor aanwezig)

In ieder geval willen we iedere klasseleerkracht eenmaal per jaar bij een van de OETC-leerkrachten laten kijken.

8 uur begeleiding leerkrachten/klasseconsultatie klassemanagement (zie 7.12.7)

2 uur per IB-er i.v.m. mutaties (zie 7.12.11)

2 uur per IB-er i.v.m. overleg PAB-er in het kader van WSNS en ontwikkeling Zorgplan WSNS (zie 7.12.3 en hoofdstuk 9)

 

7.10.12.3 Evaluatie vorig plan

De directie volgde de tweedaagse KOEK-cursus op het CED.

De cursus Klassemanagement is gestart, er zijn vier teambijeenkomsten geweest.

Er zijn 8 klasseconsultaties geweest in het kader van Klassemanagement, samen met de CED-begeleider. De directie werd geoefend in het voeren van een nagesprek van een klassenconsul­tatie.

Incidenteel werd op verzoeken om feedback of klassenconsultatie ingegaan. 

 

7.10.12.4 Wijze van evaluatie en toetsing

We kunnen tellen hoeveel maal geplande aktiviteiten hebben plaatsgevonden en op termijn beoordelen of de kwaliteitsverbetering van de beroepsuitoefening is verbeterd.

Een en ander kan gebeuren door dit in de functioneringsgesprekken aan de orde te stellen.

 

7.10.12.5 Omschrijven van wegen, middelen, instrumenten en de onderlinge samenhang, verantwoord in een concreet plan, inclusief (meerjarige) tijdsplanning

In dit hoofdstuk 7 zijn deze wegen, middelen en instrumenten in samenhang aangegeven.

 

7.10.12.6 Verantwoording van de samenhang met nascholing en meerjarig beleidsplan

Bij elk onderwerp in dit hoofdstuk is de samenhang te zien.

Bijvoorbeeld: uit het SAS is het onderwerp OETC gekomen, waarbij om meer aandacht voor de lessen OETC werd gevraagd. Door klassenbezoeken van leerkrachten bij de OETC-collega's kan deze aandacht er nu komen.

Een ander voorbeeld: ook uit SAS kwam de Kleuterdidactiek als onderwerp, door bij elkaar in de klas te kijken kunnen we op praktischer gronden met elkaar in discussie en naar verbetering zoeken.

 

7.11Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1996-1997

 

7.11.1.1 Stand van zaken in 1996 en voornemens tot 1998

De genoemde onderwerpen komen in schema terug, de nummers verwijzen naar de beschrijving eerder in hoofdstuk 7:

 

7.11.1.2 Zaken die al opgestart zijn en blijven doorlopen

a.     In 6.8, 7.11.1 en 7.12.1 is beschreven hoe we het Print Comenius-project hebben ingevoerd. Het laatste schooljaar is het VLL-computerprogramma geïmplementeerd, nu willen we ons oriënteren op software die bij Taalplan­ Kleuters hoort. Ook zijn -parallel aan de nieuwe rekenmethode- de WIG computer­program­ma's ingevoerd, komend jaar is groep 8 aan de beurt.

 

b.     De leerlingbesprekingen zullen een vast onderdeel van de bouwvergaderingen blijven, zie 3.6.4 Schoolplan.

 

c.     Het Niveaulezen loopt prima, in kantoor is een overzicht van de AVI-niveaus. De meeste leerlingen in groep 7 en 8 beheersen niveau 9. Zie 8.2.1 Schoolplan

 

d.     Orthotheek functioneert naar behoren. Zie 7.6.4 Schoolplan

 

e.     Interne Begeleiding functioneert volgens de taakomschrijving. Zie 7.6.1 en 9.2 Schoolplan

 

f.      Het SchoolMaatschappelijkWerk functioneert 2 dagen per week. Er worden theemiddagen georganiseerd door een werkgroep waar de Maatschappelijk Werkster deel van uitmaakt. Zie 7.6.1 Schoolplan

 

g.     De PRISMA-groep vangt neveninstromers uit groep 3 t/m 8 5 dagdelen per week op. Zie 3.4.5 Schoolplan.

 

h.     Het Project Meertalige Opvang is na 2 jaar experimenteren in groep 3 definitief ingevoerd daar. In groep 1 draait de definitieve versie volledig en in groep 2 de voorlopige verbeterde versie. Dit in vijf taalgroe­pen: Arabisch, Berber, Turks, Creolo en Portugees. Er is ondersteuning door 3 coördinatoren OETC/­OALT vanuit de CED. Zie de map in kantoor.

 

i.      Er is al meer dan een jaar een klasse-assistente in de onderbouw (1 - 2), we willen dit uitbreiden naar groep 3. Deze klasse-assistente heeft een Melkert-baan.

 

7.11.2 De nieuwe rekenmethode

Zie hoofdstuk 13 voor het overzicht invoering  "De Wereld in Getallen". Dit jaar groep 8, als laatste groep, WIG is nu ingevoerd. Volgend schooljaar nog enkele klassenconsultaties.

 

7.11.3 Weer Samen Naar School

In 7.11.3 en 7.12.3 is beschreven hoe het WSNS-proces vorm krijgt door onder andere het werk van de IB-ers en de Preventieve Ambulan­te Be­geleider (Rob van der Woude). Waarschijnlijk gaat ons Bestuur fuseren met een Bestuur voor SO-scholen uit ons samenwerkingsverband, zodat samenwerking steeds vanzelfsprekender wordt. Wij ervaren dat er méér verwijzingen noodzakelijk zijn, dat het tempo van verwijzing en plaatsing veel te laag is, o.a. door de vele procedures.

De Preventief Ambulant Begeleider werkt 30 uur op onze school vanuit het Samenwerkingsverband, aanvullend is er 20 uur via de CED extra ingekocht.

 

7.11.4 De S.A.S.-punten

In  7.8.3, 7.9.4 en 7.10.4 worden de SAS-punten genoemd:

1.     OETC-Deltaplanvoornemens MTO (1 t/m 3)

2.     Sociaal emotioneel, uitgemond in een cursus klassenmanagement, de CED begeleidt ons voor 57 uur CED (Sieta Sij­perda en Simon van der Meer).

3.     Kleuterdidactiek na diverse discussies zijn we toe aan het bespreken van de kleuterdidactiek met als gespreksleider Bert Verhoef. De invoering van Taalplan kleuters­ en de doorgaande lijn gr 1 t/m 3 in het kader van het bespreken van het Inspectierapport en de inspectieaanbevelingen en het FAO-project "De Onderbouw in Bewe­gin­g" waar we aan meedoen, alsmede de didactiek van de Basis­ontwik­keling zijn de uitgangspunten van gesprek.

 

7.11.5 De wereldoriëntatiemethode

In 7.7.7, 7.9.5 en 7.10.5 wordt verwoord dat de keuze van een nieuwe methode Wereldoriëntatie is uitgesteld, waarschijnlijk komen we daar komend schooljaar wél aan toe. In iedere groep is een onderwerpenlijst gemaakt ten aanzien van de keuze van de leerstof.

 

7.11.6 Muziek

In 7.7.8, 7.9.6 en 7.10.6 wordt Muziek genoemd als aandachtsgebied. De werkgroep is begonnen met haar oriëntatie.

 

7.11.7 Begeleiding leerkrachten

In 7.9.7 en 7.10.7 kunt u lezen over de Begeleiding van de leerkrachten, de Koek-cursus door de directie, het Schoolprofielbudget in combinatie met de cursus klassemanagement. Dit is bijna in zijn geheel niet uitgevoerd doordat onze adjunct-directeur het grootste deel van het schooljaar voor de klas stond wegens ziekte van een collega. Wij doen een beroep op 7.17 

Wij willen komend schooljaar dit plan in zijn geheel proberen uit te voeren. Zie ook 7.12.12

 

7.11.8 DELTAPLAN

In 7.9.8 en 7.10.8 wordt het DELTAPLAN-taalbeleid beschreven:

Komend schooljaar gaan we werken aan:

   1. De woordenschatuitbreiding in groep 3 met de Taaltrampoline

   2. Implementatie van de twee Begrijpend Lezen-methodes in groep 4 t/m 8, na de invoering ervan in

       het vorig schooljaar

   3. Verbetering van de ouderbetrokkenheid bij het OverStap-project in groep 3

   4. Samen met DELTAPLAN zoeken naar meer mogelijkheden bij Taalplan

   5. Een werkgroep Woordenschatonderwijs gaat een werkwijze invoeren in groep 4 t/m 8 om ongeveer 25 woorden per week daadwerkelijk aan de woordenschat van de leerlingen toe te voegen.

   6. Rond het jaar 2000 willen we een Taalmethode invoeren die recht doet aan de samenstelling van

      de schoolbevolking en veel noodverbanden die er nu zijn gelegd (zie boven) overbodig zullen

      maken.

Hier is hard aan gewerkt !

 

7.11.9 De godsdienstmethode

In 7.7.12, 7.8.12, 7.9.9 en 7.10.9 wordt gesproken over de Godsdienstmethode. Er is besloten zolang door te gaan met de huidige methode tot er daadwerkelijk een betere methode is ontwikkeld. 

 

7.11.10 Ouderparticipatie

In 7.9.10 en 7.10.10 wordt gesproken over Ouderparticipatie, de videofilm die er van onze school gemaakt is, het videoprentenboekproject van OVB-7 dat omgedoopt is tot Voorleesvideo, het buurtnetwerk dat dit schooljaar is gestart als preventief en curatief middel, de theemidda­gen SMW/FAO/AMW (samenwerking), OpStap dat nu RugZak heet, SamenSpel dat nu SamBa heet en georganiseerd wordt voor 3-jarigen en hun moeder, taallessen voor ouders door de BasisEducatie: komend schooljaar voor anal­fa­beten, de operatie SpeelGoed, enz

Dit alles zorgt ervoor dat de school als een caleidoscoop verandert en vervloeit.

Om dan uit te spreken wat de opbrengstverwachting van dit alles is, en welke effecten waaraan te danken zijn, dat laten wij aan wetenschappers over, zij het dat wij hen en hun producten slechts sporadisch toelaten in de klaslokalen.

 

7.11.11 De vele leerlingenmutaties

Zie hoofdstuk 1.6.2 en 1.6.3 en bijlagen 2 en 3 in hoofdstuk 15 en 7.12.11

 

Uitvoering: administratrice, IBOB en IBBB

Inzet uren: 5 uur administratie (verzilverde FAO-faci­liteiten)

2 uur per IB-er i.v.m. intake, verslag en toetsing (vanuit Schoolprofielbudget)

Opbrengst: dit extra werk aankunnen zodat er geen zand in de machi­ne komt

 

Onze school zou zonder OVB-gewichtengelden de leerlingen in 11 groepen moeten onder­brengen.

Ongeveer 4 formatieplaatsen worden ingezet voor klassenverklei­ning.

De Interne Begeleiders hebben een structuur ontwikkeld om de Remedial Teachers in te kunnen zetten.

Zie verder ons Activiteitenplan en Personeelsontwikkelingsplan (hoofdstuk.13).

 

7.11.12 Personeelsontwikkelingsplan 1996-1997

Zie hoofdstuk 13.

 

7.12 Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1997-1998

7.12 Stand van zaken in 1997 en voornemens tot 1998

We geven hier een stand van zaken op dit moment. We werken aan het plan dat hierboven in 7.12 en verder is beschreven. Voor een goed overzicht raden wij u aan heel hoofdstuk 7 van ons SWP te lezen. Dit ligt ter inzage in de personeelskamer. De genoemde onderwerpen en de hoofdstuknummers verwijzen naar de beschrijving eerder in hoofdstuk 7:

7.12.1 Zaken die al opgestart zijn en blijven doorlopen
Zie a t/m i bij 7.11.1.2,daar staan de zaken die blijven doorlopen. Daaraan voegen we na het vorig schooljaar toe: 

Bij a: Het laatste schooljaar is onder andere met Clowns, het VLL-computerprogramma, enkele nieuwe topografieprogramma's en met de WIG-programma's in de groepen gewerkt (groep 3 tot en met 7). De software die bij Taalplan Kleuters hoort, voldoet nog niet aan onze eisen. Aktiepunt komend schooljaar wordt ook: Geen klas zonder computer ! Het computerprogramma WIG voor groep 8 komt pas in 1999 beschikbaar.

Bij f: In het nieuwe schooljaar wordt een nieuwe SMW-ster, Josée Enkelaar, ingewerkt wegens het vertrek van Anne Marie van den Dool die dit werk sinds mei 1992 heeft gedaan. Josée kwam uiteindelijk niet, maar wel Idelet van Til.

Bij g: In het schooljaar 1996-1997 waren er steeds 4 tot 6 deelnemers. De PRISMA-leerkracht kreeg een grotere RT-taak dan voorheen: we gaan voorlopig zo door.

Bij h: Het Projekt Meertalige Opvang is na 2 jaar experimenteren in groep 3 definitief ingevoerd daar vorig schooljaar. In groep 1 draait de definitieve versie volledig en in groep 2 is deze in 1996-1997 ook ingevoerd. In juni 1997 schreef de directeur van "de Akker" een brief aan de staatssecretaris om de positie van OET duidelijk te maken (ter inzage in kantoor), zie bijlage 8 hoofdstuk 15

Bij i: De klassenassistente geeft ook ondersteuning bij oudercontacten tussen mensen van school en Marokkaanse ouders.

Extra punt j: Het hele schooljaar heeft een schoolassistente ondersteuning gegeven in groep D en groep 3 bij het hoekenwerk. 

7.12.2 De nieuwe rekenmethode 97-98
Zie hoofdstuk 13 van dit Schoolplan. De nieuwe rekenmethode is in principe ingevoerd !

7.12.3 Weer Samen Naar School
In 7.9.3 en 7.10.3 en 7.11.3 (zie aldaar) is beschreven hoe het WSNS-proces vorm krijgt door onder andere het werk van de IB-ers en de Preventieve Ambulante Begeleider (Rob van der Woude). Dit jaar is ons Bestuur gefuseerd met een Bestuur voor SO-scholen uit ons samenwerkingsverband, zodat samenwerking steeds vanzelfsprekender wordt. Wij ervaren dat er méér verwijzingen noodzakelijk zijn, dat het tempo van verwijzing en plaatsing nog te laag is, o.a. door de vele procedures.
De Preventief Ambulant Begeleider werkt 30 uur op onze school vanuit het Samenwerkingsverband, aanvullend is er 20 uur via de CED extra ingekocht.


7.12.4 De S.A.S.-punten
In 7.8.3, 7.9.4, 7.10.4 en 7.11.4 worden de SAS-punten genoemd. In het kort is nu de stand van zaken en het plan voor de komende periode:
1. De OETC-Deltaplanvoornemens MTO (1 t/m 3) zijn uitgevoerd. De directie is betrokken bij het OET-onderwijs en ziet de positieve kanten ervan. We willen dat iedere collega in ieder geval een groepje van hun OET-kinderen bij OET aan het werk ziet.
2. Sociaal emotioneel, uitgemond in een cursus klassenmanagement, de CED begeleidde ons voor 57 uur CED in 1996-1997 (Sieta Sijperda en Simon van der Meer).
We zetten dit onderwerp voort. Zelfstandig werken is dit schooljaar een speerpunt geweest. Dit wordt verder uitgebouwd. Er is weer 50 uur CED-begeleiding ingekocht. Tevens zal er 10 uur aan Gedragsproblematiek door de PAB-er worden begeleid in de bovenbouwgroepen, gekoppeld aan de leerlingbesprekingen.
3. De Kleuterdidaktiek is na diverse discussies besproken met als gespreksleider Bert Verhoef. De invoering van Taalplan kleuters en de doorgaande lijn gr 1 t/m 3 het kader van het bespreken van het Inspektierapport en de inspektieaanbevelingen en het FAO- projekt "De Onderbouw in Beweging" waar we aan meedoen, alsmede de didaktiek van de Basisontwikkeling zijn de uitgangspunten van gesprek geweest. Het hoekenwerk aan de hand van PLANBORDEN heeft dit jaar duidelijk vorm gekregen in alle groepen tot en met 3. In groep 3 lukt het zo de lijn die is ingezet in 1 en 2 door te trekken. Komend schooljaar zal er ruimte gemaakt worden in het rooster van groep 4 (door vier keer per week door te werken tot 12.15 uur) om ook daar kindvriendelijker te kunnen werken. Het blijkt dat er nu te weinig ruimte is voor spel en voorlezen, etc.
Andere onderwerpen in de onderbouw waren het MATERIALENAANBOD en SPEL en LEIDING EN BEGELEIDING. Er gaat volgend jaar gewerkt worden in heterogene kleutergroepen. Er komt een vast overlegmoment in de week om concreet met elkaar de week voor te bereiden. Er is weer 20 uur begeleiding Bert Verhoef aangevraagd en bovendien is de bereidheid aangegeven om in het kader van SpeelGoed (met Bert) te praten over thematisch taalonderwijs; dit zou inhouden een verdieping van Taalplan. Het is op dit moment niet duidelijk of het laatste doorgaat.
Diverse aspecten betreffende het onderwijs aan kleuters is beschreven in hoofdstuk 10 van dit Schoolplan.

7.12.5 De wereldoriëntatiemethode
In 7.7.7, 7.9.5, 7.10.5 en 7.11.5 wordt verwoord dat de keuze van een nieuwe methode Wereldoriëntatie is uitgesteld. Nadat ADe Grote Reis@ eerder is uitgeprobeerd -en niet beviel- is er per groep een selectie gemaakt uit het bestaande materiaal. Dit schooljaar is dus besloten om de oude methode met een aantal aanvullingen te blijven gebruiken, omdat we bij geen enkele van de nieuwe methodes een oplossing vonden voor de problematiek op onze school.

7.12.6 Muziek
In 7.7.8, 7.9.6, 7.10.6 en 7.11.6 wordt Muziek genoemd als aandachtsgebied. De werkgroep is begonnen met haar oriëntatie. Daarna is het weer stilgevallen. We moeten komend schooljaar echt aan de slag !

7.12.7 Begeleiding leerkrachten
In 7.10.7 en 7.11.7 kunt u lezen over de Begeleiding van de leerkrachten, de Koek-cursus door de direktie, het Schoolprofielbudget in combinatie met de cursus klassenmanagement. Dit is bijna in zijn geheel niet uitgevoerd doordat de directie met vele problemen werd geconfronteerd die te maken hebben met de buurt waarin onze school staat. Ook was het wegens ziekte van diverse collega's niet verantwoord RT-lessen op te offeren aan collegiale consultatie. Wij doen een beroep op 7.17
Wij willen komend schooljaar dit plan wél zijn geheel proberen uit te voeren. Zie ook 7.12.12
Temeer omdat ten aanzien van Klassenmanagement nu duidelijk de fase van collegiale consultatie is aangebroken.


7.12.8 DELTAPLAN
Zie 7.11.8
In het schooljaar 1997-1998 gaan we op de ingeslagen weg verder.

7.12.9 De godsdienstmethode
In 7.10.9 en 7.11.9 wordt gesproken over de Godsdienstmethode. Er is besloten zolang door te gaan met de huidige methode tot er daadwerkelijk een betere methode is ontwikkeld. 

7.12.10 Ouderparticipatie
Zie 7.11.10
Afgelopen schooljaar is er met Stichting de Meeuw en het onderbouwteam een plan ouderbetrokkenheid gemaakt dat is opgenomen bij hoofdstuk 5.4. Aan enkele onderdelen werd dit schooljaar gewerkt.

7.12.11 De vele leerlingenmutaties
Zie hoofdstuk 1 en bijlagen 2 en 3 (overzicht van de aantallen mutaties) in hoofdstuk 15 en ook 7.11.11 hierboven.
De afgelopen jaren wordt ons onderwijs geplaagd door een toenemend aantal mutaties. Er is sprake van een uitzonderlijke situatie die voor zover ons bekend op geen enkele school in Nederland voorkomt. We werken al jaren met ESIS-A, komend jaar zal ESIS-B (registratie van toetsresultaten) ingevoerd worden. Dit laatste is een tijdrovend proces, niet dat we er al veel tijd aan besteden, maar de aanlevering van het systeem (hardware en software) verliep trager dan verwacht.

Er is een administratrice aangetrokken voor vijf uur per week om de bijbehorende administratie te verzorgen, want de schoolleiding was op een gegeven moment 25% van de beschikbare tijd bezig met leerlinggegevens te muteren en inschrijvingsgesprekken te voeren, deze uren worden gefinancierd vanuit 0.1 FAO-formatie die verzilverd is (zie het Formatieplan)

Uitvoering: administratrice, IBOB en IBBB
Inzet uren: 5 uur administratie (verzilverde FAO-faciliteiten)
2 uur per IB-er i.v.m. intake, verslag en toetsing (vanuit Schoolprofielbudget)
Opbrengst: dit extra werk aankunnen zodat er geen zand in de machine komt


7.12.12 Personeelsontwikkelingsplan 1997-1998
Zie hoofdstuk 13 van dit Schoolplan.

Juli 1998


CBS "de Akker" 
Millinxstraat 33 
Postbus 5527 
3008 AM ROTTERDAM 


Directie: Stoffel Boot en Pierre van Rikxoort


RotterdamsOnderwijsAchterstandsPlan


Dit ROAP-schoolplan is vastgesteld door het bevoegd gezag op

.............................(datum)


.....................................................(handtekening)

contactpersoon: de heer C.J. Terdu, adjunct-directeur onderwijs 

Stichting voor Protestants-Christelijk Basis- en 
Orthopedagogisch Onderwijs te Rotterdam-Zuid

7.13.1.1 Korte typering van de buurt
Zie hoofdstuk 1 van het Schoolplan 1.6.2 en 1.6.3

7.13.1.2 Korte typering van de school
Zie ook Hoofdstuk 1 Schoolplan 1.6.2 en 1.6.3

7.13.1.3 Kwaliteitszorg op schoolniveau
Om de kwaliteit van het onderwijs optimaal te maken zijn wij al 11 jaar nauw betrokken bij OVB- en FAO-activiteiten. 
We zien de school als een lerende organisatie die een steeds fijnmaziger leerlingvolgsysteem hanteert. Het behoeft echter geen betoog dat daar waar een leerling gemiddeld 22 jaar onze school bezoekt, veel werk als zand tussen de vingers wegglipt. 
Om het onderwijs beter te kunnen realiseren deden we de afgelopen jaren de cursus Leerlingbespreking, de cursus Taalontwikkeling, een cursus over Werkhouding, de Comeniuscursus en een cursus Realistisch Rekenen. Ook deden we een cursus sociaal-emotionele ontwikkeling en zijn we in het derde jaar van een cursus klassenmanagement. Verder haalden we een aantal nieuwe zaken de school binnen om goed te kunnen werken met onze populatie. Deze worden hieronder verder beschreven.
De term adaptief kan wat ons betreft worden vertaald met op maat. Wie de invulling hiervan bij ons op school wil zien, moet geen plan lezen, maar zelf komen kijken. Maak een afspraak.

7.13.2.0. Het onderwijsleerproces betrekking hebbende op schooltaalbeleid
Het PRISMA-project (gestart op onze school in 1991) is bedoeld voor onaanspreekbare neveninstromers, dit zijn leerlingen die in groep 3 of hoger horen te zitten qua leeftijd, maar het Nederlands niet beheersen. In de PRISMA-groep leren ze gemiddeld in één jaar zoveel Nederlands dat ze verder kunnen in de groep waarin ze thuishoren. Wij kozen voor een schoolgebonden opvang: we zijn nu baas in eigen huis en kunnen alle roosters op elkaar afstemmen. Inmiddels hebben veel van onze leerlingen ooit in de PRISMAgroep gezeten.
KNOOP HET IN JE OREN en LAAT WAT VAN JE HOREN zijn taalprogramma's voor de kleuters, deze zijn in 1993 aangevuld met het project Meertalige Opvang in de onderbouw door onze Portugese, Turkse en Marokkaanse collega's die de leerlingen van deze taalgroepen lesgeven in hun moedertaal. Zij zijn onze OET(Onderwijs in Eigen Taal)-leerkrachten en doen in grote lijnen hetzelfde programma met de kleuters in hun eigen taal, zodat in de Nederlandse les de herkenning sneller plaatsvindt. 
Sinds 1994 geven de drie Eigen-Taal-Leerkrachten ook MTO in groep 3; inhoudelijke ondersteuning bij Veilig Leren Lezen en bij De Wereld in Getallen (ieder onderwerp één uur in de week) in de eigen taal.
In 1994 gingen we over op Taalplan kleuters, dat met behulp van KNOOP en LAAT een dagelijks terugkerend taalstimuleringsprogramma aanbiedt. We voerden dat jaar ook de nieuwe Veilig Leren Lezen in. Allemaal Taal is bedoeld voor de multiculturele klas. Buiten dit werken we ook met het Video-prentenboekproject, de luisterhoeken, de observatielijsten (sinds 1997 de PRAVOO-lijsten), Leesspoor (naast het niveaulezen), Verder met Nederlands en Remelka (naast de nieuwe rekenmethode ADe Wereld in Getallen@ die in 1993-1996 in groep 1 tot en met 8 ingevoerd is. Om al deze projekten en methoden beter op elkaar aan te laten sluiten, zijn we in 1993 mee gaan doen met het Rotterdamse FAO-project "Een Deltaplan Taalbeleid Primair Onderwijs"
Het doel was de dijken te dichten. Een flink aantal los naast elkaar functionerende programma's zorgde aan de ene kant voor een overlap die ervoor zorgde dat er dubbel aandacht voor sommige oefeningen was, en aan de andere kant voor tekortkomingen die ervoor zorgden dat er geen aandacht was voor weer andere ontwikkelingsgebieden.
OET, PRISMA, KNOOP, LAAT, niveaulezen, Verder met Nederlands, het spelling-onderwijs, Zitten-Staan-Lopen, Allemaal Taal, Begrijpend Lezen, het Veilig Leren Lezen (met OverStap) werden onder de loep gelegd en op punten bijgeschaafd of vervangen, zodat er één stevige dam ontstond in plaats van de vele dijkjes. Deze dam ligt er om ons te behoeden tegen de vloedgolven van de taalachterstand.

Twee IB-ers (een voor de kleutergroepen en een voor groep 3 t/m 8) begeleiden sinds 1992/93 de leerlingenzorg en sinds 1995 de samenwerking met WSNS. Zij diagnostiseren door middel van toetsen en groepsbesprekingen en sturen de RT-leerkrachten aan. Zij volgden de benodigde scholing bij het CED.

Ná Deltaplan sluiten de genoemde taalonderdelen beter op elkaar aan. In >98-=99 wordt in groep 4 en 5 begonnen met de invoering van de geïntegreerde taalmethode Taalleesland en de daaropvolgende jaren aansluitend tot en met groep 8. 

Samengevat:
7.13.2.0.1. Uitgangssituatie
Deltaplan, PRISMA, Taalplan, vernieuwing d.m.v Taalleesland.
7.13.2.0.2. Doelgroep
Álle leerlingen inclusief onderinstromers en neveninstromers .
Door de vele mutaties (zie tabel 1) weinig kansen en veel bedreigingen.

7.13.2.0.3. Activiteiten, uitgangssituatie en meerjarenplanning

7.13.2.0.3.1. DELTAPLAN TAALBELEID
De twee afgelopen schooljaren hebben we gewerkt aan:
1. De woordenschatuitbreiding in groep 3 met de Taaltrampoline
2. Implementatie van de twee Begrijpend Lezen-methodes in groep 4 t/m 8
3. Verbetering van de ouderbetrokkenheid bij het OverStap-project in groep 3
4. Samen met DELTAPLAN is gezocht naar meer mogelijkheden bij Taalplan
5. Een werkgroep Woordenschatonderwijs heeft een werkwijze ingevoerd in groep 4 t/m 8 om ongeveer 25 woorden per week daadwerkelijk aan de woordenschat van de leerlingen toe te voegen.
6. Komend schooljaar gaan we een Taalmethode invoeren die recht doet aan de samenstelling van de schoolbevolking en veel noodverbanden die er nu zijn gelegd (zie boven) overbodig zullen maken: invoering Taalleesland 1998-2002.
7. In het schooljaar 1997-1998 gaan we op de ingeslagen weg verder. Eigen taal: MTO 1, 2 en 3
8. Onderinstromers: werken aan thema=s Taalplan en Basisontwikkeling, inschakelen van de computer: software bij Taalplan kleuters
9. Neveninstromers: PRISMA

7.13.2.0.4 Beoogd resultaat
Zie 7.19 Smart

7.13.2.0.5. Partners en projectrelaties
WSNS              Extra PAB-uren ingekocht
CED                 Invoering Taalleesland 50 uur
CED                 3 x begeleiding door coördinator OETC


't Molentje         Na "Thematische Taal" samen een cursus volgen in het kader van de actie SpeelGoed (zie ook bijlage 3)
Samen met vier andere scholen en de welzijnsinstellingem in de Tarwewijk doen wij sinds 1994 mee aan de Operatie SpeelGoed. SamBa en RugZak zijn hiervan de belangrijkste exponenten.

 


7.13.2.0.6. Financiën
Personeel: inzet IB en RT
Geld: aanschaf diverse materialen

7.13.2.1. De relatie met zorgverbreding

Ons systeem van zorg is van hoge kwaliteit: zie in de andere hoofdstukken wat daar staat geschreven over de IB-ers en het SchoolMaatschappelijk Werk.

7.13.2.2. De relatie met het schoolklimaat
Het is goed om te zien hoe de kinderen van onze school floreren. We benaderen ze positief. Er is een goede hechting met de leerkrachten. Ze zijn over het algemeen vrolijk en gaan graag naar school.
De klas is vaak als een huiskamer. Opgeruimd, vol keuzemogelijkheden en versierd met creatief werk van de kinderen. Vandaar dat wij deze klasse-huiskamer niet lenen voor andere activiteiten.
Onze school is vrij traditioneel. We werken als basis klassikaal en methoden
gebonden.
De input aan de leerlingenkant is bedroevend. 1 á 12 jaar ontwikkelingsachterstand bij de 4-jarigen. Veel neveninstromers missen nog de elementaire leervoorwaarden (zie tabel 1; onder Schiphol staan de aantallen neveninstromers genoemd) . In 1994 kwamen Mile van 8 jaar en Jasmina van 10 jaar uit Joegoslavië, ZIJ HADDEN NOG NOOIT OP SCHOOL GEZETEN ! Twee jaar later zijn zij vertrokken. We weten niet waarheen, maar ze hebben veel bij ons geleerd.

7.13.2.3. De relatie met ouderbetrokkenheid
Lees hoofdstuk 5.4 van ons Schoolplan, daar is dit hoofdstuk integraal opgenomen.

7.13.2.4. De relatie met vrije tijd
De nadruk ligt bij ons op school op het werken in schooltijd. Er zijn wel contacten met de Buurtpost, >t Zonnetje, >t Wieltje (nachoolse opvang) en de speeltuin.
Regelmatig wijzen wij ouders op activiteiten die leerlingen in hun vrije tijd kunnen doen.

7.13.2.5. De relatie met de schoolomgeving
Deze relatie is in de eerste hoofdstukken uitgebreid beschreven.

7.13.3.0. Het onderwijsleerproces betrekking hebbende op schoolrekenbeleid
Er is aan het eind van het schooljaar 91-92 gekozen voor de Realistische rekenmethode ADe Wereld in Getallen@. Vervolgens is de methode stapsgewijs ingevoerd, inclusief studiebijeenkomsten en klassenconsultaties. Alle groepen werken er inmiddels mee. Naast deze methode wordt Remelka veel gebruikt voor de leerlingen die RT nodig hebben. De manier van werken komt volledig overeen met datgene wat over het schooltaalbeleid is geschreven. Een verdere beschrijving laten we hier achterwege; het meeste loopt parallel met hoofdstuk 7.13.2.

Voor alle hoofdstukken 3.1, 3.2, enz, evenals 4.1, 4,2 enz verwijzen we naar wat in hoofdstuk 2.1, 2.2, enz is geschreven.

7.13.4.0. Het onderwijsleerproces in de Hulpklas
Dit hoofdstuk is integraal opgenomen in hoofdstuk 10.26

7.13.6.0. Leerlingen leren Zelfstandig Werken
We gaan het derde jaar in van een cursus Klassenmanagement, waarbij de nadruk ligt op de leerkrachtvaardigheden bij het Zelfstandig Werken. In de onderbouw werken we met planborden, de eigen keuze van de leerlingen wordt bevorderd vanuit de gedachte dat het eigen initiatief meer sturend werkt dan opdrachten vanbuiten. Medewerkers van de CED geven deze cursus op teamniveau, doen klassenconsultaties en geven leerkrachten tips naar aanleiding van hun observaties. Het doel is: leerlingen helpen te leren zelfstandig te leren leren en hulp aan anderen te geven of te vragen zonder dat de leerkracht steeds moet worden ingeschakeld.


Teamcursus Zelfstandig Werken 03 11 1998

Door het team is besloten om de komende tijd te werken aan de ontwikkeling van:

* Planborden
- borden aanschaffen / maken (Sjaak)
- bordonderwerpen: computer, creatief, rekenen, (taal / stellen), zaakvakken, schrijven
- bespreken tijdens bouwvergaderingen
bestemd voor : bovenbouw
tijdpad: materiaal eind 1998

als logisch vervolg op het bovenstaande ook voor de bovenbouw:

* zelfcorrigerend materiaal
- computer
- rekenen
door: bouw bespreekt aanschaf van materiaal

* Duidelijke regels in pictogrammen en/of zinnen
- afbeeldingen bedenken
- regels opstellen
door: bouw

Collegiale consultatie/ Kijken hoe anderen het doen:
-collegiale klassenconsultaties
-rooster maken
-kijkwijzer hanteren / doel vastleggen
-samen nabespreken tijdpad: voor einde schooljaar
-in bouw op terugkomen / uitproberen
-besluiten en vastleggen tijdpad: volgende cursus

door: allen
tijd: voor eerstvolgende cursus zelfstandig werken iedereen een keer consultatie gehad/gedaan
(23 03 1999)
wanneer: tijdens vakleerkracht
vast moment in de week van de RT
tijdens rekenen en taal (zelfstandig werken)


Brochure maken over het zelfstandig werken / reader nieuwe leerkrachten
door: directie en IB. en CED.
tijd: loop van volgende cursus/ eind 1999-2000 definitief

brochure wordt in team besproken/ staat al gedeeltelijkbeschreven in het schoolreglement

Goede registratie
- afspraken herhalen (door alle collega=s tijdens de bouwen)
-formulier ontwikkelen waarop per leerling het eigen niveau wordt aangegeven

door: Wilma en Margriet (formulier)
tijdpad: dit cursusjaar


7.13.7.0 OETC of OALT
OETC of OALT maakt op onze school een belangrijk deel uit van het taalonderwijs. Zoals hierboven al beschreven heeft het een ondersteunende functie, zeker in de onderbouw. In een brief aan de staatssecretaris hebben wij een lans gebroken voor dit onderwijs, zie bijlage ....in hoofdstuk 15 
Wij willen OETC/OALT niet missen. De drie leerkrachten functioneren als volwaardig teamlid en hebben een zeer belangrijke functie betreffende de ouderbetrokkenheid.

7.13.8.0. Opmerking ziektevervanging
Zie 7.17

7.13.9.0. De Brede school-gedachte
Een brede school is prima als dat niet ten koste gaat van de diepgang. In de wijk zien wij initiatieven die aansluiten bij de Brede-school-gedachte.
Op 21 april 1998 bezocht onze SchoolMaatschappelijk Werkster een mini-conferentie AMeer mogelijkheden voor kinderen en opvoeders@, georganiseerd door Charlois= Welzijn. Daar vond een brainstorm plaats waaruit een eerste aanzet van ideeën kwam, die nader uitgewerkt zullen worden in de komende jaren. De samenwerking met de Buurtpost (onderdeel van buurthuis De Graanschuur), Maak Millinx Mooier (integraal project sociale vernieuwing), de Speeltuin, >t Molentje (peuterspeelzaal en SamBa-groep van onze school) en >tZonnetje (speelgoeduitleen op het Moerkerkeplein in pauzes en na schooltijd) zal in de toekomst worden verstevigd.

7.13.10.0. Basisontwikkeling als basis
De basis wordt gelegd in de kleuterbouw. Bert Verhoef gaat in 98-99 voor het vierde jaar bijeenkomsten voorzitten met de mensen van de kleutergroepen en groep 3, om in het kader van de doorgaande lijn de Basisontwikkeling te bespreken en uit te diepen.
Leerkrachtvaardigheden als het afstemmen van het aanbod en het bevorderen van de betrokkenheid van de leerlingen zijn hoofdthema=s. Ontluikende geletterdheid, de kleutermaterialen, thematisch taalaanbod, de planborden, vragen stellen, observeren en registreren waren dit jaar subthema's.
Het werken met de planborden gebeurt inmiddels tot en met groep 4. Daar zijn de schooltijden verlengd en daar zijn ook spelmaterialen voor de groepen aangeschaft. Er is een brochure over de planborden in kantoor, vele collega-scholen kwamen al kijken.
Leerlingen worden in de onderbouw nauwgezet gevolgd middels de PRAVOO-lijsten, er is veel RT, er is taalaanbod in niveaugroepen, groepsdoorbroken. Leerlingen die leerproblemen hebben worden in de RT geholpen, eventueel met de Preventief Ambulante Begeleider besproken en eventueel aangemeld voor SO-onderzoek, zodat eind groep 2 de S.O.-leerlingen eruitgezeefd zijn. Daarbij wordt leerlingen vaak een kans gegeven zich op eigen niveau te ontwikkelen en wordt er vaak besloten een leerling een extra kleuterjaar te gunnen. 


Belangrijke bijlagen:

Bijlage 1: brief aan Peper (nu opgenomen in hoofdstuk 15 als bijlage 7}
Bijlage 2: lijst van in- en uitschrijvingen 97-98 (nu opgenomen in hoofdstuk 15 als bijlage 3)
Bijlage 3: nascholing 1998-1999 CBS Ade Akker@(nu opgenomen in hoofdstuk 13)
Bijlage 4: brief aan Netelenbos over OALT (nu opgenomen in hoofdstuk 15 als bijlage 8)


7.14 Veranderingsonderwerpen in het schooljaar 1999-2000

-de ontwikkeling sluit aan bij het bovenstaande
-in hoofdstuk 13 van dit Schoolplan worden de Nascholingsplannen beschreven
-hoofdstuk 7.13 beschrijft onze ROAP-aanpak, zowel op het gebied van de basisvaardigheden als op het gebied van de sociale competentie.
-alle ROAP-middelen worden ingezet ten bate van de formatie, voor een deel ten bate van de IB en een ander deel ten bate van het Schoolgebonden maatschappelijk Werk

-we blijven worstelen met toenemende problematiek:
leerlingenmutaties in alle groepen, gedragsproblemen van met name jonge Antilliaanse leerlingen, moeizame communicatie met ouders, burn-out verschijnselen bij oudere leerkrachten, gebrek aan vervanging bij ziekte, onvervulbare vakatures, ADV-invulling die ons steeds uit een ritme haalt
-de omstandigheden doen ons op dit moment verstommen wat betreft het formuleren van plannen
-70% van de huizen in de wijk is onbewoond en in de straten domineren de verslaafden
-er is bijna geen leerling zonder uitzonderlijke problematiek


7.15 Koppeling aktiviteiten 
Onze school zou zonder OVB-gewichtengelden de leerlingen in 11 groepen moeten onderbrengen.
Ongeveer 4 formatieplaatsen worden ingezet voor klassenverkleining.
De Interne Begeleiders hebben een structuur ontwikkeld om de Remedial Teachers in te kunnen zetten. Zie verder ons Activiteitenplan. De directie is voornemens om komend schooljaar alle afspraken langs te laten komen in een vast blokje op de teamvergadering en zo een huishoudelijk en didactisch reglement met elkaar vast te stellen.

7.16 Kerndoelen
Voor de eeuwwisseling zullen we aandacht besteden aan de toetsing van de Kerndoelen in ons onderwijs.
Met de aanschaf van de nieuwste methoden kunnen we er van uitgaan dat de Kerndoelen al voor een zeer groot deel gerealiseerd worden.

7.17 Voorbehoud
Een voorbehoud willen we maken ten aanzien van het kunnen uitvoeren van veel werk. Als in de projectperiode geen vervanging kan worden gevonden voor onze zieke leerkrachten, komt de uitvoering van dit plan in ernstig gevaar. Te vaak moesten leerkrachten met een speciale taak een groep overnemen. Ook vorig schooljaar lag een flink aantal weken de hele extra hulp stil wegens het gebrek aan invallers. De vaste pooler die in augustus 1997 is begonnen, was een goede oplossing om dit probleem gedeeltelijk op te vangen.


7.18 Vaststelling
Dit hoofdstuk is in februari 1999 vastgesteld door team, MR en Bestuur PCBO.

7.19 Smart
De IB-ers houden volgens een systeem de leerlingresultaten bij. Er worden minimumniveaus gehanteerd; zodra een leerling onderpresteert wordt er extra hulp ingeschakeld.
Van de toetsen is in iedere groep een map met overzichten, Ons streefniveau is Cito-C voor de mediaan leerling na nog eens 2 schooljaren. Dit is een Specifiek doel, Meetbaar, Acceptabel, Realiseerbaar en Tijdbepaald. De toetsen die zij afnemen zijn:
- Taalplantoetsen (onderbouw)
- KEA-kerntoetsen (onderbouw)
- Rekenen en wiskunde (3 t/m 8)
- Begrijpend lezen (3 t/m 8)
- Signaaldictee
- AVI-technisch lezen en methodegebonden toetsen (4 t/m 8)
- SVS (3 t/m 8)

 

Einde