Actieplan Onderwijs

 

Onderdeel van de balans, deze is het laatst vastgesteld eind oktober 2017, dus niet meer actueel, maar het laat wel zien dat er is gewerkt.

 

1. Inleiding en leeswijzer

Deze balans geeft de stand van zaken weer in oktober 2017. Het bevat een overzicht van onze schoolontwikkeling. Dit schip vaart al lang en ligt op koers. Plotseling stoppen of afslaan is er niet bij, wel kunnen we de eindbestemming wijzingen wanneer daartoe een aanleiding is. We stoppen in diverse havens; passagiers stappen onderweg in, uit en over, zo kunt u lezen. Soms valt iemand overboord. We kijken ver terug, want onze reis is al ang.

In de geschiedenis van De Akker leest u de gebeurtenissen en verhalen die hiermee samenhangen; het verval van onze wijk, het begin van de wederopbouw en de consequenties voor de school; dat is de context van het werken in de school.

We waren de beruchtste buurt van Nederland, we werden Vogelaarwijk en prachtwijk. In die beruchte tijd gebeurde er veel, daarna nog veel meer, in de Vogelaartijd werd het stil. En een prachtwijk ? Dat valt achter de schermen en de voordeuren soms erg tegen. Inmiddels is er weer een nieuwe naam: Children's Zone.

We proberen beknopt en overzichtelijk te blijven (hoofdstuk 2 Samenvatting). We laten u ook zien in welke frequentie en op welk terrein voortdurend nieuwe ontwikkelingen, problemen en thema’s naar de school toekomen. Het lijkt of vele maatschappelijke ontwikkelingen en soms zelfs de wereldpolitieke vraagstukken de school weten te vinden en dat de overheid steeds het onderwijs opzoekt om tot oplossingen van problemen te komen. Onze deelname aan Onderwijskansen en de operatie Tien Actiepunten van Onderwijs Rotterdam draagt er nog steeds aan bij dat de Millinxbuurt weer in de lift zit. We hebben daar een duidelijke opdracht en een helder gezichtspunt voor onszelf over opgeschreven (hoofdstuk 3 Visie en missie van de school). We laten zien wat we bedacht hebben aan plannen en beschrijven de resultaten op dit moment (hoofdstuk 4 Actieplan Onderwijs). Natuurlijk spreekt het werken aan allerlei thema’s ons aan, maar we willen voorkomen dat wijzelf en de basisvaardigheden (taal, rekenen, sociale competentie) daardoor in de knel raken.

Inmiddels hebben we een heel rigoureuze stap gezet door in augustus 2010 Verlengd Dagarrangementen School te worden. We geven ongeveer 6 uur extra les aan groep 3 tot en met 8 en drie uur extra per week aan alle kleuters. In 2011 kreeg dit de naam Beter Presteren en in 2015 gingen we het Leren Loont noemen. Dit alles om de resultaten te verbeteren. Dit vraagt veel van de school, want wederom nemen wij ouders werk uit handen. In 2016 ontstaat een Ouderraad en krijgen we hulp van enkele ouders op basaal gebied.

We zien dat onze leerlingen veel moeten missen, we werken hard aan doelen, maar vooral ook aan gezelligheid; ieder klaslokaal is een huiskamer. Je thuis voelen is de basis. We hebben in moeilijke omstandigheden met vallen en opstaan terreinwinst weten te boeken. Hier en daar kwam de laatste jaren ook fatalisme en cynisme om de hoek kijken bij directie en team. We willen daar niet omheen draaien en u hier en daar ook een knipoog geven. We hopen dat u ze opmerkt. We laten onze kansen, bedreigingen (hoofdstuk 5), leermomenten, wensen en adviezen (hoofdstuk 6) op u los.

In de bijlagen en bronnen kan de geïnteresseerde lezer speuren naar diverse details (hoofdstuk 7).

Met veel plezier hebben we tropenjaren gedraaid en koesteren we de succesmomenten. Ziet u door de bomen het bos niet meer, lees dan de samenvatting hieronder.

 

We danken alle fantastische teamleden die in deze hectiek hun werkplezier vinden:

klik hier voor een overzicht van het team

 

2. Samenvatting

De ontwikkeling van de school is in periodes aan te duiden. Zo kenden we de OVB-periode (1987-1993), de FAO-periode (1993-1999), een periode van invoering klassenmanagement en basismethoden (1999-2002) en het Onderwijskansenproces (2002-2005). Er waren in het begin van deze eeuw 33 thema's die aandacht vroegen. Er kwamen 4 taakgroepen die het proces gaande hielden, een vijfde groep werd toegevoegd in de periode die de geschiedenis ingaat als de tijd van het SIB (2005-2007). Het werken met plannen werd door de jaren heen langzamerhand een gewoonte. Het SchoolPlan werd soms opgevraagd en gelezen en is in 2006, 2011 en 2016 volledig bijgewerkt en herschreven. Onderwijskansen is al lang voorbij, het is een extra impuls geweest die bestaande ontwikkelingen heeft gebundeld en versneld. Hieronder wordt dat verhaal verteld. Onderwijskansen hielp ons in moeilijke omstandigheden door te gaan. Het Millinxparkhuis werd begin 2004 opgeleverd als de feniks die uit de as van de verbrande buurt weer tot leven komt. In 1995 was er één instituut in de buurt aanwezig. Dat was de school. Wij trokken bij Bram Peper aan de alarmbel. Tien jaar later waren er meer dan 40 instanties "bezig" in de Millinxbuurt. Na 2009  sloegen de bezuinigingen toe en zien we het aantal instanties eerst drastisch halveren en met elkaar fuseren. Eind 2011 stopt het buurtnetwerk en halverwege 2012 neemt Dock na een nieuwe aanbestedingsronde het werk van Charlois' Welzijn over. Sport & recreatie stopt dan ook met het beheer van het Millinxparkhuis. Uiteindelijk zijn alle instanties nu verdwenen en hebben we na 2014 voornamelijk te maken met het Wijkteam. Hierover zijn we overwegend positief.

Terugkijkend zien we enorme investeringen in straten, huizen, parken en speelplaatsen. Helaas veel minder sociale investeringen zoals coaching, coördinatie, activiteiten voor ouders en kinderen, cursussen en bewustmaking. Dat betekent dat de buurt qua stenen gerenoveerd is, maar sociaal nog in de steigers staat.

Sinds de buurt rond 2012 onderdeel werd van de Children's Zone is Frontlijn actief met coaching en hulp voor gezinnen. Dat is een prima ontwikkeling.

Wat wij doen is hieronder beschreven in zes thema’s. We proberen vernieuwingen aan te laten sluiten bij onze visie. Onze daadkracht zit echt op het maximum, daarom leggen we ook zaken naast ons neer en aan sommige zaken doen we niet mee. De periode 2007-2010 is de periode van Kabell, zie E4 hieronder. In 2009 leerden we Frontlijn kennen, zie F5 hieronder. In de zomer van 2010 startte een geheel nieuwe periode, die van de VDA, een extra investering van ons team voor ouders en kinderen. Niemand weet hoe lang deze periode gaat duren, maar we zijn nog steeds VDA-school, al is de naam alweer veranderd in Beter Presteren en later weer in Leren Loont....(zie F1). En die naam geeft duidelijk aan welke tendens er is vanuit ministerie, Inspectie, Gemeente en Bestuur PCBO.

In 2012-2018 past de naam Children's Zone bij ons (zie F4) en VDA noemen we nu Leertijduitbreiding.

 

Succes en tegenslag

Er is heel erg veel gelukt en niet alleen voor de periode van de afgelopen dertig jaar, maar ook voor de toekomst. Kinderen groeien snel op en leren veel, de meesten komen prima terecht. Toch ervaren we veel pedagogische onkunde en stagnatie. We zien leerlingen cognitief of gedragsmatig zeer zwak binnenkomen soms, we werken eraan, we kijken ernaar en we kunnen helaas vaak al voorspellen dat een internaat of de gevangenis het vooruitzicht is. Maar ook zien we veel Akkerzaad goed gedijen.

 

Stagnatie ?

Stagnatie vond het meest plaats op terreinen waar we zelf de regie niet in handen hadden. De school moest te vaak, te veel en te hard de kar trekken. Vaak werden beslissingen genomen buiten onze competentie. Enkele oude koeien: 't  Molentje gaat een Voorschoolprogramma beginnen, steunpilaren vallen plotseling weg (de 4 I/D-banen zijn volledig wegbezuinigd), soms vallen er gaten door ziekte (de projectleider Onderwijskansenzone breekt zijn ribben) of soms heeft de andere instantie het druk met andere/belangrijker taken (de politie komt niet opdagen voor de lessen adoptieplan). Ook de afbraak van twee noodlokalen en het wachten op de ruimtes in het Millinxparkhuis zorgden voor stagnatie. De taallessen voor moeders kwamen stil te liggen en het lokaal ouderbetrokkenheid was een half jaar niet beschikbaar. Onderwijskansen gaf enorm veel vrijheid om als school in te zetten op punten die je belangrijk vindt. Andere maatregelen zijn daar moeilijk mee te rijmen. 

Begon de renovatie van onze wijk rond 1998 op de tekentafel, ook in 2017 worden nog steeds panden en straten in de steigers gezet en met veel stof en lawaai gerenoveerd en vervolgens te koop gezet. 

We zitten al jaren voor het kantelpunt, dachten we. Maar het kantelt niet.  We ervaren dagelijks de problematiek die is ontstaan nadat velen die het zich konden veroorloven onze buurt verlieten en anderen die van elders kwamen deze plaatsen innamen. Dit mechanisme blijft in stand en hoort bij de buurt. Zoals Eric Dullaert zegt: "Het zit in de DNA van deze buurt". Daarom hebben we er mee te dealen.

 

Tien Actiepunten van Onderwijs Rotterdam waar we achter staan:

De Gemeente heeft inmiddels weer nieuwe actiepunten, maar bovenstaande spreken ons het meest aan.

 

Wij monitoren zelf de in- en uitstroom van leerlingen en alle eindtoets-Cito-resultaten. Zie het overzicht bij mutaties. Leerlingen worden goed in hun ontwikkeling gevolgd en gestimuleerd. De resultaten van ons werk zijn verklaarbaar en zeker herkenbaar. Er is daarbij een wisselwerking tussen de groep en de leerkracht. Er zijn zeker sterke en zwakke groepen. Door het aantal mutaties gaat een klas er door de jaren heen steeds anders uitzien.

Het is goed om op te merken dat enkele thema's er positief uitspringen, we noemen hier zaken als gedrag, zelfstandigheid, aandacht voor taal en een sterke schoolorganisatie.
De directie heeft veel vertrouwen in de teamleden en acht het team capabel. De teamleden werken met enthousiasme, betrokkenheid en plezier op deze plek, zo blijkt uit de medewerkertevredenheidspeiling van mei 2010, van februari 2014 en van mei 2017.
Onze inspanningen vertalen zich niet direct in monitorresultaten. Er is vaak weinig causaal verband tussen hard en deskundig werken en Cito-resultaten. Opbrengst ≠ Kwaliteit !  Soms komt bijvoorbeeld een moeder  haar 4-jarig dochtertje inschrijven. Ze is zelf in Afrika opgegroeid en nooit naar school geweest. Haar handtekening onder de inschrijfkaart is een mooi kruis. Vader was overleden. Moeder is zwanger van haar nieuwe vriend. Dat is ons startniveau. Het gaat hierbij niet om een uitzondering. Het niveau van onze wijk is dramatisch laag in alle opzichten. Het is dan ook niet in kaart te brengen wat de mensen van onze school voor elkaar krijgen (niet te spreken nog over dagelijkse teleurstelling die ons evengoed hopeloos zou kunnen maken). Dhr. Van Domselaar, onderwijsinspecteur, zei na twee dagen bezoek in 2000:

"DAT WAS HET ! Hier gebeurt het !".  Meer woorden zijn niet nodig. Toen kon en durfde een inspecteur dat nog te zeggen.
Soms valt het resultaat van de toetsen ook wel wat tegen. We blijven volhouden en langzaam uitbouwen. Zo werken we elk jaar aan een stuk inhoudelijke vernieuwing. Onderwijskansen was inspannend, inspirerend en had effect voor alle geledingen in school. 

Lees eventueel de Column "Segregatie ?" van Stoffel Boot

 

3. Visie en missie van de school

 

Overgenomen uit ons SchoolPlan, versie 2016-2020:

 

3.1 De Missie van De Akker

Onze missie is het opvangen en onderwijzen van jongeren in een probleemwijk in Rotterdam-Zuid. We proberen de kinderen kansen te bieden en bescherming te geven. De Children’s Zone is gecreëerd uit noodzaak en moet de leerlingen een betere startpositie geven. Wij willen laten zien hoe je fijn kan leren en leven. Normen en waarden zijn daarbij vanzelfsprekend en we tonen in ons werk respect voor elkaar.

 

De missie-uitspraken van de school sluiten aan bij de Waarden die de Stichting PCBO heeft geformuleerd.

Deze waarden zijn in samenhang met de uitspraken op strategisch niveau te beschouwen als de leidende strategische principes van de stichting PCBO.

 

3.2 De Visie van De Akker

Als belangrijkste opbrengst van het hele OK proces (2002-2005) noemen we onze visie, die tijdens het eerste jaar naar boven is gehaald:

Dit is de visie die de 2de studiemiddag van 12 februari 2002 over Sociale competentie is opgesteld.

Dit zijn uitspraken waar we als team achter staan:

 

visie met betrekking tot omgangsstijl

Samengevat: slogan 1: respect en samenwerking

 

visie met betrekking tot ouders

Samengevat: slogan 2: ouders leren mee en doen mee

 

visie met betrekking tot de pedagogisch-didactische organisatie

Samengevat: slogan 3: Beter Presteren !

 

visie met betrekking tot de leerlingenpopulatie

Samengevat: slogan 4: passend onderwijs

 

visie met betrekking tot de leeromgeving

Samengevat: slogan 5: we maken een rijke leeromgeving 

 

visie met betrekking tot zelfstandigheid

Samengevat: slogan 6: ik kan het zelf !

 

 

Visie op de ontwikkeling van de sociale competenties van de kinderen van "De Akker"

"Onze school is een multiculturele samenleving in het klein. Op onze school zitten kinderen van verschillende herkomst en levensovertuigingen. Allen zijn welkom en wij willen alle kinderen warmte, veiligheid en zorg bieden, met aandacht voor elk kind als persoon.

We willen de kinderen daarbij leren om op een bewuste en verantwoorde manier met zichzelf en anderen om te gaan, zonder daarbij onderscheid te maken op grond van ras, afkomst, cultuur, sekse of levensovertuiging. Eigenheid mag, maar met aandacht en respect voor elkaar en voor de wereld om ons heen. Daarbij willen we uitgaan van wat ons onderling bindt, in plaats van waarin we verschillen. Zo streven we naar eenheid binnen de diversiteit.

Het op een bewuste en verantwoorde manier omgaan met jezelf en met anderen zien wij als een leerproces met vallen en opstaan, waarbij wij ervan uitgaan dat elke dag nieuwe kansen biedt.

Als leerkrachten zijn wij ons bewust van de invloed van ons eigen voorbeeldgedrag daarbij.

Wij streven ernaar de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen te bevorderen en te begeleiden in een kindvriendelijke leef- en leeromgeving die gekenmerkt wordt door wederzijds respect, vrijheid, veiligheid, hulpvaardigheid, eerlijkheid en vertrouwen.

Waar mensen met elkaar leven zijn afspraken nodig. Daarom hanteren we heldere regels en routines door de hele school: niet om kinderen aan banden te leggen, maar juist om een klimaat van veiligheid, vrijheid, ritme, rust en regelmaat schoolbreed te garanderen.

Onze regels dienen dat doel en we streven ernaar het aantal regels overzichtelijk te houden. We hechten er wel aan dat afspraken worden nagekomen, waarbij we ervan uitgaan dat kinderen fouten mogen maken om van te leren.

Wij zijn ervan overtuigd, dat kinderen pas tot ontwikkeling kunnen komen als het goed met hen gaat. Maar daar hebben wij niet alleen invloed op. Daarom hechten wij grote waarde aan de betrokkenheid van de ouders met de school. Alle ouders zijn welkom. Samen willen wij dat kinderen leren omgaan met zichzelf, met anderen en met de hun omringende wereld.

In de omgang met de ouders gelden geen andere principes dan voor de omgang met de kinderen en met elkaar: acceptatie, respect, duidelijkheid, eerlijkheid, betrouwbaarheid en vertrouwen."

Deze visie is, als deelaspect van onze visie op onderwijs in het algemeen, de drijfveer achter ons dagelijks handelen. Om hem waar te kunnen maken, hebben we hem vertaald in concrete doelen, afspraken en handelingen, die terug te vinden zijn in onze schoolgids en ons schoolplan.

We zijn met elkaar voortdurend in ontwikkeling en streven ernaar die ontwikkelingen met elkaar te delen en ieders aandeel erin op elkaar af te stemmen.

Net als voor de kinderen ervaren wij dit als een leerproces met vallen en opstaan, waarbij wij ervan uitgaan dat wie valt, mag rekenen op collega’s, die helpen met weer opstaan. 

(Vastgesteld in de teamvergadering van 14 juni 2005)

 

4. Actieplan Onderwijs

 

Positie volgens de Onderwijsinspectie

Kijk op www.owinsp.nl  voor de originele rapporten en voor meer schoolrapporten en een uitleg van de cijfers. CBS "de Akker" wordt door de inspectie beoordeeld met 3-en en 4-en (op de vierpuntenschaal), dus de school scoort voornamelijk GOED en UITSTEKEND.

Er is een nieuw Rapport Periodiek Kwaliteitsonderzoek 2015 uitgevoerd door de Inspectie op 17 februari 2015. De uitkomsten waren positief.

In mei 2007 bezocht de Inspectie de school in het kader van een onderzoek naar de Voorschool die ongeveer anderhalf jaar vorm wordt gegeven (zie hieronder thema A1). We werden ruim voldoende beoordeeld, ondanks de soms zeer problematische omstandigheden. We zijn daar zeer trots op.

De laatste tijd bereiken ons via het Bestuur PCBO berichten dat de Inspectie onze resultaten te mager vindt. We worden weer vergeleken met het landelijk gemiddelde, zonder dat er naar de input wordt gekeken. We hebben gevraagd of we in plaats het invullen van cijfertjes ook eens een gesprek kunnen hebben over deze zaken. In mei 2009 zegden wij toe graag mee te doen aan een pilot van de Inspectie waarbij gezocht wordt naar meer beoordelingscriteria dan alleen de output bij groep 8. Helaas kwam het hierbij niet verder dan een onduidelijk gesprek. We zien de resultaten zelf ook, de automatische gele of rode kaart van de Inspectie voegt daar weinig aan toe; een goede analyse van oorzaken misschien wél.

In de zomervakantie van 2010 werd een wet van kracht betreffende refentieniveaus. Jaap Roeleveld en Guuske Ledoux schrijven in Didaktief van oktober 2010 hoe dit voor ons soort scholen uitpakt en zo ook de segregatie nog vergroot. Jammer dat er steeds meer latten komen waar we eerst langs gelegd worden om er vervolgens mee geslagen te worden, zonder dat naar de situatie op de werkvloer gekeken wordt.

Wat we zelf analyserend waarnemen is dat we in de onderbouw groepen van 40 tot 60 leerlingen hebben van een bepaalde leeftijd en dat in groep 8 ongeveer 20 kinderen zitten waarvan er 6 à 7 bij ons begonnen zijn, de andere 13 à 14 zijn in de tussentijd halverwege ingestroomd; en juist de leerlingen die vertrekken zijn vaak de sterken die het meest geprofiteerd hebben van ons onderwijs. Veelal verhuist men de wijk uit wanneer de kinderen groter worden. Zoals een medewerker van Pact op Zuid het zei: "Het zit in de DNA van deze wijk dat nieuwkomers hier starten en dat wie kán vertrekken dat ook doet". Zie meer hierover in onze uitleg over de mutaties.

Wanneer het zo is dat deze wijk en daarmee deze school de genoemde specifieke functie heeft, kunnen we als school qua opbrengsten nooit vergeleken worden met een school in bijvoorbeeld Barendrecht. Dat is wél wat er nu gebeurt. Zonder vorm van proces volgt de veroordeling.

Wanneer we kijken naar de Eindtoetsresultaten van de afgelopen schooljaren hebben we niets te klagen en gaan we zelfs geloven dat onze aanpak leidt tot enorm goede resultaten.

 

Planmatig werken
Er waren in de periode 2005-2010 zes themagebieden waarbinnen door taakgroepen bewust werd gewerkt aan inhoudelijke verbetering. Deze gebieden worden hieronder genoemd. De taakgroepen zijn niet meer actief, maar op ieder gebied vindt verdieping en consolidatie plaats. Er wordt gewerkt aan borging.

Het voornaamste doel hierbij is het verbeteren van de onderwijsresultaten. Steeds werken we bij de beschrijving per thema vanuit het verleden in een korte samenvatting.

 

Zes themagroepen met hun onderverdeling op CBS “de Akker” die deze jaren geborgd worden:

 

A. De Voorschool:
     A1 Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE)
     A2  Ko-Totaal en Puk-Totaal

     A3  Groep NUL (6 groepen)


B. Ouderbetrokkenheid:
     B1 Ouderbetrokkenheid
     B2 De Ouderconsulente en de ouderkamer
     B3 Taal- en Inburgeringscursussen
 
C. Zorg:
     C1 Aansturing Zorg
     C2 Citotoetsen/leerlingvolgsysteem
     C3 Beleidsontwikkeling Sociale Competentie/SCOL
     C4 Schoolmaatschappelijk Werk
     C5 Dossiervorming
     C6 Handelingsplannen en Groepsplannen

     C7 Het terugdringen van het verzuim


D. Het primaire proces:
     D1 Veilig Leren Lezen (de nieuwe KIM-versie is in 2017 aaangeschaft)
     D2 Rekenen (Pluspunt nieuw in 2014)
     D3 Van Taalleesland naar Zin in Taal, spelling Taalleesland, Overal Tekst en Estafette, Kidsweek, enz.
     D4 De Grote Reis wordt Zaken
     D5 ICT

     D6 De organisatie van de school

     D7 Werken in vier arrangementen


E. Leerkrachtvaardigheden:
     E1 Cyclus Leerkrachtvaardigheden
     E2 Soms Intervisie en soms collegiale consultatie
     E3 Klassenassistentes/stagiaires

     E4 Kabell

     E5 Teach like a Champion


F. Samenwerking/Brede School:
     F1
Beter Presteren
     F2 Samenwerking met de Buurtorganisaties

     F3 Frontlijn

     F4 Children's Zone

 

      

A. De Voorschool

 

1. Subthema: Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE)
In te zetten middelen: de Voorschoolsubsidie
In juli 2002 gaven we aan te willen werken aan de Voorschool zoals beschreven is in het Landelijk Beleidskader GOA, ook de bouw van het Millinxparkhuis als voorziening speelde hierbij een rol. We hebben contact met peuterspeelzaal ’t Molentje van Stichting Charlois' Welzijn en werken aan de voorbereiding van verdere samenwerking en de verhuizing van de peuterspeelzaal naar het Millinxparkhuis. We kiezen ons eigen tempo.
In september 2003 is Charlois' Welzijn door de deelgemeente verleid om nu al een inhoudelijk traject te beginnen. We vinden dat jammer, want de omstandigheden zijn ongunstig en straks wordt het een hele toer om samen een keuze te maken voor een Voorschoolprogramma. Dit schooljaar verhuist 't Molentje van de portocabin op het schoolplein naar het nieuwe Millinxparkhuis en daar gaat naar onze inschatting veel tijd en energie in zitten.
In april 2004 zit 't Molentje in het Millinxparkhuis. Onze onderbouw is betrokken bij experimenten met het programma "SamBa" waar de peuterspeelzaal vorig jaar mee begon. Er is al een groep ouders die voorlichtingsmiddagen bezoekt. Het is wachten op beslissingen aangaande SamBa en de Voorschool.
In september 2004 wordt SamBa afgeblazen en zijn we Voorschool geworden. Er is voorlichting gegeven over BasisGoed, Ko-Totaal, Pyramide en Kaleidoscoop. We willen in 2004-2005 samen met ’t Molentje officieel een Voorschool worden en streven ernaar dat minstens de helft van de kleuters straks aan VVE heeft meegedaan; we blijven programmagericht werken aan het verbeteren van de startcondities, met gestructureerd materiaal.

Tijdens dit schooljaar volgt het Voorschoolteam van 20 "leidsters" de Voorschoolcursus van De Meeuw. In oktober 2005 draait de Voorschool 't Molentje-de Akker op volle toeren. Ko-Totaal werd dus ons program (zie A2).

Ko en Puk worden de bekendste Akkerbewoners. Regelmatig komt een clubje Molentje-kids bij ons op bezoek om te wennen. Kinderen zijn snel gewend in groep A en doen goed mee en zijn taalvaardiger dan de starters van enkele jaren geleden!
In 2006 staat de Voorschool als een huis en de 10 studiedagen zijn achter de rug. 't Molentje heeft een tweede locatie in onze school gekregen om zo de wachtlijst weg te kunnen werken. Er vindt verfijning en verdieping plaats. Het is een feest om de kleuters bezig te zien.
In juli 2007 draait de Voorschool op “de Akker” en is er doorstroom van kinderen die het traject Voorschool daadwerkelijk afmaken. Kinderen komen niet meer met twee jaar achterstand binnen, al blijft er een flink aantal uitzonderingen op deze regel. Het mag als een groot winstpunt van de Voorschool genoemd worden dat we in september 2007 afstappen van de ene wengroep en na jaren weer overgaan tot het toelaten van nieuwkomers in alle drie de groepen 1, omdat we zien dat de kinderen dit aankunnen en minder apart opgevangen hoeven te worden (met als voordeel dat er minder doorgeschoven hoeft te worden lopende het schooljaar).

In juli 2009 zien we hetzelfde beeld. Opvallend is dat het contact binnen de Voorschool intensiever wordt en dat we daardoor meer zien hoe groot de problematiek bij deze jongste kinderen is. Dat ziet de overheid ook, sinds 2008 zijn er uren maatschappelijk werk ingezet bij Mieke. Onze IB-ster onderbouw onderhoudt nauw contact met de peuterspeelzaal, ook is er een wijkpedagoog die vanuit Charlois' Welzijn ondersteunt en werkt aan het pedagogisch niveau, er zijn 4 lunches per jaar met alle Voorschoolmedewerkers, de themadozen raken steeds verder gevuld.  Er blijft zorg naar de toekomst, want ouders weten in vier jaar veel te verknallen.

In oktober 2010 is de wijkpedagoog weer wegbezuinigd; dit is een voorbeeld van het paniekvoetbal dat lagere overheden spelen. Het liefst zien we de Voorschool helemaal onder de verantwoordelijkheid van de basisschool, met alle losse zaken gewoon opgenomen in de reguliere structuren. Het is moeilijk uit te leggen welke opeenstapeling van problemen we in de onderbouw aantreffen, zowel cognitief als pedagogisch.

In oktober 2011 wordt er steeds vaker gesproken over "de groep NUL" die nog intensiever dan de Voorschool is. De Stichting Charlois' Welzijn gaat bijna failliet. Het is te verwachten dat hier een nieuwe opdracht naar de school komt. De peuterleidsters volgen een intensieve taalcursus, een goede zaak.

Lees verder bij A3 voor het vervolg.

 

Een overzichtje van de instroom vanuit de peuterspeelzaal naar de basisschool:
2001-2002    93 lln totaal ingestroomd, hiervan 59 kleuters waarvan 9 van ’t Molentje, dat is 15 %
2002-2003    54 lln totaal ingestroomd, hiervan 33 kleuters waarvan 6 van ’t Molentje, dat is 18 %
2003-2004  106 lln totaal ingestroomd, hiervan 51 kleuters waarvan 11 van ’t Molentje, dat is bijna 22 %
2004-2005    85 lln totaal ingestroomd, hiervan 53 kleuters waarvan 16 van 't Molentje, dat is bijna 31 %
2005-2006    82 lln totaal ingestroomd, hiervan 70 kleuters waarvan 20 van 't Molentje, dat is bijna 29 %

                      15 kleuters kwamen vanaf huis, 24 van andere scholen, 3 van 't Wieltje en 8 van andere peuterspeelzalen

2006-2007    89 lln totaal ingestroomd, hiervan 53 kleuters waarvan 28 van 't Molentje, dat is 53 %

                         8 kleuters kwamen vanaf huis, 14 van andere peuterspeelzalen en 3 via Schiphol

2007-2008    78 lln totaal ingestroomd, hiervan 52 kleuters waarvan 28 van 't Molentje, dat is 54 %

                         8 kleuters kwamen vanaf huis, 16 van andere peuterspeelzalen (15 van de nieuwkomers vertrokken inmiddels)
                       We streven naar 50 % instroom vanaf 't Molentje en dat is de afgelopen twee schooljaren prachtig bereikt.

2008-2009   68 lln totaal ingestroomd, hiervan 36 kleuters (onderinstromers), waarvan 22 van 't Molentje (61%), 10 van andere peuterspeelzalen, 4 van huis en 0 via Schiphol.

2009-2010   57 lln totaal ingestroomd, hiervan 53 kleuters (onderinstromers), waarvan 11 van 't Molentje (21%), 1 van een andere peuterspeelzaal, 1 van huis,

                      13 van een kinderdagverblijf, 13 van een andere Basisschool (onderbouw), 3 via Schiphol en van 11 leerlingen konden we dit niet achterhalen.

                       We zien dat de instroom vanuit 't Molentje een flinke dip kent.

2010-2011   71 lln totaal ingestroomd, hiervan 34 kleuters (onderinstromers) waarvan 16 van 't Molentje (47%), 10 van diverse kinderdagverblijven, 4 van een andere basisschool en 8 van huis.

2011-2012  93 lln totaal ingestroomd, hiervan 50 nieuwe kleuters (groep 1 en 2), van deze groep waren er 43 onderinstromers, hiervan kwamen er 23 van 't Molentje (53%),

                     12 van een kinderdagverblijf (5 van Catalpa) en 8 van huis; 7 kleuters kwamen van een andere basisschool.
2012-2013
101 lln totaal ingestroomd, hiervan 53 nieuwe kleuters (groep 1 en 2), van deze groep kwamen er 24 van peuterspeelzaal 't Molentje, 10 van groep NUL De Akker,

                        3 van groep NUL Millinxparkhuis, 8 van een kinderdagverblijf (1 van Catalpa), 5 van huis, 2 uit het buitenland en 1 van een andere Voorschool.

2013-2014   91 lln totaal ingestroomd, hiervan 73 nieuwe kleuters (groep 1 en 2), van deze kleuters kwamen er 26 uit onze eigen 0-groepen, 2 van kinderdagverblijf Catalpa, 10 van huis,

                        7 uit het buitenland en 10 van een andere peuterspeelzaal en 18 van een andere basisschool.

 2014-2015   72 lln totaal ingestroomd, hiervan 56 nieuwe kleuters (groep 1 en 2), van deze kleuters kwamen er 27 uit onze eigen 0-groepen, 2 van kinderdagverblijf Catalpa, 1 van kinderdagverblijf Kiddoozz,

                        4 van andere kinderdagverblijven, 6 van huis, 1 uit het buitenland en 15 van een andere basisschool.

 2015-2016   98 lln totaal ingestroomd, hiervan 81 nieuwe kleuters (groep 1 en 2), van deze kleuters kwamen er 49 uit onze eigen 0-groepen, geen een van kinderdagverblijf Catalpa, of van kinderdagverblijf

                         Kiddoozz, 8 van andere kinderdagverblijven, 16 van huis, 2 uit het buitenland en 6 van een andere basisschool.

 2016-2017   66 lln totaal ingestroomd, hiervan 50 nieuwe kleuters (groep 1 en 2), van deze kleuters kwamen er 29 uit onze eigen 0-groepen, 2 van kinderdagverblijf Catalpa of van kinderdagverblijf Kiddoozz,

                        4 van andere kinderdagverblijven, 9 van huis, 4 uit het buitenland en 2 van een andere basisschool.

 

A2 Subthema: Ko-Totaal
In oktober 2005 wordt Ko-Totaal ingevoerd en leggen we Taalplan Kleuters terzijde. De multimediale basisschool draait op de computers. Taal is opgenomen in het toetsschema. Onze wens is een betere taalvaardigheid bij de leerlingen in groep 3, zodat ze het programma Veilig Lezen Lezen goed kunnen oppikken.
In september 2006 is Ko-Totaal ingevoerd en het wordt uitgevoerd.

In juli 2007 is Ko-Totaal aangevuld met zes Ambrasoftthema's op de computer. De resultaten zijn goed, maar als alles langer draait, kan het waarschijnlijk nog beter.

In juli 2009 draait Ko-totaal prima, onze IB-er geeft intern scholing aan het Voorschoolteam om iedereen scherp te houden en om nieuwe leerkrachten wegwijs te maken. Het zevende Ambra-thema draait. Het softwareprogramma De multimediale Basisschool is stukgelopen op Windows helaas. Er is het afgelopen jaar nog meer aandacht gekomen voor taal en geletterdheid. Tien jaar geleden was het stil in de aanvangsgroep, want de kleuters spraken elkaars taal niet en zeker geen Nederlands. Nu kletsen ze in de aanvangsgroepen de oren van je hoofd. Ziedaar de winst !

Vanaf 2010 wordt er veel aandacht besteed aan het woordenschatonderwijs en aan de leesvoorwaarden. Dit alles in het licht van Beter Presteren. In 2012 worden de thema's met veel materiaal en enthousiasme in de groepen gebracht, de kinderen vinden het heerlijk om zo te werken.

Remco Appel schoolt ons team in diverse sessies naar Spelend Leren.

 

A3 Subthema: Groepen NUL
Op 10 september 2012 startten twee groepen NUL. Ze zitten allebei vrijwel direct vol, zonder dat we daar moeite voor hoeven te doen. Een van onze juffen geeft er les als HBO-er, aangevuld met een MBO-er van de Stichting SVEOR (de opvolger van Charlois' Welzijn). Het ontbreekt ons niet aan daadkracht en na twee weken zien wij al resultaat bij de 2- en 3-jarigen. De groepen NUL passen in het beleid van de Gemeente en de aanpak van de Children's Zone. Wij onderschrijven deze aanpak, op school is een Plan van Aanpak en een uitgebreide folder aanwezig met de beschrijving.

Vanaf juni 2012 wachtten we op ruimte om meer peutergroepen te huisvesten, er is een lange wachtlijst; in maart 2013 is wordt gesproken over een ruimte in het Millinxparkhuis die eerst aangepast moet worden. Na de zomervakantie is de extra ruimte klaar en bij de start van het schooljaar 2013-2014 werken we met ZES NUL-groepen, met 3 HBO-ers, 3 MBO-ers. Een van onze beste mensen wordt er bouwcoördinator, we zien nog een reeks van uitdagingen. Onze IB-er, SMW-er en ouderconsulente zijn betrokken bij het proces. Het taalniveau en alles wat ermee samenhangt is dramatisch te noemen. Inmiddels heet de Welzijnsorganisatie waar we mee samenwerken Peuter & Co

In 2015 loopt dit prima, in 2016 volgt de zgn. Harmonisatie, geheel tegen onze zin en adviezen, lees mijn Pleidooi voor peuters

In 2017 draait groep NUL prima, met de nodige obstakels weliswaar. Het belangrijkste: een groep is geen groep door de dagdelenverdeling.

 

B. Ouderbetrokkenheid


Ons werk aan dit thema is gekoppeld aan onze visie-punten met betrekking tot ouders:
• we willen ouders motiveren en gelegenheid geven kennis te nemen van ons werken met hun kind
• we willen ouders kennis laten nemen van de normen en waarden die wij als (christelijke) school hanteren
• we willen ouders de mogelijkheid geven iets voor onze school te betekenen
• slogan 2: ouders leren mee én doen mee

Opdracht: Het vergroten van de ouderbetrokkenheid en van het onderwijsondersteunend gedrag van ouders

B1 Subthema: Ouderbetrokkenheid
Het beleid betreffende Ouderbetrokkenheid werd in het verleden aangestuurd door de Taakgroep Ouderbetrokkenheid die in 2002 van start ging (Onderwijskansentopic).

Na vijf jaar is het werk volledig overgegaan in de handen van onze twee Ouderconsulentes, in samenspraak met de directie.

De ene ouderconsulente werkte voornamelijk in de onderbouw, de andere voornamelijk voor groep 3 tot en met groep 8, maar zij werkten ook heel vaak samen.

Eind 2012 is een van de twee ontslagen vanwege het Gemeentebeleid. Ook in die tijd moest de ouderkamer worden opgeofferd ten bate van een klaslokaal.

 

We kennen de volgende oudercontacten:

  1. Breng- en haalcontacten

  2. De rapportenmiddag, drie keer per jaar 

  3. Ouders een morgen in de groep te gast, op hun verzoek of op uitnodiging

  4. Thuis-programma Ko-thuis voor ouders van groep 1 t/m 2 door onze ouderconsulente

  5. Huiswerkuitdeling aan ouders die daar belangstelling voor hebben in de ouderkamer

  6. Themabijeenkomsten voor ouders, ongeveer 7 maal per jaar

  7. Ouders helpen in de bibliotheek, elke woensdag

  8. Uitleen van speelleerspellen uit onze orthotheek

  9. Enkele ouders helpen bij feesten en uitstapjes 

  10. OverStap voor de leerlingen en ouders van groep 3 door onze ouderconsulente

  11. SchoolMaatschappelijk Werk voor maatschappelijke en pedagogische problemen 

  12. 3 schoolkranten en 40 nieuwsbrieven per jaar 

  13. Het doorverwijzen naar de Taallessen van Ooverbruggen voor een doelgroep ouders

  14. Aanmelding bij Frontlijn of Katrol

In 2011 zien we dat de ouders graag in de ouderkamer komen, de ouderbetrokkenheid neemt de laatste tijd langzamerhand toe. Bij bijeenkomsten over de VDA of BP of bij andere voorlichtingsbijeenkomsten kan het zijn dat er 5 ouders verschijnen, een andere keer zijn het er 50. Tijdens de feestelijke Kerstmaaltijd in 2010 en 2012 in de ouderkamer was het laatste het geval. De directeur vertelt ieder jaar het Kerstverhaal bij het digibord.

 

B2 De Oudersonsulente en de ouderkamer
Na een lange periode van werken met een buurtmoeder of assistente ouderbetrokkenheid, werkten we een lange periode met twee ouderconsulentes.

In september 2006 kreeg het nieuwe programma Ko-totaal al wat meer body. Veel ouders (moesten) werken of studeren en er was minder tijd voor de wekelijkse bijeenkomsten.  Ongeveer een kwart van de ouders deed toen mee. We zagen tegelijkertijd wel een veel grotere deelname aan de Voorschool en dat had positieve effecten. Ouders die kinderen op de Voorschool hadden, draaiden mee in het programma aldaar. Kwam een aantal jaren geleden nauwelijks een kind van de peuterspeelzaal bij ons binnen, in 2006 begint de toestroom vanuit ’t Molentje. Aantallen hiervan vindt u bij A1. Een ander deel van de kleuters kwam soms van andere peuterspeelzalen.

In 2007 waren de kernactiviteiten van de twee ouderconsulentes Ko-thuis en OverStap. Bij steeds meer ouderactiviteiten werden zij betrokken, bijvoorbeeld bij het verkopen van de portretfoto's, bij de voorlichting over de nieuwe BSO of bij de schoolreis van de peutergroep. Ook werd een kennismakingsbijeenkomst in bibliotheek Bloemhof georganiseerd waarna veel ouders zich aldaar inschreven. Tegenover de Inspectie verklaart een groep ouders "verslaafd te zijn aan school"; inderdaad zien wij de ouderkamer dagelijks gevuld met gezellige conversatie.

 

Jaarverslag 2016-2017 Ouderkamer (door Nürsel Türk)

 

In 2016-2017 zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:

 

Ko-totaal

We bieden in de ouderkamer het programma Ko-totaal voor de ouders van de kleuterbouw aan.

Aan Ko-totaal hebben 38 ouders meegedaan dit schooljaar.

Elke woensdagochtend kleuterouders voor IK & KO

Elke dinsdag- en donderdagmiddag een half uur aanwezig in de groepen 0 (op drie locaties)

Elke donderdag koffieochtend in s Gravendeel en een keer in de 3 weken overstap voor de ouders van groep 3

 

Speel-o-theek en bibliotheek

De ouders kunnen ook speelgoed en peuter- en kleuterboeken lenen uit de ouderkamer.

Boeken, puzzels, rekenspelletjes, ganzenbord, mens erger je niet, enz. gaan mee naar huis.

 

Thema-bijeenkomsten en activiteiten

 

26 september  Start van de cursusGoed, Beter, Best

4 oktober          CJG-bijeenkomst over het wennen van een jong kind in de peuter- en kleuterklas

26 oktober        SMW Marga in de ouderkamer

9 november      Voorlichting voor ouders over huiswerk maken in groep 4 en 5 (opkomst 13 ouders)

22 november    CJG thema "eten" (opkomst 15 ouders)

23 november    Deeg maken met ouders om kruidnootjes te bakken

30 november    Voorlichting ouders over huiswerk maken groep 3  (opkomst 5 ouders)

7 december      Voorlichting huiswerk groep 1 en 2

8 december      Voorlichting huiswerk peuters

14 december    De diëtiste van Lekker Fit! in de ouderkamer, thema "traktatie"

22 december    Kerstviering met ouders

17 januari          Thema CJG "loverboys"

18 januari          Onze SMW-er Marga in ouderkamer

1 februari           Diëtiste workshop "drinken"

22 februari        Thema "veiligheid in het verkeer" (opkomst 25 ouders)

7 maart              Adjunct Nicolet in de ouderkamer

11 april              CJG-bijeenkomst over puberende peuters

8 mei                 Voorlichting kinderclub (Cillershoek)

11 mei               Jacqueline van PCBO in de ouderkamer

23 mei               Vaderavond

24 mei               Sanakids over mondhygiëne

27 juni                Voorlichting over "Summer school"

 

Goed Beter Best

10 januari kwam Suzanne van Alsare vertellen over het nieuwe traject dat zou starten als er voldoende inschrijvingen waren. 15 moeders vonden dat interessant.

18 februari is Goed Beter Best van start gegaan en dat werd 3 dagdelen in de week gegeven, maandagochtend, dinsdagmiddag en donderdagochtend. 13 moeders hebben meegedaan.

11 april zijn we met de moeders die mee deden aan Goed Beter Best naar de bibliotheek gegaan.

 

De jaarlijkse Vaderavond

23 mei was weer net als elk jaar de beroemde vaderavond. Het was weer een groot succes 90 vaders en meer dan 100 kinderen hebben genoten van de activiteiten. Het is elk jaar weer leuk om te zien hoe de kinderen zich vermaken met hun vader. Soms kan je niet zien wie de vader en wie het kind is, omdat de vaders zelf ook ontzettend veel lol en plezier hebben.

 

Er zijn ook zaken die tussendoor door de ouderconsulente gedaan worden o.a. bijvoorbeeld leerlingen inschrijven als directie het druk heeft, vertalen voor de Turks sprekende ouders en rondleidingen geven aan belangstellenden.

 

We zien dat veel ouders werken of studeren en toch de programma's voor hun kind tussendoor, voor of na schooltijd komen omruilen in de ouderkamer. Een goed teken !

In de groepen 1, 2 en 3 doet meer dan de helft van de ouders mee met Ko-totaal of met OverStap !

Het is duidelijk te merken dat ouder ook willen dat hun kind Beter gaat Presteren.

De ouderconsulentes zullen zich in het schooljaar 2017-2018 richten op de volgende punten:

  1. Ouders zijn welkom in de school en maken deel uit van het dorp dat de school is. Ouders krijgen daardoor zelfvertrouwen en gaan natuurlijk om met de kinderen en de leerkrachten. Binnen grenzen zijn er verschillende manieren voor verschillende mensen.

  2. De ouders de kans geven een ouderraad op te richten.  Doel: 10 ouders beschouwen zichzelf als lid van onze ouderraad en komen tweemaandelijks bijeen. Ondanks onze inspanningen tot nu toe, is het nog niet zover gekomen.

  3. Ouders meenemen naar de kinderboerderij of het museum wanneer hun kind met de groep daarheen gaat, beide eenmaal per jaar. Doel: 50 ouders van de school gaan in totaal mee.

  4. Drie keer per schooljaar een ouderontbijt voor 25 ouders.

  5. Voorlichtingsbijeenkomsten organiseren over opvoedingsthema’s door deskundigen (GGD, e.d.) of met de themakoffers van De Meeuw, zoals hierboven beschreven.

  6. Een informatieavond aan het begin van het schooljaar.

  7. Een informatieochtend ook aan het begin van het schooljaar.

  8. 50% of méér deelname van alle moeders in groep 1 en 2 aan het Ko-thuisprogramma, idem voor OverStap.

  9. Nederlands als voertaal, zodat iedereen zich veilig kan voelen en dat anderstalige moeders hun dagelijkse oefening in onze taal behouden.

  10. Aandacht voor de moeders van de peutergroepen van de Voorschool en voor het programma Puk-thuis.

  11. Een bezoek aan bijvoorbeeld bibliotheek of dierentuin Blijdorp om de ouders te laten ervaren hoe een kind in zo'n situatie leert.

  12. Aan de ouders van groep 4 tot en met 8 eenvoudig huiswerk meegeven, bijvoorbeeld rekenbladen van Stenvert, en deze nakijken en bespreken.

  13. Een vaste inloopochtend per week voor ouders die daaraan mee willen doen

  14. De Speel-o-theek onder de aandacht brengen en wekelijks leerspelletjes uitlenen, speciale aandacht voor spelregels en omgaan met winnen en verliezen

  15. Het organiseren van een Vaderavond met een bijzonder accent, gericht op het samen doen van activiteiten van het kind met de vader.

Het is jammer dat één van onze ouderconsulentes per 31 december 2012 ontslagen is; gezien de omvang van onze oudergroep en het aantal nieuwkomers bij de kleuters en de zes peutergroepen, zou een tweede medewerkster ouderbetrokkenheid op haar plaats zijn.

 

B3. Subthema: Taal- en Inburgeringscursus
Al ongeveer sinds 1995 zijn er taallessen voor moeders gegeven in onze school, vanuit verschillende instanties.
Steeds andere organisaties ondersteunden ons en we werkten er mee samen. In de school, in het Millinxparkhuis, in het Vrouwenhuis of op een andere locatie waren er taal- of inburgeringscursussen. De behoefte is er nog bij vele ouders en wij verwijzen ze door naar de juiste loketten. Op school kunnen ouders hun vaardigheid oefenen in de ouderkamer. Vaak ontmoeten moeders daar de gesprekspartners die Nederlands spreken.

Sinds 2013 draait de cursus goed-beter-best en werken-aan-ouderbetrokkenheid van www.Alsare.nl in de ouderkamer. We hebben hierover regelmatig contact met de aanbieder Alsare.

 

 

C. Zorg

 

C1. Subthema: Aansturing Zorg
In 2002 heeft een taakgroep Zorg de hele Zorgstructuur van de school onder de loep genomen en er werd een Breed Overleg gestart. De taakgroep verrichtte uitstekend werk, zie het verslag in bijlage 7.3  en bijlage 9 van ons Schoolplan. Om het Zelfstandig Werken een extra aanzet te geven (al jaren onderdeel van ons schoolbeleid, zie bijlage 14 van ons SchoolPlan), is een serie nieuwe materialen aangeschaft. Er is sinds deze tijd een breed en gestructureerd overleg in de school. Er zijn handelingsplannen, het OKR kan worden ingevuld, de Cito-toetsen worden afgenomen.
In 2004 veranderde de naam Breed Overleg in Zorgoverleg. Binnen deze groep werden systematisch alle zorgleerlingen van de school doorgenomen en bijgehouden welke actie was ondernomen en welke was gewenst en wie daarvoor verantwoordelijk was.
In 2004 werd door de Taakgroep de keuze van een methode Sociale Competentie geleid en in 2005 werden workshops Regels en Afspraken (zie C3) voor het hele team geregeld, en onderwerpen als seksuele opvoeding op de agenda gezet en behandeld. De Taakgroep kwam structureel bijeen onder begeleiding van Herman Hoogenboezem (CED) als kritische vriend. De methode Sociale Competentie wordt sindsdien uitgevoerd in de groepen, te weten "Kinderen... en hun sociale talenten"
Sinds 2006 hangt de poster Regels & Af
spraken in elke klas, in de gangen, bij het overblijven en bij de huiswerkklas.
Voor het onderwerp seksuele opvoeding is een complete bibliotheek aan voorlichtingsboeken aangeschaft voor alle drie de bouwen.
Het Zorgoverleg is omgebouwd tot een echt Multidisciplinair Overleg zoals bedoeld door WSNS. Hierbij zijn de Begeleider Leerlingenzorg en de Schoolverpleegkundige aanwezig. De schoolmaatschappelijk werkster neemt sinds 2005 deel aan dit overleg.

In 2007 is er genoeg uitontwikkeld en gaan we werken aan de implementatie van e.e.a; zie ook E4.

Ook na 2009 draait het MDO prima. Zaken worden vlot ingebracht en op een spoor gezet. Deelnemers zijn meest 100% aanwezig. Opvallend is dat zeer veel kinderen op de lijsten staan en veel kinderen zelfs op verschillende. We maken af en toe een nieuw lijstje en schrikken daar zelf weer van. Zo zetten we de aanmeldingen bij WSNS op een rij en schrokken, we zetten daar de IQ's achter en waren verbijsterd. Wie kan een plaatje maken van de mensen die in deze wijk wonen en die onze school bezoeken ? We hebben tegen het bestuur gezegd dat van ons iedere leerling een toets mag maken om het beginniveau vast te stellen en vervolgens de leerwinst.


C2. Subthema: Citotoetsen/leerlingvolgsysteem

Sinds 2002 wordt de Cito-toetskalender volledig en worden alle toetsen afgenomen, de resultaten worden besproken in groepsbesprekingen tussen IB-er en leerkracht(en). Nieuw in 2002 is voor ons de Cito-toets “Taal voor kleuters” in de onderbouw. We namen de toetsen al jaren af, willen verbeteringen aanbrengen en beter diagnosticeren op individueel en groepsniveau. Om het proces van Onderwijskansen goed te kunnen monitoren is het noodzakelijk de leerwinst die onze school toevoegt in kaart te kunnen brengen. De overheid vraagt hier regelmatig om. In 2003 zijn er weer enkele vernieuwde Cito-toetsen aangeschaft en ingevoerd. We zijn ingeschreven bij de Toetsservice van de CED. Een offerte om een analyse te maken van alle oude resultaten die we hebben, overschreed ruim ons budget en onze wens op dit gebied hebben we laten varen. We volgen onze eigen toetskalender en die van de Toetsservice. Met de SCOL erbij wordt het beeld door de tijd vanzelf compleet. De langst ingeschreven leerling is nu Edson Soares uit groep 8 en zijn toetskalender is compleet vanaf groep 2.

In 2006 zien we tot onze schrik dat we een forse rekening krijgen voor de Toetsservice van de CED, terwijl we enkele jaren geleden nog een vette premie opstreken. Het onderwijs krijgt steeds meer rekeningen voorgeschoteld als gevolg van de marktwerking. De Toetskalender werkt goed.
In
2009 is de Toetsservice opgezegd vanwege de kosten en ook omdat het weinig toevoegt aan onze eigen analyses. Het Cito levert steeds nieuwe toetsen aan, dat kost de nodige inspanningen en het nodige geld. De resultaten zijn lastig te vergelijken met vorige versies en de resultaten vallen vaak tegen. Daar zijn zeker oorzaken voor aan te wijzen, deze gaan we hier niet herhalen.

Nu staan alle neuzen dezelfde kant op. We zien een grote verbetering van diverse resultaten. De eindtoets hoort daar in 2010 ook bij. We leren d.m.v. diverse workshops van ESIS - inmiddels webbased-  om zelf de resultaten onder de loep te nemen. We bespreken deze vrijwel dagelijks onderling, maandelijks met de IB-ers en twee maal per jaar met het hele team bij Groepshandelingsplanbespreking en Datamuurbijeenkomsten.


C3. Subthema: Beleidsontwikkeling Sociale Competentie / SCOL
In 2002-2004 is inzicht verkregen in wat Sociale Competentie is (visie De Meeuw). Leerlingen zullen gaan leren over te schakelen van thuiscodes naar schoolcodes en andersom. Leren wat je in welke situatie kan en mag doen. BSC is gericht op de vaardigheid van leerkrachten (zie E2) om dit te bewerkstellingen. Hiertoe beginnen we met het leren en toepassen van intervisie.
De SCOL is nog niet afgenomen in 2003, wel zijn leerling-profielen ingevuld voor het Kohnstamm-instituut en is er een terugrapportage op basis waarvan we in 2003-2004 de ingezette weg zullen vervolgen. In een bijlage van het SchoolPlan is dit proces uitvoerig beschreven.
In 2004 is de Taakgroep Zorg bezig voorstellen richting het team te formuleren aangaande een methode Sociale Competentie. De SCOL wordt rond de herfstvakantie voor het eerst ingevuld. De methode "Kinderen en hun Sociale Talenten" draait in 2005 voor het eerst 100% in alle groepen.
Alle aandacht voor Sociale Competentie, de workshops Regels en Afspraken met Frank Theunissen en de lijnen naar de Brede School, hebben een zeer positieve invloed op de sfeer en gang van zaken in school. Er zijn minder incidenten.

Wat willen we bereiken ?
Ik weet het
Ik kan het
Ik ben het
Ik wil het
In 2006 is dit thema deels afgerond. In onze schoolgids en op posters die in school hangen, staan onze schoolafspraken. In het wijkoverleg kunnen wij een duidelijke visie neerleggen die ook uitstraalt naar buitenschoolse activiteiten.
In 2009 voeren we onze afspraken nog steeds uit. Opvallend vaak hoor je leerkrachten zeggen dat leerlingen in de SC-les sociaal wenselijke antwoorden gemakkelijk produceren, maar in de alledaagse situaties het geleerde dan weer niet kunnen toepassen en zelfs soms grote moeite hebben met gedrag en respect voor elkaar.

In 2010 wordt een stappenplan ontwikkeld dat bekend is gemaakt in de school, bij verkeerd gedrag worden diverse stappen ondernomen, waarbij schorsing en verwijdering de laatste kunnen zijn. Natuurlijk blijven we leerlingen positief benaderen en meestal blijft het stappenplan in de kast. Het stappenplan staat op de server bij de Teaminformatie (N:\Gele Kaarten); in 2011 is er een systeem met gele kaarten aan gehangen om de externe lesgevers te ondersteunen.


C4. Subthema: SchoolMaatschappelijk Werk (schoolgebonden)
In de Onderwijskansenperiode (2002-2004) is de taak van de SMW-ster met inzet van OK-subsidie verdubbeld ! Vier dagen SMW per week bleek zeer noodzakelijk en functioneerde enkele jaren naar volle tevredenheid. De problematiek ten aanzien van gezinnen en opvoeding is in onze kleine wijk ongekend en onbeschrijfelijk. De SMW-ster ging vier maal per week de groepen langs en belde met verzuimgezinnen. We spraken ouders aan bij elke vorm van verzuim, er waren contacten met leerplicht  en met Jeugdzorg, AMK, Raad, enz. Er was deelname aan het buurtnetwerk. Er was tijd voor crisisgesprekken.. Idelet, onze SMW-ster zat in de taakgroep Zorg (de tweede taakgroep).
Deelname aan het buurtnetwerk is van grote betekenis, de meeste disciplines komen elkaar daar tegen en bespreken de strategie voor het oplossen of aanpakken van problemen. In het buurtnetwerk is ook het consultatiebureau vertegenwoordigd.
Toelichting september 2003: het bovenstaande geldt nog steeds, bovendien speelt de SMW-ster een sterke rol in de taakgroep Zorg en in het Zorgoverleg dat nu gestructureerd plaatsvindt.
Toelichting april 2004: Er is veel aandacht voor sociaal-emotionele problematiek en voor gedragsproblemen. Als school hebben we vaak constructief overleg met het Zorgnetwerk en met hulpverlenende instanties, dit mede door de vasthoudende en doortastende houding van onze SchoolMaatschappelijk Werkster. Zij heeft veel pos-gesprekken (pos=problematische opvoedingssituatie) en is de spin in een zorgnetwerk rondom de school, naar wij menen een van de weinige dat goed functioneert in Rotterdam.
In 2005 is de SMW-ster die in 2004 begon alweer vervangen door een andere (Mieke). In de inwerkperiode bleek bij het inventariseren dat 100 van onze 240 leerlingen zorgleerlingen zijn. In overleg met de buurt en de gebruikers van het parkhuis praten we over BSC (zie thema C3 en E2) en over het geven en zoeken van zorg. Het is iedere dag weer schrikken en slikken.

In 2007 constateren we dat de problematiek niet afneemt , al verwachten beleidsmakers dit wel nu er tientallen miljoenen in de wijk geïnvesteerd zijn. We nemen kennis van "Ieder kind wint in Rotterdam" en herkennen veel van wat daarin beschreven en gewenst wordt. Wat ons betreft kunnen we doorpakken op dit gebied. Het Maasmeisje zat in 1998 een maand op onze school.

Ook in 2009 blijft onze zorg groot. We deden dit jaar mee aan het organiseren van een "Vriendenproject". Ook hier bleek hoe ingewikkeld het is een doorgaande lijn te creëren en hoe snel kinderen "er geen zin meer in hebben".

In 2010 is het vriendenproject omgezet in Rots en Water dat nu door onze eigen mensen wordt uitgevoerd binnen het VDA. Onze Maatschappelijk Werkster, maar ook de IB-ers en de directie worden overspoeld met diverse vormen van extreme problematiek. Mieke toont hierbij een groot overzicht, brengt alles via RegiPro in kaart en onderneemt op zeer professionele manier allerlei stappen naar leerkrachten, ouders en instanties. Ook meldt zij regelmatig in het SISA-systeem. In 2011 gaan we verder op de ingeslagen weg. Per 2012 zal het Buurtnetwerk worden opgeheven en zullen de problemen opgepikt worden bij het CJG en bij Frontlijn.


C5. Subthema: Dossiervorming
We hebben in 2002-2004 alle dossiers nagelopen en opnieuw ingedeeld, iedere leerkracht nam kennis van de dossiers van zijn/haar kinderen
In 2004 bevatten de dossiers van leerlingen -die zijn opgeslagen in een kluis in het kantoor- alle relevante informatie en ze zijn ordelijk samengesteld. Het is de verwachting dat iedereen straks in ESIS kan en dan wordt het digitaal dossier tijdens de schoolloopbaan ingevuld.
In 2010 draait ESIS inmiddels webbased, diverse workshops zijn gevolgd. Stap voor stap krijgen leerkrachten een account. Ze leren de absentielijsten digitaal aan te leveren en ook de toetsresultaten van hun groep te analyseren. Het was een enorme omslag met erg veel werk om onze ingewikkelde populatie op een goede manier in de database te krijgen, zodat ook BRON
(later DUO) daar in toenemende mate mee kon instemmen. Onze secretaresse heeft zich hier vele uren doortastend mee beziggehouden. De dossiers zijn op orde, elke groep heeft een toetsmap met resultaten en met groepsbesprekingsverslagen en groepsplannen.


C6. Subthema: Handelingsplannen en Groepsdocumenten
In 2000 heeft de inspectie al geconstateerd dat de extra hulp wel gegeven wordt, maar dat de plannen niet of onvoldoende beschikbaar zijn.

In 2002-2004 entameert de taakgroep Zorg dat er meer en betere handelingsplannen komen in de gevallen waarbij een leerling extra hulp krijgt in of buiten de groep.
In 2003 zijn we zeer duidelijk op weg met dit onderwerp. In het team oefenen we regelmatig om handelingsplannen te maken én te gebruiken.

In 2007 lukt het steeds beter te werken met handelingsplannen (kort en efficiënt).
In 2009 zijn Handelingsplannen gemeengoed geworden, door Kabell zijn we nu meest bezig met groepsdocumenten en groepsplannen.

In 2010 zijn Handelingsplannen de basis van ons werk. Veel werk...Zelden heeft een leerling nog een individueel handelingsplan, We hebben geleerd in drie niveaugroepen te werken: talentarrangement, basisarrangement en zorgarrangement..

In 2012 werken we met Groepshandelingsplannen. Iedere leerkracht maakt deze 2x per jaar.
Voor de groepen 3 t/m 8 wordt het GHP gemaakt voor de vakken technisch lezen, spelling, rekenen, begrijpend lezen en woordenschat.
Voor de kleutergroepen wordt het GHP gemaakt voor woordenschat, voorbereidend lezen en voorbereidend rekenen.
Het GHP wordt gemaakt n.a.v. de CITO-toetsen in februari en in juli. Het GHP in juli wordt gemaakt voor de volgende groep en dient tevens de overdracht.
Tussentijds, in november en in maart wordt het GHP bijgesteld n.a.v. methodegebonden toetsen.
De leerkracht stuurt het GHP naar de IB-er, waarna IB en leerkracht het samen bespreken.
In het GHP staan de diverse arrangementen en op basis van welke CITO-score aan een leerling een arrangement wordt toegekend. Zie D7

De streefscore voor de volgende CITO-toets staat vermeld, vastgesteld door de leerkracht, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de landelijk gemiddelde score. Afwijkingen naar beneden worden beredeneerd.
De leerkracht analyseert de toetsresultaten van zijn groep, zowel bij de methodegebonden toetsen als bij de CITO-toetsen. Bij de CITO-toetsen worden de resultaten van de individuele leerlingen in historisch perspectief geplaatst; bovendien wordt gebruik gemaakt van de trendananalyse en dwarsdoorsnede uit ESIS. De leerkracht bespreekt de analyse met de IB-er.
2x per jaar worden de CITO-toetsresultaten van alle groepen voor alle vakken aan het hele team gepresenteerd in een zgn toetsmuur en wordt gekeken of minimaal de streefscore en het landelijk gemiddelde behaald is.
Groepsdocument
2x per jaar, in november en mei vult iedere leerkracht het groepsdocument van Kabell in. Het groepsdocument wordt besproken met de IB-er

C7. Subthema: Het terugdringen van het verzuim
De aanpak van het ongeoorloofd verzuim via leerplicht en justitie gaan we proberen aan te pakken; voorkomen van vroegtijdige schooluitval.
In 2004 constateren we dat het schoolverzuim geweldig is aangepakt en dat het lukt om het terug te dringen.
De afwezigheid van leerlingen is een grote oorzaak van het oplopen van achterstanden. Daarom is er ook een heel systeem neergezet op het te-laat-komen van leerlingen (kaartsysteem ''te laat'' + absentenlijsten met gele en rode kaarten + gesprekken en sancties). 

De verzuimcijfers (het betreft dagdelen ongeoorloofd schoolverzuim, zoals gemeld aan het Cfi):

 

schooljaar

jongens

meisjes

 aantallen worden jaarlijks doorgegeven aan het Cfi bij de oktobertelling

1997-1998

514

398

 

1998-1999

467

249

 

1999-2000

369

355

 

2000-2001

784

426

► aanleiding voor extra aandacht

2001-2002

1067

1061

► hogere aantallen door betere registratie

2002-2003

909

1187

► het probleem is hardnekkig

2003-2004

372

360

► er is resultaat, maar actie kan niet worden voortgezet

2004-2005

411

431

► er is resultaat, onze IB-er onderbouw is erg actief op het gebied van de preventie schooluitval.

2005-2006

578

711

► een flinke stijging, ondanks de constante aandacht

2006-2007

752

689

► de zorg blijft

2007-2008

360

497

► de zorg blijft, maar er is duidelijk verbetering

2008-2009

462

472

► de zorg blijft

2009-2010

661

1039

► de zorg blijft zeker

2010-2011

1465

1612

► de zorg blijft zeker

2011-2012

1297

1101

► verbetering, maar de zorg blijft zeker

2012-2013

1297

1101

► verbetering, maar de zorg blijft zeker

schooljaar

geoorloofd

ongeoorloofd

ziek

 

 2012-2013

748

4063

3549

► de zorg blijft zeker

2013-2014

649

3459

3399

► de zorg blijft zeker


In 2006 is het verzuim een terugkerend probleem. Niet overweldigend, maar wel irritant. Je maakt handelingsplannen, je bereid je extra's voor en twee keer per week is de stoel zomaar leeg...We mochten verantwoording afleggen bij Leerplicht vanwege onze plaats in de Rotterdamse top-5. Er was een goed gesprek en we werkten mee aan een filmpje voor de regionale TV in het kader van "Aanpakken". ( zie Aflevering 50, "Op tijd naar school"). Ook het te laat komen en het eerder op vakantie gaan, werkt contraproductief. Het heeft onze aandacht, er is wekelijks contact met Leerplicht.

Ook in 2009 en daarna houden we vol en blijven we melden. Hier en daar is wel verbetering te zien, iets minder gezinnen gingen eerder op vakantie. Een probleem wat we nu waarnemen, is dat van kinderen die zo vaak ziek gemeld worden, dat ze vanzelf probleemleerling worden.

Leerplicht Rotterdam geeft aan dat de regels gevolgd moeten worden en komt met een A4 vol met deze regels. Aan de oorzaken wordt weinig aandacht besteed. Zo zitten wij klem tussen ouders die niet willen of kunnen en ambtenaren met een opdracht. In 2011 komt er weer een aanvalsplan op ons af. De brief van de wethouder (Hugo de Jonge) is streng en ademt weinig inspiratie.

 

D. Het primaire proces voor Leerlingen (groep 3 t/m 8)

 

D1. Subthema: Veilig Leren Lezen
In 2002 gingen we ons oriënteren op het woordenschatonderwijs in groep 3; de Taaltrampoline en De Grote Reis naast elkaar bleek niet haalbaar. Marianne Kostermans ging samen met de leerlkrachten van groep 3 en de IB-er kijken wat haalbaar is, zodat er duidelijkheid komt over het aanbod woordenschat. In 2003 is het woordenschataanbod compleet gedestilleerd. Samen met een CED-programma dat toegesneden is op Maan-roos-vis, en de combinatie van De Grote Reis na Kerst is een intensief lees- en woordenschatprogramma gemaakt. De AVI-resultaten waren dat jaar zeer goed. Het aanvangsniveau in groep 4 is goed. Ondanks 50% leerlingenmutaties in één van de twee groepen.  We willen in 2004 dat de leerlingen Cito-C scoren op de DMT-toets, uiteindelijk zijn de resultaten zeer hoopgevend; AVI-2 wordt gehanteerd als minimumeis naar alle partijen voor de overgang naar groep 3.  Ook nu weer veel mutaties in deze groepen.
In september 2006 wordt de nieuwe Veilig Leren Lezen ingevoerd. In groep 2 en 3 is veel aandacht voor het leesproces. Speciaal aan de “onderkant” houden we de resultaten in de gaten. Voorheen haalden we veel hoge AVI-niveaus aan het eind van groep 3 (2004 bijvoorbeeld 8 x niveau 5, 3 x niveau 6 en 1 x niveau 7; in 2005 zelfs 2 maal niveau 8)
We hebben veel aandacht besteed aan de uitvallers.
In 2001 scoorden 9 leerlingen aan het eind van groep 3 AVI-niveau-nul. In 2006 scoorden iedere leerling hoger en hanteren we een grens van AVI-niveau-2 naar groep 4. Dit om in groep 4 goed verder te kunnen met Zelfstandig Werken, Taalleesland en De Grote Reis. Deze verhoging van het lage niveau is een grotere prestatie dan alle hoge niveaus bereiken met leerlingen die het toch wel kunnen. Hierbij is ruim Remedial Teaching ingezet !

Toelichting juli 2007: de nieuwe Veilig Leren Lezen is een monster aan werk voor de leerkrachten, maar een feest voor de kinderen en het Leren Lezen wordt met groot enthousiasme uitgevoerd (behalve door de ouders, zie B2). De resultaten zijn goed te noemen al komen ieder jaar weer een aantal SBO-kinderen of zittenblijvers bovendrijven bij dit proces.

Toelichting november 2010: veel goed nieuws uit groep 3. Vaak zien we een sterke en een zwakke groep. De leerkrachten zijn onverminderd enthousiast en verrichten weer het wonder van het Leren Lezen.

In 2011 gaat de nieuwe VLL zijn zesde jaar in. Leerkrachten werken er graag mee en boeken ook wel resultaat. De Leerkrachtassistent van VLL op het nieuwe digitale schoolbord (sinds maart 2009) is een geweldig instrument. Ook nu weer een aantal mutaties, zittenblijvers en WSNS-aanmeldingen !


D2. Subthema: Rekenen (Pluspunt nieuw in 2014)
Wat gaan we doen in 2002-2004: werken met de complete nieuwe rekenmethode en de software voor groep 3, 7 en 8
Ingezette middelen: gelden modernisering onderwijsmethoden voor de aanschaf van alle materialen
De nieuwe methode kost veel energie van leerkrachten. Een aantal malen zullen we met het team bespreken welke zaken aandacht verdienen. De €uro is in de nieuwe methode verwerkt.
Toelichting september 2003: de nieuwe methode is prima ontvangen en er waren nauwelijks aanpassingsproblemen. Ook hier consolideren. Wat willen we bereiken in 2004: We willen streven naar Cito-C op de
toetsen Rekenen&Wiskunde.
Toelichting juli 2007: rekenen is een belangrijk vakgebied en er wordt keihard in gewerkt. Het computerprogramma Ambrasoft wordt succesvol ingezet in enkele groepen.
Toelichting eind 2011 en 2012: de situatie is stabiel. In de kleuterbouw is de cursus "Spelend Rekenen" in 2013 gevolgd en werken we met de thema's uit het gelijknamige boek. Er zijn vele prachtige poppen gemaakt om het voorbereidend rekenonderwijs vorm te geven. De poppen zitten in dozen met daarbij alle materialen per thema.

In oktober 2013 gaan we nadenken over de aanschaf van alweer een nieuwe Rekenmethode, omdat deze beter is in het bedienen van onze drie arrangementen.

Een commissie leidt de keuze van het team en in september 2014 begint de invoering van Pluspunt, o.a. met de materialen van Julie Menne, bij wie 5 collega's de cursus "Met sprongen vooruit" gevolgd hebben. Inmiddels is onze Rekenspecialist bijna klaar met haar opleiding; zij ondersteunt het team bij de invoering en bij het maken van analyses en keuzes qua aanbod.


D3. Subthema: VanTaalLeesLand  naar Zin in Taal, spelling Taalleesland, Overal Tekst en Estafette, Kidsweek, enz
In 2002 is de methode Taalleesland totaal ingevoerd in groep 4 tot en met 8. Dat wil nog niet zeggen dat de methode geïmplementeerd is. Er blijft aandacht voor continuïteit. Langzamerhand raken we er na een paar jaar gewend aan het enorm intensieve programma. We kopen vanuit onderwijskansengeld deskundigheidsoverleg in bij het CED in de persoon van Marianne Kostermans. Zij geeft ondersteuning en knelpunten worden besproken en opgelost.

In 2006 wordt in het kader van Taal een aantal prentenboeken aangeschaft voor de onderbouw en ook een serie DVD’s “Ooggetuigen”. Deze DVD's worden uitgeleend vanuit de schoolbibliotheek.
In 2009 bemerken we dat Taalleesland zeker zijn langste tijd wel gehad heeft (er wordt nog volop over "guldens" en andere oude munten verteld) en dat we toe zijn aan vernieuwing. We gaan kijken
welke methode het best bij onze manier van werken past. In het schooljaar 2010-2011 werken we met Zin in Taal (taalmethode), de nieuwe Spelling van Taalleesland en  Overal Tekst (begrijpend leesmethode). Deze methodes zijn door een werkgroep gekozen en worden ingevoerd onder begeleiding van de CED (Alette Schoenmaker). Hierbij ligt het accent op Woordenschat, ook in de onderbouw.

In 2011 wordt de methode Estafette, gericht op technisch lezen, aan het drietal methodes toegevoegd. Van alle methodes wordt de software gebruikt.

In 2012-2013 wordt gewerkt aan Woordenschatuitbreiding en het aanleren van strategieën Begrijpend Lezen. Onze Taalspecialist voltooit haar opleiding in 2014 en ondersteunt haar collega's met adviezen en keuzes.


D4. Subthema: de Grote Reis
In 2002 vindt de invoering plaats van De Grote Reis (wereldoriëntatie) in groep 7; De Grote Reis is de voorgaande jaren ingevoerd in groep 3 t/m 6, met begeleiding van de CED (Ernst Keijsers).
Er vindt een aanschaf plaats van aardrijkskundige kaarten en globes, zoals bedoeld door de methode à € 3500,-
In 2004 blijkt de ondersteuning zeer waardevol, klassenconsultaties en verhelderende themabijeenkomsten zijn gehouden. Ernst komt een aantal keren in de bouw en enkele klassenobservaties uitvoeren, om daar bij te sturen waar dat nodig is. Iedereen is redelijk enthousiast, al is de weelderige methode wel enorm in contrast met het gebrek aan wereldoriëntatie-bagage van de leerlingen.
In 2010: hier en daar wordt De Grote Reis aangepast, zodat de thema's beter passen bij andere vakgebieden, zo is de wereldoriëntatie in groep 3 aangepast aan de VLL-thema's. De kaarten waar we hierboven over spraken, verdwijnen uit de klassen, omdat ze op het digibord via Internet getoond kunnen worden.


D5. Subthema: ICT
In de periode 2002-2004 kwam er een professionele beheerder, dhr Khoa Truong,  die het netwerk uitbreidde en technisch perfectioneerde.
De eerste teamleden haalden hun Digitaal Rijbewijs Onderwijs na een cursus door een van onze eigen teamleden aan ongeveer 15 anderen.
Er komt nieuwe software. Leerlingen leren steeds beter omgaan met de computer en de computer wordt een volwaardig hulpmiddel.
Het netwerk functioneert goed en het ICT-plan is in uitvoering
In 2003 wordt het netwerk uitstekend beheerd, de teamcursus heeft een jaar gedraaid, er zijn vele certificaten behaald, de computer als communicatiemiddel doet opgang. De ICT-werkgroep gaat het werken in de klas, door de leerlingen, bespreekbaar maken.

In 2004 verlopen veel zaken digitaal, communicatie gaat snel, iedereen kan in ESIS de scores van leerlingen opzoeken en raadplegen, enz. Minimaal één digitaal taalondersteuningsprogramma draait per groep, en ook minimaal één rekenprogramma. De werkgroep ICT heeft begin april een nieuw beleidsplan vastgesteld, met aandacht voor concreet computergebruik en ontwikkelingsmogelijkheden. Er wordt voor het tweede jaar een teamcursus computergebruik gegeven door een betrokken leerkracht.
In oktober 2004 wordt door de DSO beslist over het aangevraagde E-centrum.
In 2005 draait het E-centrum (zie B4) en in school wordt nog steeds naar verbetering gezocht. Alle stoelen en tafels zijn aangepast! Diverse leerkrachten volgen een cursus of zijn er vorig jaar voor geslaagd, zo wordt het werken met de computer op een inktvlekwijze verspreid. Wanneer de server van de school eens "plat" ligt, is er sprake van een lichte paniek en dat geeft het belang duidelijk aan.
In 2006 maakt de techniek het mogelijk contact te hebben met velen over de hele aardbol. Er zijn adaptieve computerprogramma’s die op tutor-wijze leerlingen helpen vele vaardigheden onder de knie te krijgen. Leerkrachten weten de weg en kunnen ondersteunen.

Juli 2007: de meeste informatie gaat via mail en sites, in alle groepen zitten leerlingen achter programma's. De afstemming en inhoud hiervan behoeft aandacht, maar het leren achter de computer gaat meer via trial en error en afkijken en meedoen dan via een strak programma. 

Modernisering gaat steeds met 4 á 5 nieuwe PC's tegelijk die meestal oude stations vervangen.

In 2009 zijn er drie digitale borden gekomen waarmee in de groepen 3 en groep 8 gewerkt wordt. De leerkrachten zijn hiermee enthousiast aan de slag gegaan. De leerlingen van groep 6 kregen een digitale online training met het programma AaBeeCee, dat via de site van de school ook thuis uit te voeren is.

In december 2010 heeft de Cillershoekdependance een nieuwe server en een eigen terminal server, die van de Millinxstraat is ook nieuw en wordt opgetuigd in 2011. In januari 2011 komen ook de laatste twee digiborden in groep 5 en 6, zodat we met 9 (!) digiborden werken (in de ouderkamer en in de groepen 3 t/m 8). Er wordt een investeringsplan tot 2020 gemaakt.

De techniek wordt al jaren ondersteund door steeds een andere ICT-stagiaire van een ROC die ook teamleden en ouders privé kan bijstaan (bekende stagiaires in deze rol: Paul en Harro, Youri, Özlem, Humphrey, Houssaine, Natesh, Arief, Sherwin, Ivan, Ümit, Caspar, Sonu, Taylor, Ajay, Aziël, Steverson en Richard).

 

D6. Subthema: De Organisatie van de school
De laatste jaren is de organisatie van de school goed neergezet. Met Managementteam overlegt eenmaal per week, deelnemers zijn de beide directieleden en de bouwcoördinatoren van de drie bouwen. De bouwcoördinator fungeert als aanspreekpunt. Alle vergaderingen worden hier voorbereid en voor alle problemen wordt een oplossing gezocht. Het beleid wordt twee keer per jaar met het team geëvalueerd. Er zijn elk jaar klassenconsultaties door een directielid en er iedereen komt aan de beurt voor een functioneringsgesprek.
De Medezeggenschapsraad is op de hoogte van de ontwikkelingen. In de Intervisiebijeenkomsten kunnen teamleden diverse zaken met elkaar bespreken.

 

D7. Subthema: Werken in vier arrangementen
We werken in de groep in vier arrangementen. Deze zijn beschreven in ons Zorgplan.

De basis van deze manier van werken is het Groepsplan waarin de vaardigheidsscores staan.

 

 

E. Leerkrachtvaardigheden

 

E1. Subthema: Cyclus Leerkrachtvaardigheden
Een Taakgroep gaat zich in 2002 bezighouden met dit onderwerp en inventariseren op welk gebied eventuele activiteiten worden ondernomen. Onze coach, die is ingekocht voor 160 uur bij het CED begeleidt mensen na een intakegesprek individueel, dit voor het derde jaar (eerste jaar 20 uur, tweede 160 uur), hij doet klassenconsultaties en nagesprekken.
De vaardigheden van leerkrachten bepalen het klimaat en de opbrengsten in en van de school. We willen nieuwe mensen de kans geven zich optimaal te ontplooien en ervaren mensen steun geven als het lesgeven moeilijk wordt. In 2003 heeft de coach van het CED zijn werk gedaan en gaat ook nog een schooljaar leerkrachten coachen. We proberen elkaar bewust te maken van het belang van een Persoonlijk Ontwikkelings-Plan. Ook de directie ontvangt coaching.
In 2004-2005 was er nog een jaar coaching, omdat het als cement tussen onze bouwstenen blijkt te werken.
Het aanstellen van bouwcoördinatoren, drie teamleden die ieder een bouw (kleuter-, midden- en bovenbouw) aansturen, bleek vorig jaar een noodzaak en bovendien een goed idee.
In 2004 heeft de Taakgroep een stappenplan gemaakt waarin staat beschreven hoe een teamlid zijn POP kan gaan vormgeven. Ieder teamlid krijgt  een POP-map en gaat aan de slag. Zeker op het gebied van Sociale Competentie willen we zaken bespreken, in samenhang met het invullen van de SCOL
In september 2006 werkt ieder teamlid aan haar POP en aan het portfolio/Bekwaamheidsdossier. De map Leerkrachtvaardigheden komt regelmatig op tafel en de inhoud wordt aangepast en bijgewerkt.

In 2007 heeft ieder teamlid een Bekwaamheidsdossier en een POP, de cyclus wordt driejaarlijks doorlopen. In ons SchoolPlan staat sinds 2008 bij bijlage 51 de cyclus die door de Taakgroep is ontwikkeld, inclusief de bijbehorende documenten.

In 2009 wordt de Taakgroep omgevormd tot Waakgroep. We bewaken samen dat de cyclus uitgevoerd wordt. Er wordt veel individueel nageschoold en de teamnascholing wordt genoemd bij E4 en in bijlage 13 van het SchoolPlan. In december 2010 besteden we een hele teamvergadering aan de leerkrachtcompetenties.

Jaarlijks doorlopen we een derde deel van de cyclus, het is goed om te zien dat wat is neergezet, steun en houvast geeft, iedereen is eraan gewend.


E2. Subthema: Soms Intervisie (en soms collegiale consultatie)

 

BIG 2002-2004

In 2002-2004 zijn er 4 groepen van 5 à 6 leerkrachten, zij plegen 5 maal intervisie met elkaar o.l.v. onze BSC/KEOS-begeleider (Herman H.)
Toelichting juli 2002: In 2002/2003 zijn we het BSC/KEOS-traject begonnen en hebben we het eerste jaar visies ontwikkeld en gekeken op welke onderwerpen Taakgroepen zullen worden ingezet (Brede School, Ouderbetrokkenheid, Zorg en Leerkrachtvaardigheden)
Toelichting september 2003: BSC is de motor van het Onderwijskansenproject, zie bijlage 7 van het SchoolPlan voor een uitvoerige beschrijving. BSC draaide voor het tweede jaar in 2002-2003 heel goed, vanuit de Begeleide Intervisie Groepen (BIG) kwam ook kritiek richting directie over de verdeling van de aandacht en het tempo waarin we lopen. Dat was voor iedereen een waarschuwing: niet teveel hooi op de vork nemen en niet te ver voor de troepen uitlopen.

Ons doel sinds 2004 is dat de leerkracht naar behoren kan functioneren, problemen met collega’s kan bespreken en een klankbord heeft.
Alle teamleden zitten sinds deze tijd in een intervisiegroep en kunnen intervisie toepassen.
Intervisie is een begrip geworden, het effect voor het team is positief .

 

SIB 2005-2007
In 2005, na 4 jaar BIG  besloten we op dit pad verder te gaan en wel met een inhoudelijk onderwerp; de komende 2 jaar zullen Cok Bakker en Ina ter Avest ons begeleiden op het gebied van het Structureel Identiteits Beraad. Waarom noemen wij ons een Christelijke school en wat is daarvan de betekenis? De vijfde Taakgroep begeleidt dit proces; de Taakgroep SIB. In  2006 gaan we het tweede jaar SIB in, de intervisie als werkvorm wordt vier keer per jaar door het gehele team gehanteerd. Er is een rapport over het eerste jaar beschikbaar. Het hoogtepunt van het eerste jaar was een bezoek op 20 juni 2006 van ons team aan de Sri Ram Mandir, de Koçatepe Moskee en de Victory-Outreachkerk. Het hoogtepunt van het volgende schooljaar was een bijeenkomst waarbij verschillende ouders ons in groepen vertelden over hun geloof (op 29 november 2006).

In 2007 sloten we als team het SIB-proces af met een heerlijke zelf in de keuken van het Millinxparkhuis klaargemaakte maaltijd. SIB blijft ons bij en komt als thema zeker weer aan de orde, maar iets afsluiten geeft ook duidelijkheid. We voelen ons op het gebeid van de identiteit een stuk zekerder naar elkaar en naar ouders en kinderen. Intervisie houden we vast als werkvorm en is voor het komend schooljaar ingepland.

 

Weer Intervisie 2008-2010
In 2009 houden nog steeds Intervisiebijeenkomsten. Doel is niet het opstellen van allerlei protocollen, maar wel het uitspreken van zorg en mogelijke verbeteringen.

We bespraken de volgende problematiek:

november 2007 Omgaan met de onrust binnen de school
maart 2008 Omgaan met de onrust die van buiten komt
juni 2008 Zorgleerlingen op maatschappelijk gebied
november 2008 Omgaan met assistentes en stagiaires
mei 2009 Pesten

In 2010 is Werkdruk het thema. We besteden de eerste intervisiebijeenkomst van dit schooljaar aan het voorbereiden van Sint en Kerst in onze eigen bouw. Even geen woorden, maar daden. In januari 2012 staat er een Intervisiesessie gepland die over Huiswerk zal gaan.

 

Weer SIB 2011-2012

In 2011 komt in opdracht van het Bestuur tweemaal het SIB weer aan de orde. De eerste bijeenkomst op 1 november is geweldig. We maken een boekje, getiteld "Inspiratie", waarin iedere collega beschrijft wat zijn motivatie en inspiratie is. We spelen het voorwerpenspel en maken voor elkaar een high tea. Het hele team is aanwezig, er wordt een groepsfoto gemaakt. De tweede bijeenkomst was in februari 2012; we bezochten de Sri Ram Mandir, de nieuwe moskee bij de Kuip en de PKN-kerk aan het Stieltjesplein.

 

2013 Collegiale consultatie

In 2013 organiseren we een ronde collegiale consultatie, in 2014 proberen we dat weer.


E3. Subthema: Klassenassistentes/stagiaires
In het jaar 2000 ging de kwaliteit van het onderwijs achteruit omdat we weinig eisen konden stellen aan sollicitanten en omdat klassenassistentes in de onderbouw regelmatig alléén de lessen van een groep draaiden gedurende meerde dagen, zij het met enorme inzet, maar toch met minder kennis en kunde. We probeerden te voorkomen dat klassen naar huis werden gestuurd wanneer er helemaal geen vervanger beschikbaar was. Vaak stonden er dan I/D-ers voor de klas. Dankzij hun inzet gingen de lessen dan door, maar ideaal was deze situatie niet. Deze I/D-ers functioneerden als klassenassistentes in de groepen en ontvingen daar langzamerhand een interne opleiding tot leraarondersteuner.

Vanuit de voormalige Melkert-regeling en vanuit bijvoorbeeld SPW-stage hebben zich vanaf 2002 een aantal mensen zeer positief ontwikkeld in de onderbouw van onze school. Zij zijn leerkrachten en kinderen tot enorme steun en kunnen die extra handen in de klas bieden die vaak nodig zijn bij onvoorspelbare gebeurtenissen, maar ook in de ondersteuning van het reguliere werk en soms zelfs bij vervanging. Voor de kinderen en ouders zijn onze mensen (nu nog) rolmodellen en pedagogische hulpverleners.
In 2003 begonnen onze vier I/D-ers aan het traject Verborgen Talenten om zich via SPW te ontwikkelen tot volwaardig onderwijsassistent. Onze assistentes deden ook mee aan studiemiddagen, kregen intervisie van Herman en gingen mee op de studietweedaagse.

Onze adjunct begeleidde deze mensen, zodat ontwikkeling plaatsvond. Tien jaar onderwijsvernieuwing en WSNS brachten taakverzwaring voor leerkrachten en maakten de kloof tussen doel en werkelijkheid groter, dit leidde tot frustratie en stress. De inzet van assistentes in de onderbouw bleek een enorme steun.  

In 2005 deden onze I/D-ers alledrie assessments in voorbereiding op een reguliere baan. De I/D-regeling gaat stoppen. Deze belangrijke taak wordt niet onderkend en bezuinigingen krijgen voorrang. Precies als bij OALT worden allochtonen hierbij getroffen.

In 2006 passen we het functiegebouw aan en zo zorgen we dat gediplomeerde onderwijskrachten beschikbaar blijven voor onze school, leerkrachten houden het vol dankzij de onderwijsassistentes. Al onze vier I/D-ers krijgen een reguliere baan ! Hetzij als ouderconsulente, hetzij als peuterspeelzaaljuf. Deels op onze eigen school, deels op andere scholen.
Het verdwijnen van onze I/D-ers is best een grote aderlating! Bewust is ervoor gekozen een aantal onderwijsassistenten in dienst te nemen. Zij hebben een deel van de taken van de I/D-ers overgenomen; ook stagiaires (bijv. SPW) worden ingezet als extra hulp in de klas, maar zijn uiteraard tot minder in staat.
In 2009 zijn de Onderwijsassistentes niet meer weg te denken, ze doen prima werk; niet alleen de dubbele bezetting in de Voorschool, maar ook het draaien van een groep bij Bapo/ADV en het geven van RT. Er wordt een Onderwijsassistent ingezet in de middenbouw.

De onderwijsassistentes zijn ingeburgerd en hebben allerlei taken in en buiten de groep, ook om het VDA vorm te geven. We noemen ze even op: Audrey, Dianaling, Marja, Maronela, Şehriban (langdurig ziek) en Ellen. Zij ondersteunen de leerkrachten en leerlingen op een geweldige manier die niet meer weg te denken is. In 2011 wordt ook een Onderwijsassistent ingezet in de bovenbouw.

Stagiaires worden de afgelopen twee jaar door onze eigen Opleidingscoördinatoren (IOC-ers) begeleid door "Opleiden in de school" onder een Pabo-PCBO paraplu, hierover is veel overleg met externen.

 

E4. Subthema: Kabell

Om alle zaken in de klas en op de werkvloer te stroomlijnen kozen we in 2007 voor de Kabell van Harry Janssens.

Veel van het bovenstaande klinkt ambitieus en mooi, maar hoe ziet het er nu in de klas uit ?

Kortom: aandacht voor de werkvloer, voor klassenmanagement, voor leerkracht en leerling.

In september 2007 begonnen we met Kabell, we noemen alleen de onderwerpen:

 

18 september 2007 Een goede klas, een goede leerkracht op De Akker (katern) door Jelle
15 november 2007 Groepsdocument en Instructie
22 januari 2008 Zeven onderdelen van Zelfstandig Werken
3 april 2008 Werken in drie niveaus; ABC in je klas en het maken van een groepsplan
23 september 2008 Actief aan de slag met Zelfstandig Werken en samenwerkend leren
2 april 2009  

Hoe pak je probleemgedrag aan, 10 katernen  door René

12 november 2009      Leerresultaat
19 januari 2010 Motivatie
8 april 2010 Instructie

Kabell werkt nu in de praktijk, met name bij de genoemde onderwerpen. De ontwikkeling is verder in een fase van implementeren en vasthouden. Zaken blijven terugkomen en hebben onderhoud nodig. Met name ons katern over Zelfstandig Werken moet regelmatig herschreven worden. Heel veel zaken van Kabell zien we nu terug bij Opbrengstgericht Werken en we zijn erg blij en trots op onze keus van 2007, het gaf ons in ieder geval een voorsprong ! Momenteel zetten we dit proces voort met studiemiddagen in het teken van
Resultaatgericht werken:

 

Doel: Hoe kom je van leerdoel via je Handelingsplan en de uitvoering ervan tot betere leerresultaten in de hele basisschool.

Verdere bewustwording van het team, aanscherping van werkwijzen en afstemming van activiteiten.

Werkwijze: Twee studiemiddagen over zijn boek “Resultaten tellen”, met Wijnand Gijzen als extra begeleider. Deze studiemiddagen zijn op 2 oktober 2012 en 13 maart 2013.

 

E5. Subthema: Teach like a Champion

2012 We lezen allen het boek Teach like a Champion en bespreken in iedere bouwvergadering een van de beschreven aanpakken en oefenen daarmee in de klas en voeren zo een directe en duidelijke didactiek in. Ook in 2013 blijven we dit doen. Bij de klassenconsultaties zijn verschillende technieken duidelijk herkenbaar.

 

F. Samenwerking/Brede School

 

F1 Subthema: Beter Presteren

  

Een stukje geschiedenis vanaf 2000:

Onze school kende in 2001/2002 30 maal anderhalf uur Buitenschoolse activiteiten voor groep 6 en in 2002/2003 ook voor groep 7, opgezet in samenwerking met het Christelijk Sociaal Congres en Hogeschool INHOLLAND en een Brede-schoolcoördinator vanuit de Onderwijskansenzone. De Brede school is in 2002 door studenten van de Ichthus (later INHOLLAND) feitelijk vormgegeven.

In 2004 is het Makkerproject verder uitgebouwd. Er waren weer twee coördinatoren, stagiaires van INHOLLAND (CMV) die een draaiboek maakten. De Makker draaide iedere dinsdag en donderdag voor groep 6,7, en 8. In 2005 wonnen we een 2e prijs bij de OSKARS voor het Makkerproject. In 2006 en 2007 is de Makker is zeer succesvol. Dat schooljaar wordt groep 5 er ook bij betrokken. In totaal 100 kinderen drie maal 8 blokken. Van de deelname aan de activiteiten is er een overzicht, de opkomst van de 100 kinderen lag boven de 90%. 

In september 2007 gingen wij een contract aan met Kidari (Charlois' Welzijn) om de Voor-, Tussen- en Naschoolse opvang vorm te geven. We verwijzen naar de Kidari-brochure voor de inhoud en werkwijze. Langzamerhand wennen we aan het idee dat kinderen meer speel- en leertijd nodig hebben, op meerdere locaties en o.l.v. meerdere professionals. Ook bewegen en sporten zou hierin een plaats krijgen. De school kreeg meerdere partners.

In juli 2009 wordt de school ondersteund door een Schoolmate. Wat betreft de dagarrangementen keken we op dat moment nog steeds de kat uit de boom. In november 2010 stelden we vast: we maakten tot de zomer van 2010 deel uit van Onderwijskansenzone Tarwewijk en organiseerden succesvolle buitenschoolse activiteiten onder de naam "Makker"  Deze activiteiten werden zeer goed bezocht. Op ons samenwerkingsverband werd enorm bezuinigd, dus kozen we ervoor over te stappen naar het systeem van VDA-school.

 

VDA 2010-2011
De VDA wordt beschreven in onze schoolgids 2010:
"Dit schooljaar zijn wij voor het eerst VDA-school. Dit betekent concreet dat uw kind elke week 6 uur langer naar school gaat. In die extra tijd is er aandacht voor creatieve, sportieve en kunstzinnige vorming. We streven er naar dat naast deze ontwikkelingen ook taal en rekenen spelenderwijs extra aan bod komen. Om de structuur van de dag te bewaken, hebben we een continurooster en zal uw kind tussen de middag op school blijven. In de klas mag het zijn meegebrachte brood en drinken nuttigen. Dit alles onder leiding van de leerkracht en een hulpkracht. Alle Makkeractiviteiten, zoals we die kenden van 2000 tot 2010 vinden nu binnen ons rooster plaats”.
We namen dus langzamerhand afscheid van "De Makker", al zien we dat project nog steeds als een VDA-avant-la lettre.

Heel veel van de Makker is beschreven in De geschiedenis van het Makkerproject

VDA heeft ons een aantal leerpunten gebracht uit 2010-2011:
1. De kinderen zijn de hele dag op school en lunchen gezond. Ze leren meer. Iedereen maakt de extra lestijd.

2. Het werken met extern ingehuurde krachten die lesgeven aan onze kinderen is een zeer moeizaam proces. De kinderen hebben grote moeite met een ander soort leiding. Omgekeerd is het voor een buitenstaander blijkbaar zeer moeilijk onze rol over te nemen. We hebben met veel ondersteuning en inzet van onze eigen mensen, tijdens hun pauzes en buiten schooltijd, de boel op de rails gehouden. Ook werd een systeem van waarschuwen, gesprekken tot en met schorsing opgezet, uitgelegd en gebruikt. Dit had langzamerhand enig positief effect. We worstelen nog steeds met deze problematiek. Mogelijk gaan we er naar toewerken dat de extra uren door de eigen mensen van de school worden gegeven, zoals nu al gebeurt bij de lessen "Tekenen is meer". Het zou daarom zeer wenselijk zijn te horen dat de subsidie voor een langere periode beschikbaar is.

3. In 2010 begonnen we ook met zes uur extra les aan de kleutergroepen, dat bleek zowel voor de leerkrachten als voor de kinderen een brug te ver. Nu krijgen de kleuters ook extra uren, maar aangepast aan hun uithoudingsvermogen.

 

Beter Presteren 2011-2012
De naam BP zegt wat we er mee willen: het opbrengstgericht werken is algemeen bekend.

In 2011 is het VDA overgegaan in Beter Presteren. Een enorme klus die wordt ondersteund door onze BredeSchoolMedewerker en onze collega Maria Azrioual. De toenmalige denktank is opgeheven, alle lijnen verlopen via het Managementteam, de directie en de bouwvergaderingen. Het rooster wordt meer gedragen door het team, ondanks de kritische noten. Aan het begin van het schooljaar worden er nog veel gele kaarten uitgedeeld, maar dat neemt gedurende het schooljaar duidelijk af. De kinderen lijken inmiddels gewend aan de extra lessen en de “andere gezichten”.

Wel moeten we helaas na drie jaar afscheid nemen van onze huidige BredeSchoolMedewerker. Jammer dat er geen vast contract aangeboden kan worden. Gelukkig vinden we een nieuwe BredeSchoolMedewerker, die al enigszins bekend is bij ons, omdat ze binnen het wijkarrangement in 2008-2010 op een van de andere scholen in de Tarwewijk de Brede School heeft gedraaid.

Hoe gaat het met Beter Presteren in 2012-2013 ?

Vorig jaar verliep e.e.a. nog moeizaam, maar dit jaar gaat het veel beter! Het hele team kan zich vinden in het rooster van afgelopen jaar en dit wordt daarom ook op de zelfde wijze voortgezet. De BP-lessen zijn duidelijker en beter, externen houden meer rekening met onze wensen. De inhoud is in 2012 veel meer gericht op taal, rekenen, studievaardigheden en natuur en techniek. Dit jaar hebben we gekozen voor doorgaande leerlijnen in de BP lessen. Dat betekent dus geen verandering van BP lessen meer na elke vakantie, maar het hele jaar door dezelfde lessen, waarvoor ook methodes aangeschaft zijn. De vakkrachten van vorig jaar die pedagogisch en didactisch sterk bleken, hebben we behouden. Door minder wisselingen in het lesprogramma, zijn er ook minder verschillende gezichten voor de groep. De vakkrachten zijn herkenbaar voor de kinderen, maar heel belangrijk: ook voor ons!

Dit alles werpt duidelijk zijn vruchten af!

 

Het aantal gele kaarten dat uitgedeeld moet worden begint gaande weg af te nemen! Het systeem is duidelijk en kinderen gedragen zich beter, en nemen de BP lessen een stuk serieuzer! Nieuw dit schooljaar zijn ook de groene kaarten. Om ook het goede gedrag van de kinderen eens te benadrukken. Want waarom zou je je altijd alleen maar richten op het negatieve gedrag? Om dit extra kracht bij te zetten, worden er punten gegeven aan de kaarten. De klas met de meeste punten verdient een educatieve verassing, zoals een spel of een mierenhotel. Dit systeem begint in de loop van het schooljaar te leven bij de leerlingen.

Lees wat er op de schoolsite staat over Beter Presteren.

 

Topklassen

Onze school heeft alle Topklassengesprekken gevoerd in 2012-2014. In het tweede jaar waren we gekoppeld aan een school die dezelfde thema’s kent als de onze (de Zonnenhoek). Het waren inspirerende gesprekken. We kregen een aantal adviezen die we hebben uitgeprobeerd.

De subsidie werd ingezet om de vaardigheden van ons team te versterken.

    We noemen hierbij:

1.       Begeleiding van een zeer kundige begeleidster van de CED op het gebied van interactief voorlezen, Woordenschatonderwijs en

          Begrijpend Lezen.

2.       De cursus Spelend Rekenen voor de 11 collega’s in de onderbouw.

3.       Het behandelen van het boek Teach like a Champion, in iedere bouwvergadering enkele technieken.

4.       Diverse individuele cursussen, zoals Taalcoördinator en Gedragsspecialist.

 

F2. Subthema: Samenwerking met de Buurtorganisaties

De Millinxbuurtpost verzorgt in 2002 kinderwerk en stuurt de kinderbrassband aan die in onze school oefent. ’t Zonnetje verzorgt in de pauzes en na schooltijd de speelgoeduitleen (een soort duimdrop) Er kan nog meer samengewerkt worden in de wijk. Met name Bianca Fokker is een spil in het geheel en van grote waarde. Bij andere thema’s worden ook vele andere partners genoemd, we staan er niet alleen voor, er is echt een netwerk, al moeten we wel steeds aan de bel trekken bij deze en gene. De Deelgemeente is bezig met “Kansen en belemmeringen voor een 2de Thuis in Charlois”, misschien liggen hier ook aanknopingspunten.
In 2004 is Bianca met zwangerschapsverlof, dus ook deze steunpilaar moeten we voorlopig missen, onze contacten met ’t Zonnetje en de Buurtpost zijn de afgelopen periode intensiever geworden, omdat wij met hen diverse zorggezinnen tegenkwamen (via buurtnetwerk, maar ook als werkers onderling). Inmiddels is met Deelgemeentesubsidie het Thuiskamerproject in september 2004 gestart, een naschoolse opvang voor straatkinderen uit de buurt.
De Buurtpost startte een aantal jaren geleden met het brassbandproject, dat loopt nog steeds.

In 2005 voorziet de Thuiskamer in een behoefte, Bianca heeft haar belangrijke werk weer opgepakt en met de buurtpost is een band. Elke dag spelen onze kids bij 't Zonnetje. Met name Corrie heeft goed zich -en een goed hart- voor ons groepje straatkinderen.

In 2007 is Bianca al een jaar naar Afrika en Ine heeft haar taak overgenomen. De thuiskamer draait nog steeds. Voor de voorschoolse, naschoolse en tussenschoolse opvang zijn we een samenwerking aangegaan met Kidari. In 2009 staat de samenwerking op een laag pitje. De buurtpost wordt straks thuishonk van de speeltuin die op het Moerkerkeplein komt en 't Zonnetje verhuist naar het Millinxpark. Bianca is al meer dan een jaar terug uit Afrika en is chef van BSO-Kidari.

In 2010 is de buurtpost in gebruik van de speeltuin (in september geopend door Hugo de Jonge) en de organisatie buurtpost heet nu Millinxfoyer. Af en toe komen we bij elkaar om over de kinderen te praten. 't Zonnetje, de speelgoeduitleen, is wegbezuinigd. De nieuwe speeltuin is prachtig en de samenwerking met de medewerkers is goed. Oude coalities zijn dus uiteengevallen. In 2012 moeten we nieuwe smeden. Hier liggen zeker kansen:

 

In 2014 noemen we als partners:

1. Frontlijn  (zie hieronder bij F5)

 

2. Het Millinxparkhuis

   We beginnen weer diep in de geschiedenis: Duco de Bruijn, Jan Maas en Greet van der Meer bedachten het Millinxparkhuis als utopie. Vanaf het begin waren we als school betrokken bij de bouw en de planning. Het parkhuis is gebouwd, er is overleg over de invulling van de "inhoud” die er bij het gebruik komt: opvoedingsondersteuning en sociale opbouw van de wijk, een moeder-kindcentrum

   Toelichting juli 2002: de bouw van het parkhuis zal kunnen repareren wat in de periode 1990-2000 is misgegaan

   In september 2003 is het parkhuis wind- en waterdicht en is men toe aan afwerking en inrichting. Na de Kerstvakantie hopen we onze twee lokalen, die we nu ontberen te kunnen gaan gebruiken. Met verschillende instanties is overleg over beheer en inhoudelijk programma. Allerlei veranderingen bij welzijn, deelgemeente en gemeente maken dit overleg niet gemakkelijk en is er nog weinig zicht op het werkelijke functioneren van het parkhuis in de toekomst.

   Voor een overzicht van de bouw kunt u op onze website een pagina vinden.

   In ons gebouw zullen de nodige verschuivingen plaatsvinden wegens de beschikbaarheid van 2 nieuwe lokalen in het parkhuis (ter vervanging van ons noodgebouw dat we een jaar eerder al moesten missen), ook het ICT-onderwijs vergt aanpassingen, het verdwijnen van OALT en de komst van IB, RT, SMW en bouwcoördinatoren, nopen ons tot een herschikking en aanpassingen van het gebouw.

   In 2004 gaan activiteiten draaien, we krijgen wat meer ruimte door het gebruik van de twee schoollokalen (groep 7 en 8), we werken samen met ’t Molentje, het vrouwenhuis Cleo Patria en Algemeen Maatschappelijk Werk Charlois' Welzijn Millinxstraat. We zitten midden in de herschikking van de rest van het schoolgebouw. Het parkhuis heeft niet het afgesproken inhoudelijk beheer gekregen wegens bezuinigingen, dus is er veel overleg met de andere gebruikers over de gang van zaken. De Deelgemeente probeert toch een vorm van beheer neer te gaan zetten, zo hopen we. We hebben een dubbel gevoel: een prachtig huis dat zich nu meer en meer ontpopt als zalenverhuurcentrum. Nu Donna Schaap er geen coördinator of inhoudelijk beheerder wordt, zoals zij zelf wel wilde, hangt alles als los zand aan elkaar. Van taalcursus, Intro, Makker tot Cleo Patria, het zou allemaal zo mooi kunnen samenwerken. Een gemiste kans tot op dit moment. (2005)

De utopie waar we eerder over spraken is er wel, maar de inhoudelijke invulling kan niet alleen van de school komen. Op 4 juni 2004 opende wethouder Lucas Bolsius het MPH.

   In 2005 schrijven we: het Millinxparkhuis is een fantastische voorziening. Inhoudelijk is het een "zelfbediening", dus nog niet wat het kán zijn. Het gebruikersoverleg is een goed overlegplatform, maar nu wordt van 5 à 6 kanten initiatief ingebracht dat nergens centraal wordt opgepikt of met elkaar in verband gebracht. Lees eventueel de column "Tromgeroffel" van Jantine Kriens in de Akkerbalans.

   In 2006 gebruiken we het parkhuis intensief voor Bredeschool-activiteiten.

De thuiskamer is "verdwenen", in samenwerking met de Deelgemeente en Charlois' Welzijn was er een thuiskamer voor geselecteerde kinderen na schooltijd sinds 2005.

   In 2005 is ons Ecentum er gehuisvest, onze Tussenschoolse Opvang vindt er plaats en vele Makkeractiviteiten zijn er te vinden. Ook zit Catalpa er, een van de naschoolse opvangorganisaties die we kennen. 't Molentje, de Voorschool,  heeft er een locatie. Veel moeders volgen een taal- of inburgeringcursus in het parkhuis.

   In 2010 en 2011 is het beeld hetzelfde, de school gebruikt het parkhuis.

   Wanneer in 2011-2012 het beheer overgaat naar de Deelgemeente rommelt er een en ander en wordt het gebruik door school flink verminderd.

   In 2013 stopt dit helemaal wanneer Dock er komt voor het beheer.

 

3. De Politie
In 2002 doen we al enkele jaren mee met het politie-adoptieplan. Het lukt de politie vaak niet de 8 lessen “Doe effe normaal” in groep 7 en 8 ook daadwerkelijk te geven. Wij streven ernaar deze doorgang te laten vinden. De achtergrond van de kinderen en de wijk maakt het ons inziens noodzakelijk dat onze kinderen les krijgen in een stuk normen, waarden, mijn, dijn, drugs, alcohol, vuurwerk, enz. Zeker in 2003 zou men verwachten dat de politieorganisatie in een wijk als de onze een beetje zijn best zou doen om dit project body te geven, maar het afgelopen jaar was het erg mager. De betreffende mensen deden wel hun best, maar werden onvoldoende ondersteund en toegerust. Niet eenmaal belde een projectleider of iemand van de gemeente.

Na 2004 veranderde dit verhaal niet. Minder dan de helft van de lessen vond doorgang. Het project werd uitgekleed en overgeheveld naar HALT.

In 2010 is de politie gestopt met het adoptieplan en bureau Halt gaf nog een zuinige les en stuurde ons vuurwerkfolders. Jammer.

In 2011 neemt een buurtagente zelf het initiatief weer twee lessen te geven in groep 7 en 8. Hulde !

In 2012-2013 worden er weer meerdere lessen gegeven in de groepen 7 en 8. De politie wordt weer zichtbaar en herkenbaar en bemiddelt ook een handvol keren bij conflicten in en om de school. We ervaren een duidelijke steun vanuit de wijkpolitieman en –vrouw.

 

4. Het Centrum voor Jeugd en Gezin

Het CJG zit bij ons aan tafel tijdens het MDO en kent onze ouders en kinderen goed; daardoor is er goed overleg

Mogelijk en wordt er samengewerkt bij probleemaanpak.

5. De Giovanni van Bronckhorst Academy met Playing for Succes !

   Dit loopt goed, onze leerlingen komen elk jaar weer aan de beurt.

   6. Katrol, zie www.dekatrol.nl

   7. Thuis op straat (TOS) TOS verzorgt bij ons BP-activiteiten en is ook actief op de pleinen na schooltijd.

8. Het atelier Tarwewijk ofwel Cultureel Denkwerk

Onze contacten met dit atelier in het kort: 2008 grote maquette; 2008-2009 ontwikkeling van ideeën; 2009 Schriften; 2009 Betrokken bij project groep 7; 2009-2010 kanjerfoto's op de kop van de wijk;  2010 Project "Kijk op de wijk", veel ondersteuning; 2012 Betrokken bij ontwikkeling en onderhoud van de Cillershoektuin; 2012 Zeildag in de Maashaven voor groep 7 en 8 in de Herfstvakantie. 2013 zeillessen in de Maashaven voor 30 leerlingen van groep 7.

9. Het Voortgezet Onderwijs, met het ZPC en de Julianamavo hebben we een bijzondere band.

 

F3. Subthema: Frontlijn

Bureau Frontlijn vertaalt signalen uit de “frontlijn” naar een probleemstelling en gaat er op een praktijkgerichte wijze mee aan de slag. Bij deze methodiekontwikkeling in de praktijk worden ook studenten uit sociaal-maatschappelijke richtingen betrokken. Een voorbeeld is het programma “Ontwikkelen Capaciteiten”, waarin moeders met jonge kinderen op vrijwillige basis worden begeleid in de thuissituatie. De directe en persoonlijke begeleiding duurt gemiddeld 6 maanden. Door letterlijk en figuurlijk te beginnen met het in orde brengen van “de bodem” worden moeders en kinderen snel een aantal stappen omhoog geholpen op de emancipatieladder. Diverse moeders verrichten na een half jaar al vrijwilligerswerk of hebben een baan. De praktijk leert, dat moeders ook graag deelnemen aan het zogenaamde “Moeder en Kind lesprogramma”. Dit is een onderwijsprogramma, speciaal voor moeders met kleine kinderen van 0-4 jaar. Gedurende een schooljaar, dat gelijk loopt met dat van de basisschool, krijgen moeders onderwijs in thema’s als opvoeden, taalvaardigheid, veiligheid, spelen met je kind, gezondheid, voeding enz. Doel is om moeders te emanciperen en om ervoor te zorgen dat kinderen zonder achterstand naar het basisonderwijs gaan. In 2012-2013 is er een dergelijk traject op onze school om ouder meer te betrekken bij school en wat hun kinderen op school doen “Goed, Beter, Best”.
Als succesfactoren van Bureau Frontlijn worden genoemd: dichtbij staan en problemen oplossen mét iemand i.p.v. problemen oplossen vóór iemand. Voor continuïteit is het belangrijk om ook de bestaande organisaties te betrekken. De behoefte aan beleidsmatig onderzoek gaat vooral uit naar de economische effecten van dit soort programma’s (Return On Investment).

Sinds het voorjaar van 2009 is er contact met Frontlijn. In 2010 is Frontlijn op drie gebieden heel actief in de school. Pedagogiekstudenten begeleiden enkele leerlingen uit de bovenbouw bij hun persoonlijke groei in het zogenaamde  Amigo-project, stapt binnen bij gezinnen die hulp nodig hebben en incidenteel biedt Frontlijn praktische en snelle hulp bij probleemgevallen.

In 2012 wordt Frontlijn onze Children's Zone-partner als wijkteam. Na drie jaar intensief samenwerken zijn we daar zeer blij mee. Er is een uitgebreide map met informatie. Amigo loopt door en LOTS ook (de overkoepelende naam voor het amigo- en het “samen leren” project). Amigo is op onze school bedacht en veel Frontlijnzaken zijn de afgelopen tijd op onze school uitgewerkt.

Deze Frontlijn-aanpak willen we na 2012 gaan versterken. Wij kiezen vol overtuiging voor Frontlijn als wijkteam. We gaan hiermee aansluiten bij de bestaande structuren met één aanspreekpunt, met inzet van studenten en een directe aanpak van armoede, en alle problemen die het leren belemmeren, op de Frontlijnmanier (Amigo, LOTS, en méér). Het gaat om méér dan alleen onderwijsdingen. We kennen die manier en zijn er zeer positief over. We gaan dan zeker in die setting ook de wensen van de school bekijken. Er komen drie arrangementen, zo schetst Barend Rombout: voor talenten (coachen ouders, hoe ontwikkel ik het talent van mijn kind), voor de middengroep (geef ze een zet, een "boost"), voor de aandachtskinderen of zorgleerlingen (inschakelen alle programma’s, CJG, Jeugdzorg, enz). Frontlijn is voor een groot deel op onze school ontwikkeld en uitgewerkt.

 

 

F4. Subthema: Children's Zone

“Waiting for Superman” is een mooie film, ons aangeboden door Ruud Rakers. De boodschap is: een slechte school produceert een slechte wijk. De gevangenis is duurder dan de school. De BLOB is de bureaucratie, weg ermee. “Lemondance of pass the trash”. Slechte leraren worden rondgepompt. Zie de trailer hier.

In de film zie je zeer gemotiveerde ouders die huilen wanneer hun kind uitgeloot wordt. Wij herkennen deze ambitie van ouders niet in die mate, hier is nog veel werk te doen. "Great schools come from great people", directeur Geoffrey Canada laat zien hoe het werkt. De slechte scholen worden “Failure factories” genoemd. Wij rekenen ons dat niet toe.

Eén zin uit de film geeft heel goed de afstand tot de Rotterdamse situatie aan: “We have one adult at every  five children” 

 

Rotterdam meet nu 2 jaar met landelijke normen. Ons stukje van de Tarwewijk is een sociaal rampgebied. Dat maakt het zeer interessant om in te werken. De uitdagingen zijn soms van monsterlijke omvang. En door het meten weten we nu dat het ook zo is, dat de ramp zich voltrekt. De school staat hier voor een groot deel in de frontlijn en vraagt daarom versterking. Het is mooi dat er een grote ambitie is.

 

Onze ervaring met de Schoolmate laat zien dat we niet alleen vechten tegen de bierkaai; maar ook tegen windmolens. We waren Onderwijskansenschool en Pact op Zuid kwam (we kregen een speeltuin). We hielden zo ons hoofd boven water. De aandacht voor ons werk is groot, er komen steeds meer bijeenkomsten, plannen, beroepen op ons, mail, post, etc. We zijn selectief geworden in het meedoen hieraan.

 

De inspectie kijkt alleen naar onze output, niet naar de omstandigheden. We kunnen onze resultaten verklaren, steeds vanuit de individuele leerling, met onze arrangementenaanpak.

We doen steeds meer en bereiken soms minder.

Kinderen leren prima lezen, maar snappen de teksten niet. Hun wereldje is klein. In de ouderkamer discussieert men of “kurk” geen “kruk” moet zijn. Geen kind in groep 3 weet wat een “zwaan” is, waar begin je dan als juf ?

 

We gaan er een plan op zetten, maar:

- de energie is soms op

- de batterij is soms leeg

Dus heeft een school in deze situatie een steuntje in de rug nodig.

 

De JKZ is aangestoken, opgebrand en uitgedoofd. Gaan we ons nu in een nieuw avontuur storten ? We hadden overleg in de wijk in de tijd van de Wijkarrangementen. Met de komst van de VDA-school is deze vorm van samenwerking de nek omgedraaid. Dat heeft bij de scholen een trauma veroorzaakt dat nog niet weg is. Scholen worden steeds meer elkaars concurrent en dat geeft een bepaald gevoel als het om samenwerking gaat. CBS de Akker werkt al 25 jaar samen met allerlei organisaties in de buurt.

 Onze Children's Zone ziet er fysiek nu zo uit:

 Wij analyseren onze eigen situatie en zoeken naar oplossingen.

 

CBS de Akker heeft gekozen voor de volgende speerpunten:

  1. Alle aandacht op Taal in de klas.

  2. Alle aandacht op Rekenen in de klas.

  3. Alle aandacht op de ouders en de ouderkamer.

  4. Wijkteams van Frontlijn en het Amigoproject.

  5. 6 uur extra leertijd Beter Presteren, ook onderdeel van de Children's Zone; 6 uur extra is en enorme investering, kinderen en collega’s vallen bijkans om, meer leertijd kunnen we momenteel niet aanbieden. Misschien liggen er in onze wensenlijst wel kansen, maar die zien we pas in de toekomst gerealiseerd of niet. Ook uit pedagogisch oogpunt zijn wij van mening dat 10 uur extra voor dit moment te veel is. Wij zoeken het niet in de kwantiteit van de tijd, maar in de kwaliteit en intensiteit.

  1. Topklassen (intervisie en versterken team), start 1 oktober 2012. We werken aan de professionaliteit van ons team en aan onze visie (zie F6)

  2. Twee NULgroepen opgestart met SVEOR, vaak in verband gebracht met de Children’s Zone. In 2013-2014 werken we samen met Peuter & Co, er zijn nu 6 nul-groepen.

 

Onze wensen wat betreft de Childrens’ Zone: hoge verwachtingen, en dus...

  1. Iedere groep een Onderwijsassistent, minimaal één volledige Onderwijsassistent betaald door CZ. Wij kiezen niet alleen voor 6 uur extra les, maar ook voor een enorme intensivering van onze leskwaliteit. Dat laatste heeft veel meer effect dan het eerste. Vooral voor de kleuters die geen of weinig Nederlands spreken én voor de kinderen die vanuit NEON-punten (na een jaar intensief taalonderwijs daar) op onze school worden ingeschreven, is een Onderwijsassistent zeer belangrijk. Wij kiezen niet voor een schakelklas-oplossing, juist om deze kinderen te laten integreren! Voor de duidelijkheid, wekelijks verwijzen wij NEON-leerlingen van 7 jaar en ouder naar een NEON-lespunt, deze schrijven we niet zelf in. 75% van onze kinderen spreekt thuis geen Nederlands.

  2. Drie dagen Schoolmaatschappelijk Werk voor onze 300 leerlingen en hun ouders (inclusief de NUL-groepen), onder andere om de schakel te zijn tussen de problematiek op de werkvloer en het wijkteam van Frontlijn.

  3. Een extra ouderconsulente zoals we die hadden in de periode 2006-2012. Vooral om meer tijd en energie te kunnen steken in het overleg met onze ouders. De ouderkamer heeft nu één ouderconsulente met alle knowhow, kennis en ervaring met de aanpak & omgang van en met onze ouders. Maar gezien de functie die wij als school in de wijk hebben, willen we extra energie in de relatie met de ouders stoppen.

  4. Geen kinderen op de wachtlijst bij de peuterspeelzaal.

  5. Het Millinxparkhuis gebruiken voor het oorspronkelijke doel: het verbinden van mensen uit de buurt, hier ligt een grote kans.

  6. Een goede gymzaal met meer uren gym, we worden een Lekker Fit school, in 2014 is de doelstelling. Ook overleg over het sporten in Charlois met een betere aansluiting bij wat er op school gebeurt.

  7. Behoud van de conciërge, er is nu geen subsidie, dat is onwenselijk.

  8. 10 jaar subsidie voor CZ-gebieden, zodat langlopende contracten kunnen worden afgesloten. Nu is de situatie dat we ieder jaar een plan moeten inleveren voor Beter Presteren, dat plan zou in één keer voor tien jaar kunnen worden vastgesteld.

  9. Gratis parkeren voor onderwijzend personeel (wie onderwijst in de Children's Zone, parkeert gratis in die zone). Nu is het zo dat ons Bestuur deze lasten bovenschools draagt. We praten dan over € 5000 per jaar.

  10. Gratis reizen met het Openbaar Vervoer, net zoals onze ouderen doen. Schoolklassen kunnen dan naar musea, SKVR en kinderboerderij. We willen de wereldstad waarin we leven laten zien.

 

Wat kan beter in de Tarwewijk over 10-20 jaar?  Daarvoor maken we nu plannen.

59 % van de jongeren heeft geen startkwalificatie voor werk in de Tarwewijk.

We moeten nu werken aan het cijfer dat er over 10 jaar is.

In 2010 verhuist 22% van de bewoners de Millinxbuurt in en 25 % uit. Het zou een mooie sociologische studiecase kunnen zijn te onderzoeken waarom mensen verhuizen, wat hun behoeftes zijn, wat effecten zijn van leerlingmutaties, enz. Die mobiliteit speelt ons enorme parten. Wat dit voor onze school betekent is uitgelegd in hoofdstuk 3 van de Oktoberbalans (Mutaties). Tijdens het schrijven van dit stuk komen een Poolse vader en moeder langs: "No jobs, back to Poland"; de twee kleuters zaten net 3 weken hier op school.

 

Er is nu een wijkschool van Piet Boekhoud in de Millinxbuurt om als bezemwagen te dienen voor uitvallers. Versterk het primair proces, dan zijn er straks minder uitvallers, zeg ik. Zelfredzaamheid komt vanzelf als de opleiding VMBO-T, MAVO/HAVO. VWO wordt. Dan is een wijkschool niet meer nodig.

 

We zijn benieuwd wat de Children's Zone gaat doen met onze analyse en wensen.

Graag willen we hierover in gesprek.

 

 

5. Kansen en Bedreigingen

 

5.1 Knelpunten en bedreigingen
 

Onze school staat in een buurt die op de rand van de afgrond heeft gebalanceerd. Onze problemen zijn:

 

1. Gaan we assimileren, participeren of trekken we ons terug en gaan we over 20 jaar alsnog inburgeren ?

  "Ik weet niet of ik me er iedere ochtend toe zou kunnen zetten zulke kleine stapjes te gaan maken" (Alexander Pechtold)

Vechten we tegen windmolens ? Het lijkt wel of ons werk, onze regels, onze structuur en onze opdracht bij een deel van onze "klanten" (ouders en leerlingen) ervaren wordt als vervelend en onnodige treiterij. Dat was wel ons grootste knelpunt in 2010. Nu er meer bewustwording komt over presteren en meedoen, vermindert dit gevoel.

2. Opvallend is een enorm gebrek aan structuur en TAAL, vooral in de kleutergroepen. Kinderen van ouders die zelf wel redelijk Nederlands spreken komen niet verder dan "dag" en "doei". Men laat het aanleren van alle vaardigheden soms volledig over aan de school.
3. We komen soms dramatische opvoedingssituaties tegen waarbij kinderen op straat leven, pedagogisch verwaarloosd worden en slechts gebrekkige communicatie mogelijk is.
4. Ouders hebben heel vaak in hun geboorteland op school gezeten en weten nauwelijks iets van de gebruiken en uitgangspunten van het Nederlands onderwijs. Ouders en gezinnen zijn onvoldoende ingeburgerd. Ouders kunnen hun kind niet ondersteunen; in groep 6 streven de kinderen hun ouders qua kennis en vaardigheden voorbij en accepteren de kinderen vaak niet meer de traditionele opvoeding, maar kunnen zij nog niet zonder leiding.
5. Elk jaar vertrekt toch nog een groot deel van de leerlingen van school wegens verhuizing en verschijnt een nieuw deel voor een nieuwe start. Zoals gezegd: de beteren vertrekken, alle nieuwelingen blijken vroeg of laat een enorm probleem te hebben.
6. Sinds 1987 ontvingen we meer dan 600 leerlingen die rechtstreeks uit het buitenland kwamen, in de periode 2005-2010 nam dit aantal zeer sterk af en is dit probleem alleen nog op de achtergrond aanwezig. De nieuwkomers van nu gaan veelal naar de Schakelklas van de Sleutel en komen dan na een jaar vaak weer bij ons terug. Ook dan is er nog veel werk aan de winkel.
7. Ons SchoolMaatschappelijk Werk vormt een druppel op een gloeiende plaat, de hulpverlening is vaak niet in staat ons soort ouders te helpen. Begin 2007 maakten we kennis met de eerste gezinscoaches, een positieve ontwikkeling, maar we horen nog dagelijks over wachtlijsten. Het nieuwe wijkteam van Frontlijn moet dit gaan versnellen.
8. Met de veiligheid was het bar slecht in 1995-2005. In de zomer van 2007 wordt de hele buurt volgehangen met camera's. Geeft Big Brother ons een veilig gevoel ? De directeur schreef er
een stukje over, te vinden in de Akkerbalans. De Tarwewijk staat nog steeds heel slecht in de Sociale Indexen, maar wij voelen ons wél veilig.
9. De (Deel)gemeente en het Rijk hebben veel geïnvesteerd in de aanpak van de wijk, vooral in de renovatie en de buitenruimte. De wijk ziet er prachtig uit. Dit heeft tot nu toe niet geleid tot verbetering in gezinssituaties. De renovatie is nog steeds bezig. In oktober 2012 staat de Millinxstraat en de Moerkerkestraat weer voor een flink stuk in de steigers. De aanpak is bijna 100% gericht op het fysieke deel. Het sociale deel is nog verloederd, dit heeft als resultaat dat de middenklasse de wijk ontvlucht. Het rapport Deetman-Mans bevestigt dit beeld. In het kader van dit rapport praatten wij mee in een sessie en zijn we betrokken bij het Nationaal Programma en de Children's Zone.

10. Het onderwijs wordt geacht binnen de bestaande regels en met de bestaande faciliteiten een landelijk gemiddelde te behalen, terwijl de reguliere onderwijssituatie onder druk staat. Nu méér investeren kan bepaalde kosten in de toekomst besparen.

11. Veel bezuinigingen komen op ons af: Rotterdam heeft zijn werkweekhuizen verkocht, het Millinxparkhuis is zo goed als gesloten, het buurtnetwerk is verdwenen, er is geen subsidie meer voor de conciërge en de schooltuin is dicht.

12. De markt en de media doen maar wat. We komen af en toe om in de reclame, aanbiedingen van onderwijsproducten die we niet kunnen betalen, enz. Uitzonderingen van prima acties zijn: Gratis Internet van KPN (in 2010 door Brussel verboden, nu dus niet meer gratis), de Ontbijtacties en Kiesacties van Albert Heijn met veel lekkere en gezonde producten, de actie van Philips met workshops door Philips-werknemers over duurzaamheid en energiezuinigheid én met allemaal nieuwe TL-balken in de hele school, de actie van 15 weken gratis verschillende soorten fruit van de Europese Unie. Ook zijn er dagelijks enquêtes en vragenlijsten die we al meer dan een jaar vriendelijk beantwoorden met de mededeling dat het invullen niet tot onze taak behoort.

13. Soms hebben we zelf last van alle Rotterdamse strengheid. Bijvoorbeeld het parkeren rondom de school moet zorgvuldig gemonitord worden, want een bekeuring is snel uitgeschreven. Ons bestuur betaalt per jaar meer dan

€ 5000 parkeerkosten voor het personeel van de school. Het parkeren kost zo ook tijd van administratie en directie. De dienst parkeerbeheer toont geen enkel mededogen voor het feit dat mensen uit de polder ’s morgens in de file staan om het hier beschreven werk te doen en dan een kaart vergeten.

14. Opvallend is de enorme job-rotation bij de organisaties die ons ondersteunen. Er is bijna niemand die weet hoe het twee jaar geleden hier toeging en ieder begint maar wat te doen....

 

5.2 Kansen en uitdagingen

Nadat ik het bovenstaande nog eens gelezen heb voeg ik ook de positieve punten van onze school nog toe. Waarom werk ik daar dan toch ? Onze school kent ook heel positieve kanten, deze maken het leuk en interessant om met de kinderen van de Millinxbuurt te werken: 

1. De leerkrachten hebben een positieve instelling, houden ondanks alles vol en nemen hun kinderen als uitgangspunt. Het team geeft unaniem aan (o.a. bij de medewerkerstevredenheidspeiling van het Bestuur) dat het werk als een grote uitdaging wordt gezien. We gaan iedere dag naar school om weer dat kleine stapje te maken.

2. De school is gezellig, er wordt hard gewerkt, biedt een opgeruimde aanblik en is prima ingericht. Het gebouw is in goede staat. De afgelopen jaren is keihard gewerkt aan verbetering en verfraaiing.


3. De organisatie klopt, voorheen stond hier dat we kleine groepen hadden; sommige groepen worden nu weer groter.

4. We hebben duidelijke uitgangspunten, een prima zorgstructuur, twee prima IB-ers en ook veel RT (meest binnen de klas)

5. Veel is erop gericht om leerlingen met problemen op te vangen en "op de rails te zetten", zo is er een flexibel welkom voor ieder kind op elk moment van het jaar. De Prismagroep is in juli 2005 opgeheven; nieuwkomers uit het buitenland zijn er nauwelijks meer. De instroom kunt u teruglezen in het Monument voor Prisma dat we virtueel hebben opgericht. Nieuwkomers ouder dan 6 jaar verwijzen we naar de taalschakelklassen op Zuid.

6. Het technisch lezen verloopt goed, De Wereld in Getallen is vervangen door Pluspunt, een nieuwe Taalmethode is ingevoerd, Puk en het programma Ko-Totaal werken in de Voorschool, er is Zitten, Staan en Lopen voor de anderstalige onderinstromers, er zijn onderwijsassistentes, er worden in bouwvergaderingen leerlingbesprekingen gehouden en een prima Schoolgebonden Maatschappelijk Werkster ondersteunt in voorkomende gevallen en heeft contacten met de hulpverlening. 

7. Het Zelfstandig werken is in ontwikkeling, in de onderbouw werken we met planborden en het dagritmepakket en in de midden- en bovenbouw zijn er afspraken over deze manier van werken. Hierbij gebruiken we verkeerslichten, time-timers en speciale dobbelstenen.

8. Voor ouders zijn er veel activiteiten en mogelijkheden en een ouderconsulente is voor hen en met hen bezig.

9. Het werken met de computer is gemeengoed.  Zie ook de website van de school www.CBSdeAkker.nl en de school is ook actief op Facebook, zie www.facebook.com/CBSdeAkker. We kunnen vanaf thuis op de splinternieuwe servers van school werken. Er zijn in het voorjaar van 2009 drie digitale borden gekomen die volop gebruikt worden. In 2010 kwamen er weer vier digiborden en in 2011 de laatste twee.

10. Er is een vakleerkracht gymnastiek die goede sportlessen verzorgt. In 2014 zijn we zelfs Lekker Fit!

11. De school heeft een groot OVB-, FAO-, en ROAP-verleden en voerde een Deltaplan Taalbeleid uit waarvan nu de vruchten nog geplukt worden. Er is in beleid continuïteit. 

12. De administratie vergt veel aandacht, maar is onder controle, we kunnen deadlines meestal halen. 

13. We hebben nog bondgenoten over in de buurt en werken met hen samen. Vooral de komst van het CJG en Frontlijn in 2010 geeft de nodige steun.


14. Feesten worden op school op bijzondere wijze vorm gegeven. 

15. Men is nog steeds heel hard bezig de Millinxbuurt te renoveren (nu is er nog 10% leegstand, dat was twee jaar geleden 25% en vier jaar geleden 75%) en er is een utopie verwezenlijkt door naast de school een Millinxparkhuis te bouwen waarin onderwijsondersteunende projecten vorm kunnen krijgen.

 

16. De politiek kent onze problemen en het geeft een goed gevoel samen plannen te maken en dit belangrijke werk vol te houden. Middels Pact op Zuid en langs andere wegen ervaren we veel impulsen. Helaas is overal de kas leeg.

17. Er is een sterk schoolbestuur dat ons op professionele wijze ondersteunt. 

 

6. Wensen en tips

 

En wat is er nog te wensen over? Natuurlijk blijft er een verlanglijstje voor de toekomst:

  1. Een afronding van de renovatie van de buurt, zodat de sociale omstandigheden van de kinderen verbeteren. Het duurt nu al 13 jaar.... We zien dat het werktempo hoog ligt, er staat (weer) heel veel in de steigers. Stof, lawaai, verkeer, containers horen daarbij Soms op 8 meter van onze voordeur. Rondom het Millinxpark is alles klaar, het wordt straks overal zo mooi, we houden nog wel even uit...
  1. Zorg en aandacht voor mensen die willen werken in dit soort onderwijs. Er vertrekt ieder jaar wel een leerkracht, omdat het "te zwaar" is in deze wijk. Ook zien we regelmatig verschijnselen van burn-out.
  2. Het is al een stuk verbeterd in de buurt, nu eens een poosje rust is heerlijk. Maar die rust krijgen we welhaast niet, wekelijks wordt van ons gevraagd mee te doen aan een of ander project. We doen mee aan Beter Presteren waarvoor we in overtuiging gekozen hebben. We weten ook waar we dus “nee !” tegen zullen zeggen. Blijf bij de kerntaak. Samengevat: we wensen nu een periode van rust (om hard te kunnen werken).
  3. Steun voor achterstandsgroepen en verbetering van het maatschappelijk klimaat, veel problemen van onze kinderen zijn hiervan af te leiden.
  4. Een forse impuls van het werk door RIAGG, Lucertis, AMK, schooldokter, CJG, Jeugdzorg en Raad van de Kinderbescherming. De meeste van onze meldingen komen op een stapel en je hoort er te lang niets meer van. Zo te lezen in "Ieder kind wint in Rotterdam" pakt de Gemeente dit geluid op en kunnen we hier verbetering verwachten.
  5. Een einde aan de sluipende bezuinigingen....

 

 

Welke adviezen heeft de school voor: andere scholen, schoolbesturen en gemeenten
Tips voor scholen en overheden die aan de slag gaan met Onderwijskansenprojecten: 

Tips voor de Overheid:
1. Bezuinig niet op onderwijs. Het is investeren in de toekomst. We zien sinds enkele jaren dat door de verandering van de gewichtengelden de klassengrootte soms richting de 30 gaat lopen. Dat was 30 jaar geleden een spookbeeld, nu werkelijkheid en zeker niet in het belang van kinderen en uitvoerders.

2. Praat vooraf met de werkers in het veld en vraag of een subsidiemaatregel zinvol is. En smijt geen geld op een plek waar in de praktijk weinig mee kan worden bereikt. Dus: inspraak geven!
3. Faciliteer scholen en geef ze de ruimte eigen beleid uit te voeren, de afschaffing van OALT, het wegbezuinigen van klassenassistentes, de topdownregeling aangaande NEON (2004) en de Harmonisatie in de peuteropvang zijn voorbeelden hoe het niet moet.

4. Regel niet alles via de Staatscourant. Door onderwijswensen te verpakken in wetgeving wordt het niet beter te controleren, maar wordt wel het werkveld gedemotiveerd. Zeker als de eisen onbereikbaar blijken.

5. Renoveer een wijk niet allen qua steen, maar vooral sociaal en qua mentaliteit.


Tips voor Scholen:
1. Onderschat niet wat een groot project teweeg gaat brengen op je school. Projectgeld zet veel in gang, maar levert ook veel werk op; wees je daarvan bewust
2. Zorg voor een gemeenschappelijke visie, zodat je samen kunt afspreken waar je voor staat. Het is dan ook gemakkelijker te kiezen wat je wel en niet je school laat binnenkomen.
3. Benoem bouwcoördinatoren die verantwoordelijk zijn voor een deel van de school. Zij dienen als klankbord, open lijn naar iedereen en houden directie en leerkrachten scherp.

    Gedeelde verantwoordelijkheid werkt beter dan alles alleen doen (zowel in de klas als in kantoor).
4. Beschouw het als een kans om zaken professioneel te ontwikkelen.
5. Ga eens kijken op een andere school.

Tip voor iedereen:
Denk niet dat iets onmogelijk is, in ons geval kwam er een park en een parkhuis dat aanvankelijk als utopie was bedacht.

 

 

 

12-04-2023 stoffel boot