Verhalen

De meeste van deze verhalen zijn geschreven door @Stoffel als directeur van CBS de Akker (1987-2022)
U leest dat als presentje, omdat u op een of andere manier deel uitmaakt van mijn tijd op CBS de Akker.

Het is bedoeld als een soort verslag van de hele hoge pieken die we beklommen en ook van de diepe dalen waar we doorheen trokken.
Met veel plezier en inzet heb ik er met veel collega’s iets moois van gemaakt in die 35 jaar.
Ieder jaar maak ik de balans op in oktober, deze beschrijft de omstandigheden van de school en onze acties en doelen. Deze is te lezen op  stoffelboot.nl/Verhalen/balansen.htm
In dit digitale boekje presenteer ik een andere balans. In de tijd op de Akker verzamelde ik pareltjes van verhalen en die rijg ik hier voor je aan een snoer.
Ik hoop dat je er de verwondering in terug vindt die ik had.
Dit is wat ik bedoel met de zin die ik zeer vaak uitsprak op allerlei vragen: “Ik kom iedere dag thuis met een verhaal dat ik zelf niet kan verzinnen”.

En met: “Het is nooit saai”.
Er zit ergens een boodschap en een lijn in dit boekje, zoals er een lijn en een boodschap zit in ons werk; soms is het nauwelijks te volgen allemaal.

Dat besefte ik 35 jaar.

Ik dank mijn collega’s voor het delen van de arbeidsvreugde op de Akker.
 

Naast een reeks korte verhalen zijn er ook iets langere. Soms grappig, soms zorgelijk en altijd bijzonder.

 

Sommige verschenen al in het boekje uit 2012:

 

  

 

 

Of in het boekje uit mei 2005

 

 

 

Of ze zijn nieuw.

 

Anders worden…
Verhaal voor de Themadag op de Akker 18 september 1991
Jermaine en Brayn zijn drie dagen in Nederland. Hun vader heeft hen afgehaald van het vliegveld toen ze met hun moeder uit Suriname kwamen. Ze zijn in het nieuw gestoken en nauwelijks van elkaar te onderscheiden want ze vonden in de winkel steeds dezelfde kleren leuk om aan te trekken.
Ze hebben ook dezelfde schoudertas. Onwennig kijken ze in de pauze met grote ogen om zich heen. Ze kennen al die kinderen op het schoolplein niet en ze kijken voorlopig de kat maar uit de boom. Rillerig staan ze bij de muur. Daar komen vader en moeder. Ze zijn gelukkig omdat ze herenigd zijn na
een te lange periode van er alleen voor staan, ze zijn trots op hun twee zonen die al zo flink zijn en nu helemaal keurig in het nieuw op een Hollandse school zitten.
Ze komen als zorgzame ouders drinken brengen. De directeur komt hen tegemoet.
"Drinken geven? Ja, prima".
"Maar wat hebt u daar? Dat is slagroom, dat moet u ze niet geven hoor, dat is niet lekker en ook niet gezond."
"Maar je kunt het toch drinken?"
Hoor maar. Vader schudt het bekertje heen en weer. Het klotst.
"Je moet de slagroom kloppen met suiker, niet drinken".
"O.K. Dan drinken ze straks thuis wel".
Enigszins beschaamd en uit het veld geslagen verlaten de ouders van Jermaine en Brayn het schoolplein.
Het is niet eenvoudig om zorgzaam te zijn.

 

 

1998 De blauwe badkamer
Onze school, basisschool “de Akker”, noem ik vaak een hotel. Leerlingen worden bij de vleet in- en uitgeschreven. Dit komt doordat de buurt waarin de school staat vaak als woon- tussen¬station wordt gebruikt. “De Akker” is een veelkleurige school in een oude, niet-gerenoveerde stadswijk van Rotterdam-Zuid.

Tabel1: leerlingenaantallen in- en uitgeschreven (alle groepen doen mee)

 

schooljaar

 

93-94

 

94-95

 

95-96

 

96-97

 

97-98

 

tussentijds ingeschreven leerlingen

 

124

 

81

 

102

 

88

 

113

 

via Schiphol binnengekomen leerlingen

 

44

 

45

 

22

 

19

 

54

 

tussentijds uitgeschreven leerlingen

 

120

 

84

 

120

 

101

 

102

 

vertrek groep 8 naar het V.O.

 

21

 

22

 

32

 

30

 

25

 

leerlingen in hetzelfde schooljaar in- en uitgeschreven

 

53

 

24

 

30

 

24

 

42

Bij het inschrijven maken we van alles mee. Zo zette deze week een Pakistaanse moeder haar handtekening onder het inschrijfformulier door nauwgezet de achternaam die ik bovenaan had genoteerd na te tekenen.
Mijn mede-directielid Pierre van Rikxoort, schrijft in 1997 weer eens een familie in die via Schiphol op de Dordtselaan is terechtgekomen (het aantal leerlingen dat via Schiphol naar “de Akker” komt, staat hierboven apart vermeld). Het gezin komt uit Colombia en vader vertelt geanimeerd over zijn voorgeschiedenis en van zijn ervaringen in Nederland. Pierre informeert hem over het Christelijk karakter van onze school: we vertellen de verhalen uit de Bijbel, we zingen, we bidden. Soms zeggen ouders dat men dat niet wil en wijzen we ze de weg naar een openbare school, maar nu is het geen bezwaar. Wél vertelt vader dat het in Colombia heel anders toegaat op het gebied van de religie: geesten van voorouders worden opgeroepen, de toekomst wordt gelezen, vloeken en zegens worden uitgedeeld en meer van dat bijgeloof wordt gepraktiseerd.
Pierre stelt vast dat de kinderen nu een Christelijke school gaan bezoeken en gevrijwaard worden van occulte gebruiken. Vervolgens informeert Pierre naar het adres. Dordtselaan zoveel dus. Pierre denkt: “Hé, daar woonde vroeger mijn tante Mien, o ja tante Mien, die liet toen een hemelsblauwe badkamer in dat huis installeren”. Dat dénkt hij dus. Hij vraagt aan de vader tegenover zich: “Zit er in uw huis misschien een blauwe badkamer? “ De ogen van de Colombiaan worden heel groot. Wat is dit voor helderziende? Quetzalcoatl2 ?
Pas nadat Pierre uitgebreid over zijn tante heeft verteld, vervaagt langzaamaan het beeld van de helderziende Christen bij de stevig geschrokken man.

1 "Deze tabel staat nog steeds in de Akkerbalans, bijgehouden tot 2022.
2 "Quetzalcoatl",bij o.a. de Mixteken, Tolteken en Azteken de god van het water, de vruchtbaarheid, sterren, maan en wind. *Encarta* 98 Encyclopedie Winkler Prins, Editie 1993-1997 Microsoft Corporation/ Elsevier. Alle rechten voorbehouden.



Schatgraven in de Millinxbuurt
van onze verslaggever ter plekke op 17 oktober 2001
Wie kent hem niet die buurt ? Klik in de site van het Rotterdams Dagblad eens op de zoekterm "Millinxbuurt" en je vindt een schat aan gegevens. Een schat ? O ja. De leerlingen van basisschool "de Akker" vonden er een stuk of tien. Potten met echte nieuwe dubbeltjes en stuivers. Mogen die muntjes ook nog even een kwartaaltje meerollen.
In het landje waar straks een prachtig park komt en ook een parkhuis, aan genoemde school vast, met een peuterspeelzaal, schoollokalen, computerlokaal en nog veel meer, lag een heuse schat begraven. Ik zal u wel verklappen door wie, maar nu nog niet. Met de uitgedeelde scheppen na de opbeurende woorden van deelgemeentebobo Dominique Schreijer was het aanvallen geblazen. De kluiten vlogen je om de oren. Meester Jop van groep 7 stichtte de nodige verwarring door steeds "daar" of "hier" te roepen. De eerste pot werd opgegraven, een reden om nog harder te gaan spitten. Tot je goedkope schep in stukken brak. Niet zo erg, want er stonden er nog wel honderd. Ze werden uitgedeeld door de pronte communicatiemedewerkster van Maak Millinx Mooier, inderdaad de aanstichteres van deze kinderarbeid.
Na enige tijd zijn negen potten met geld opgegraven., de tiende zal een onopgelost mysterie blijven. Blij en tevreden gingen de meesten genieten van een vrije woensdagmiddag Hier en daar loopt nog een Millinxer rond die nog niet snapt hoe zoveel schatten plots gevonden werden. De volgende dag al reden de graafmachines het terrein op en deed men de beloften gestand: het multiculturele park zal er nu komen, inclusief fontein.
Binnen vier uur vonden de werklui de telefoonkabel waarop alleen de school nog aangesloten is en ze trokken hem kapot. Je moet niet klagen bij renovatie luidt een bekend Millinxspreekwoord. Dus besluiten we met een welgemeend "hoera" voor alle werkers in onze buurt die steeds Mooier wordt.
Hier vindt u een artist impression van park en parkhuis en een paar foto's van de bouw ervan !
 


Storend gedrag van ouders
Er moet eens wat aan gedaan worden, aan dat storend gedrag van ouders. Natuurlijk, ik weet het, begin bij jezelf. Misschien voelt u zich als leerkracht ook wel eens als de kassajuf bij de Hema wanneer ouders het rapport komen ophalen. Wellicht bent u wat vriendelijker dan zij, maar krijgt u toch het idee dat iedereen druk, druk, druk is. Dus: snel afrekenen, en die praatjes bewaar je maar voor een ander.
De school is toch al zoiets als de supermarkt. Is het bij een ander goedkoper, dan zie je ze niet meer terug. De Cito-uitslagen komen in de folder, je winkel moet er piekfijn uitzien. Toch blijf je een soort koopjeskelder, zoals je behandeld wordt.
Al die ouders vinden alleen hun eigen kind belangrijk. Ze vinden dat je dat kind niet teveel moet belasten en opjagen en óók dat het straks minstens naar de universiteit kan. Als leerkracht moet je dan altijd maar schipperen.
Ik kan me soms wel ergeren aan het storend gedrag van ouders. Hier volgen wat voorbeelden:
Gearresteerd worden voor de deur van het kleuterplein, terwijl de hele school toekijkt. Doe dat toch ergens anders. Bij het bijwonen van een les gaat de GSM af. Bij het bijwonen van de les zegt de moeder dat het wél mag, terwijl het van de juf niet mocht. Een vader belt de directie: zeg tegen Sander uit groep 7 even dat hij de karbonade uit de vriezer legt. Angelo van groep 6 zegt tegen zijn moeder: vandaag ben ik jarig. Vervolgens gaan zijn ouders voor hem zingen; dat waren ze even vergeten. Een vader komt zijn zoon tegen op winkelcentrum Zuidplein, deze meldt zich jarig. Vader koopt terstond een cadeau; hij was het even vergeten. Nou ja, dat is tenminste nog wat. Veel ouders beloven tegenwoordig alleen nog cadeaus wanneer hun kind jarig is.
En dan het telaatkomen. Wij spreken ouders daarop aan en reiken ze een gele kaart uit met daarop de juiste schooltijden. Ze verdedigen zich bijna allemaal door zich achter hun kind te verschuilen: "Hij wou niet eten, aankleden, haren kammen, uit bed; hij kon zijn kleren niet vinden; hij wou niet doorlopen…" Flink hoor.
En dan de ouders die hun kind wel brengen, maar niet ophalen. Omdat ze liggen te slapen, op visite zijn, of de tijd niet in de gaten houden.
Maar het meest boos word ik op een opa die iedere dag zijn kind op de fiets brengt, het kind voor de deur afzet en vervolgens een grote halve cirkel maakt en wegfietst zonder "boe" of "bah" tegen het kind te zeggen, en zonder om te kijken naar huis fietst….
Ik hoop dat u soms ook wat irritatie bemerkt op dit gebied. Dat kan helemaal geen kwaad. Zet die irritatie dan maar om in goed werk voor die kinderen. Ze verdienen het! En blijf klantvriendelijk…

De namen Sander, Stoffel en Angelo zijn om privacy-redenen gefingeerd.
januari 2000, stoffel


 

DE NACHT door Win Malacia, groep 7
In Curaçao, mijn vaderland, is het 's avonds heel mooi. Blauwe hemel, sterren, de maan, veel te mooi om ernaar te kijken. En wat ook leuk is 's avonds is om aan zee te gaan zitten, je hoort het geluid van de zee. En de zee is heerlijk helder, lichtbruin water en zand, het lijkt net goud, maar ja. Toen ik op vakantie in Curaçao bij mijn oma logeerde was het best gezellig, mijn oma is nergens bang voor. 's Nachts slapen we gewoon met de voordeur open, dan is het lekker fris in de woonkamer. 's Nachts is het bijna net zo druk als overdag, vooral 's zaterdagsavonds is het druk buiten, want dan gaan veel mensen naar feesten, enzovoort. Als het daar in Curaçao carnaval is, feesten de mensen in Curaçao heel veel, ze zwaaien met bierblikjes en confetti en serpentine en degenen die al dronken zijn, laten hele flessen champagne gewoon zo op de grond vallen en lachen; en ze gaan zo door tot in de nacht. En als ze thuiskomen vallen ze als betonblokken op hun bed en dan snurken ze en dan slapen ze als rozen en als ze 's ochtends wakker worden is het het werk van de vrouw om de man zijn kleren te gaan wassen. Mijn oma kan hele lekkere kokoscake maken. Ze maakt eerst het deeg en dan gaat ze de kokosnoten van de boom plukken. Maar dat doet ze niet zelf. Dat is veel te gevaarlijk, want de kokospalmen zijn heel hoog. Dat doet haar buurman voor haar. Die is heel goed in klimmen, hij is ook niet bang dat hij naar beneden valt. Hij bindt een touw om zijn middel en klimt naar boven met een mes in zijn mond. En dan, als de kokosnoten er zijn (bij mijn oma), hakt ze ze doormidden., doet de kokosmelk eruit en wij mochten dat dan opdrinken. Het is lekker zoet. Daarna, als de cake klaar is, mogen wij 's avonds na het eten een stukje proe¬ven van de cake.
Een keertje was mij oma vergeten om de kokosnoten doormidden te hakken en toen ze eraan dacht, was het al ongeveer halftwaalf. Toen ging ze de kokosnoten doormidden hakken, maar het was al donker buiten. Ze kon bijna niets zien, want alle huizen in Curaçao waren op zichzelf, ik bedoel dat niet zoals in Nederland veel flats en zo zijn. Nee, in Curaçao zijn alle huizen bijna naast elkaar, de straten zijn daar ook heel lang. Dus mijn oma ging de kokosnoten hakken. In Curaçao had mijn oma twee tuinen, één helemaal achterin en één vooraan. Nu heeft ze ook nog een balkon, dus ging ze in de achterste die avond noten hakken en toen had ze per ongeluk haar vinger bijna er afgehakt. Dus zijn wij geschrokken natuurlijk. Maar mijn oma is een sterk mens, ik vond het een beetje eng, want ze zoog het bloed gewoon op. En weet je wat ze zei ? "Het is niks, omdat het al vaker gebeurd is, daarom". Ze verkoopt nu nog steeds kokoscake in Curaçao, maar dan laat zij mijn oom de kokosnoten doorhakken. Toen ik uit Curaçao ging, hadden wij drie kokospalmen, maar mijn oma liet er nog twee planten.

In Nederland is het 's nachts een beetje eng. De ramen klapperen, de deuren waaien. Als ik 's nachts geluiden hoor, kruip ik gewoon onder mijn dekbed en ga ik rustig slapen. Mijn moeder is bang voor kakkerlakken en ratten. Gelukkig hebben we die niet in huis. Als mijn moeder een kakkerlak of een muis ziet, rent ze gelijk het huis uit. Ook al is het 's avonds, 's nachts, 's middags.
Ik heb een cavia, daar durft ze ook niet zo dichtbij te komen. Ze zegt dan dat hij op haar gaat springen. Dat denkt ze. Mijn moeder heeft angst voor veel dieren. Soms, in het weekend, gaat mijn vader videofilms huren. Vaak zijn het enge films. Ik kijk er ook wel naar, maar als ze heel eng zijn niet. Dan ga ik, als ik ga slapen van alles verbeelden. Een keer hebben we een film gezien. Het waren clowns die in het circus mensen aan het lachen gingen maken. Daar ontvoerden ze de kinderen zonder dat de mensen het zagen. En daarna gingen ze de kinderen opeten. Het waren mensetende clowns. En de circusdirecteur en zo wisten het niet. Nadat ik naar die film keek, onderzocht ik alle kasten, mijn bureau en onder mijn bed. En toen pas ging ik slapen. 's Nachts zat ik zo in mijn bed en hoorde ik allemaal geluiden, maar ik ging gewoon slapen. Voor zoveel dingen ben ik niet bang. Maar voor sommige dingen wel, zoals: De achtbaan van Walibi (ik ben maar één keer in de achtbaan geweest, maar hij ging niet over de kop) en voor gevaarlijke honden. Soms verbeeld ik me veel dingen, maar niet altijd. Om alleen in een groot bos te lopen, vind ik niet eng. Maar wel als ik me ga verbeelden.
 

Ik vond het verhaal van Win Malacia fantastisch en stuurde het in bij een wedstrijd van Hoop. Hij won de eerste prijs die later (hij was toen al van school) bij ons werd uitgereikt.

Hier twee foto's van de prijsuitreiking

 

   

 

 

Mijn motivatie om hier te werken
Stukje voor het boekje in het kader van het SIB-proces, oktober 2011
In mijn werk kom ik elke dag de hele wereld tegen in een notendop. Ik zie op school alle mensen en kleuren van alle continenten; ik hoor alle talen, geloven en problemen, ik zie alle glimlachen en tranen en proef alle smaken van het eten.
Ik herken het verhaal van de barmhartige Samaritaan in mijn werk, zoals wij de mensen mogen helpen, mensen die niet verwend zijn, maar een duwtje nodig hebben dat ik kan geven.
Ik herken het verhaal van de Zaaier op de Akker en mijn werk draagt vrucht, 30- 60- of honderdvoudig. Om me heen groeit en bloeit het.
Met mijn collega’s samen mag ik dit doen, harde werkers, niet snel tevreden met zichzelf en anderen. In plaats van weg te lopen, te schelden of het gemakkelijke pad te kiezen, pakken we aan, steken we de handen uit de mouwen en kiezen we de lastige route. Elke dag heeft een verrassing, iets dat je zelf niet bedenken kunt. Zo zijn er prachtige reacties van oud-leerlingen, ouders en kinderen. We beleven hoge hoogtepunten en ook diepe dieptepunten. Zo ervaar ik op de school van oost naar west, van noord naar zuid, van hoog naar laag, van blij naar verdrietig, een enorme ruimte die me de mogelijkheid geeft alles uit mezelf te halen.
“Ora et labora”, zei Benedictus. In bidden ben ik geen ster, dus zoek ik het in werken. We zoeken naar kennis en groei, omdat de mens, de mensheid daarvoor gemaakt is. Mijn oma werd geboren in een tijd zonder vliegtuigen, telefoon en luxe. Onze Akkerkinderen gaan ook nog van deze uitvindingen meemaken en wij maken hun geest daar rijp voor. Straks staan ze aan ons bed en achter onze rolstoel.
Werk ze, stoffel

 


 

Een interview
Stoffel Boot is directeur van de Christelijke Basisschool De Akker en heeft, naar eigen zeggen, een geheugen als een zeef. Maar hij heeft wel een heleboel spullen. Een nog steeds uitdijend archief is in drieën opgedeeld. Een belangrijk deel ligt thuis, een ander deel op school en veel is te vinden op internet, op een afgeschermd deel van de site van Christelijke Basisschool De Akker.
“Ik bewaar erg veel dingen. Dit bijvoorbeeld is de bijbel van de Millinxbuurt: “Een drugsscene op Zuid”. Er komen hier heel veel mensen en die vragen: wat is hier nu precies gebeurd. En dan moet ik dat allemaal vertellen en dan komt er de volgende dag weer iemand. Daar word je zo moe van. Want dan zie je dus iedere keer weer die hele bak vol ellende aan je voorbijtrekken. En dan denk je ook bij je zelf, we zitten er eigenlijk nog midden in. Dus ik heb het hele verhaal op internet gezet, kan iedereen die dat wil het gewoon daar vinden. In 1994 moest ik een praatje houden voor het onderwijs in Breda over de Rotterdamse aanpak. Dus toen heb ik de zaken eens op een rijtje gezet en dat daarna ieder jaar bijgehouden. Op internet dus.”
Stoffel Boot duikt weg in een kast om er weer uit te komen met een dikke map. “Dit is de Millinxbuurt in de krant. Ook bijvoorbeeld dat geval van dat Marokkaanse meisje dat in Barendrecht is verdronken. Waarvan de omstanders geroepen zouden hebben: het is maar een Marokkaanse. En dat meisje zat hier op school. De cameraploegen kwamen helemaal uit Duitsland.”
“Van 1990 tot 1995 heeft niemand in de gaten gehad wat er gebeurde. Het gebeurde gewoon en het ging redelijk gestaag. Toen ik hier kwam in 1987 was de helft van de kinderen van Nederlandse oorsprong . Naar het midden van de jaren negentig werden dat er steeds minder. In die periode heb ik heel veel mensen op de vlucht zien slaan. Richting Pendrecht, IJsselmonde en nu gaan die zelfde mensen weer vermoedelijk richting Carnisseland. Zie je zo een golfbeweging. Dat staat nu ook in het programcollege van B en W: de mensen die wat te betalen hebben die ontvluchten de stad en waar blijft de stad dan mee zitten? En dat hebben we hier aan den lijve mogen ondervinden.”
“Vanaf de Maashaven had je zo’n soort mierenpad van mensen die bij station Maashaven uitstapten en dan hier ergens in de straat drugs kwamen kopen en dan weer terug liepen. En dat ging de hele dag zo door. Dan stonden wij hier in de lokalen les te geven en aan de overkant zag je die stroom, het was net of er iets gratis werd weggegeven. Alleen ’s ochtends was het rustig. Alhoewel ik op een mooie morgen hier ook wel eens kwam dat iemand in een portiek op de Dordtselaan al zijn handelswaren had uitgestald en mij toeriep: ‘PC kopen?’ Een soort PC-privé project hier op de Dordtselaan. Er stond een systeemkast, er stond een monitor, een toetsenbord, hij had het hele zaakje compleet. Ik kon het zo meenemen, maar dat deed ik natuurlijk niet.”
Stoffel Boot bladert weer door zijn archief. Bram Peper, Willem-Alexander, Burgemeester Opstelten. Wim Kok. Roger van Boxtel. Herman Meijer. En natuurlijk: De Koningin!
“Als school hebben wij wel een mening gehad over Topscore, een project voor verslaafden. Moet dat nou hier vijftien meter bij de schooldeur vandaan? Maar ik heb nu een goed contact met die jongens. Van de week ben ik even bij ze langs geweest, breng ik een doos met Lions mee en dan zeg ik, joh, doe jij dat plein weer eens als je wilt, sop de portiek weer eens uit. Mwah. Gaaf.”
“In 1998 kwam hier een Pakistaanse vader wiens kinderen hier al een tijdje op school zaten en die zei: wij gaan de wijk uit. Dat ik dacht: hè? En dat was jammer want die kinderen konden hartstikke goed leren. En toen dacht ik, nu gaan we wel erg hard achteruit.”
Ik heb wel eens gezegd: het is geen school, het is een hotel. Mensen komen, mensen gaan. Er is een enorme doorstroom, net als in de buurt zelf. En niemand daarvan bekommert zich om het hotel. Mensen geven er geen pest om als het hier een zootje is. Ook al begint dat gelukkig langzamerhand een beetje te veranderen.
In de lanen woonden dokters, advocaten, of de mensen werkten op een bank. Ik kan de gezinnen nog zo voor me halen. In de meeste gevallen allemaal goed opgeleide mensen. Die woonden daar keurig in een pandje. De Dordtselaan en de Mijnsherenlaan waren hele sjieke straten. En in die binnengebieden woonden de arbeiders. Deze buurt is in de jaren dertig hier neergezet en dat waren allemaal havenarbeiders en zo. Maar een hele nette buurt. Iedereen sopte zijn stoepje, iedereen waste zijn ramen, klopte zijn matje en de mensen gingen op zondag, naar de verhalen die ik daarover gelezen heb, met zijn allen naar de kerk. En later, samenvallend met de toenemende ontkerkelijking, naar de Kuip. En dat verschil is misschien niet eens zo groot als je denkt.
Ik kwam hier in 1987 en ik weet nog goed dat in 1989, hier in de gymzaal, de renovatie van de Millinxbuurt werd aangekondigd. In het kader van de stadsvernieuwing. In die periode kregen we staatssecretaris Heerma en die moest meedoen aan een nieuwe bezuinigingsronde van een van de kabinetten Lubbers en die heeft die renovatie toen afgeblazen. En toen is hier aan de bewoners verteld: er is geen geld. In die jaren is er echter in Bloemhof, aan de andere kant van de Dordtselaan, wel gerenoveerd. Als je door Bloemhof fietst dan zie je daar nu allemaal schotelantennes hangen. Die mensen die wonen daar en die hebben hun eigen cultuur en die blijven daar ook wonen. Daar is geen hotelsituatie. En daar gaat ook niet zo gauw een junk tussen zitten. Daar is controle van de bewoners zelf, die zijn zuinig op hun buurt. Maar hier ging de renovatie dus niet door, dus de mensen hadden zoiets van: ik ga hier weg. En daar kwam een opvulling van slechteriken voor in de plaats. En dat ging heel snel. D’r kwamen d’r steeds meer. En als jij tussen twee slechteriken woont dan wil je weg en dan komt daar ook weer een slechterik voor in de plaats en dan is de hele straat zo naar de gallemiezen. En met slechteriken bedoel ik dan verkopers, dealers. Wat gepaard ging aan een enorme vervuiling. En daardoor gingen weer mensen weg. Kortom, in hele korte tijd ging de buurt verschrikkelijk achteruit. En dat hele proces binnen een jaar of twee, drie, dat je zegt, de buurt is gewoon overgenomen. Als je nu op de Dordtselaan komt dan staan er allemaal van die gasten. Dan denk je, wat doen die nou hier. Nou dat weet je dus niet, daar is wel onderzoek naar gedaan, daar is een rapport over geschreven. En die slager en die bakker die zegt, ik uuuh, ik ga hier weg. Want d’r komt niemand hier meer handel halen, ja , van die gasten, maar niet van mij. En zo was het hier twee jaar geleden. Dan stonden ze dus hier, de hele dag. Soms zetten ze een paar stoelen neer, en een tafeltje en dan gingen ze dobbelen. En dan legden ze dus briefjes in het midden met een vuurtoren er op, tot zulke hoge stapels. Ken je die briefjes met een vuurtoren erop? Dat is een briefje van tweehondervijftig gulden. Die zien jij en ik niet zo vaak. En dan ging dat zo van zak naar zak. En dan stond ik hier uit mijn raam te kijken. En dan dacht ik, ik krijg ontzettende last van mijn arbeidsethos. Ik weet niet wat precies, maar het spreekt mij totaal niet aan. Maar daar stonden ook allemaal hele gezonde kerels bij die hier kinderen op school hadden. Maar wel in die scene zaten. En er zaten jongens bij die zelf helemaal niet gebruikten, maar anderen hartstikke veel verkochten. Als het regende dan stonden ze hier onder die boom en er werd gehandeld bij het leven.
Maar de overlast is nu een heel stuk minder. Als je goed kijkt, dan zie je nog wel eens wat. En wat er nu gebeurt, is dat er ontzettend veel fietsen gestolen worden dus nu is dat weer handel.
Ze hebben hier een hele tijd op van die scootertjes heen en weer gereden dat je er helemaal simpel van werd. Ik heb dubbel glas gevraagd en dat bevalt me prima. Scootertjes zijn inmiddels ook grotendeels weg.
Midden in de jaren negentig was er helemaal niks. Er was geen politiebureau, er was geen peuterspeelzaal, er was nog geen Buurtpost, het jongerenwerk zat allemaal in De Graanschuur een heel eind verderop. Er gebeurde hier echt helemaal niks. Maar ja, de overheid heeft dit natuurlijk ook niet gewild. Ze hebben wel geïnvesteerd in de buitenruimte want er stond hier vlak aan de overkant een school, een streekschool, een verschrikkelijk plomp gebouw. Er kwam geen lucht en geen licht meer tussen. Dus de deelgemeente heeft op een gegeven moment die school weggehaald. En het plein opgeknapt tot zoals het er nu bij ligt. De speeltuin is opgezoomerd, ze hebben de Buurtpost hier neergezet. De politie heeft hier aan de overkant gezeten. Na lang aandringen van mij is er een peuterspeelzaal gekomen, het Molentje. Zo kwamen er steeds meer voorzieningen. Maar in die tijd was het enige antwoord van de deelgemeente op de problemen: we gaan het plein mooi maken. En als het plein mooi is, dan komen daar mooie, jonge, fijne mensen wonen met leuke kinderen en dan gaan die junks die gaan weg. Ja, vergeet het maar. Dat plein werd prachtig maar de junks gingen niet weg.
Het kantoor van Stoffel Boot ademt aan alle kanten het Millinxparkhuis. Er staat een maquette, er staan digitale afbeeldingen tegen de wand, natuurlijk staat de site van De Akker vol met afbeeldingen in een slideshow, zelfs de screensaver van zijn computer laat een digitale animatie van het nog te bouwen Millinxparkhuis zien. Stoffel Boot kan bijna niet wachten, want ja, hij krijgt er dan een paar lokalen bij en de peuterspeelzaal het Molentje kan uit de noodlokalen weg.
Dat de gemeente de school heeft gered van sluiting wegens te weinig leerlingen, is wel een beetje een indianenverhaal, die zitten er soms ook tussen. Het verhaal van Rob Dekker is uuh, kijk, als school hebben we ooit driehonderd leerlingen gehad. Dat was in 1992, de tijd dat hier nog weinig aan de hand was. Toen zijn we gezakt naar tweehonderdveertig, tweehonderdertig af en toe, en daar blijven we op. Heel veel van onze leerlingen komen niet hier uit de straten, want als je hier nu door de straten fietst, is het bijna helemaal leeg. Er woont niemand. Er komt een aantal uit Bloemhof, er komt een aantal uit Pendrecht. Die woonden ooit wel eens hier, maar die zijn weer een stukje verder verhuisd, en die kinderen blijven dan vaak op school. Omdat ze het toch wel leuk vinden, de Akker. En een tijdje heeft het er naar uitgezien, we gaan die hele wijk even leegmaken, platleggen, bevriezen. Nou dat duurde heel erg lang. Toen is op een gegeven moment wel de vraag ontstaan, van wat gebeurt er als ik door de bodem zak; honderdtachtig of zo. En toen is er voor scholen in dit soort wijken een speciale regeling gemaakt om, wanneer zich dat zou voordoen, de school toch open te houden. Maar dat heeft zich dus nooit voorgedaan. Wat wel zo is, is dat we eigenlijk gezien het aantal leerlingen geen recht hebben op nog eens twee lokalen in het nieuwe Millinxparkhuis, maar dat is dus het verhaal van Rob Dekker. Hij heeft financiën gegenereerd voor het Millinxparkhuis vanuit de Dienst Stedelijk Onderwijs en zo komen wij aan nog eens twee lokalen. Maar als je om je heen kijkt en al die nieuwe huizen zijn straks weer bewoond dan mag je aannemen dat het leerlingenaantal van De Akker weer zal stijgen. Want het zijn toch veelal jonge gezinnen die hier komen wonen.

Telefoon.
De Akker, met Boot, goedemorgen.
Ja, dat kan niet, want ze staat voor de klas.
Ja, dat duurt… Dat gebeurt ook nog af en toe.
Over een uurtje, ongeveer. Ja.
Ja.
Dan moet ze nog terug komen van gym, dus het kan nog ietsje later zijn.
Oké, bedankt. Dag.

Weer telefoon
De Akker, met Boot, goedemorgen.
Dag Harald
Ja.
Ik geloof niet, nee. Staat die ergens anders ingeschreven?
Hij staat op mijn lijst, he.
Nee.
O. Weten ze waar het is dan?
Ik ook nie.
Maar wat wil je vragen, want ik zit midden in een gesprek.
Ja.
Jullie hebben de aanmelding ontvangen en sinds die tijd hebben we de geachte leerling niet meer gezien.
Er is ook geen contact meer geweest.
Prima. Hartstikke bedankt. Joeh, dag Harald.

Er staat een vader aan de deur van het kantoor van Stoffel Boot.

“Ik ben bezig met iemand uit Australië die in 1960, toen heette dit nog anders…”
“De ‘Dominee J. van Haeringenschool’ heette het toen”, zegt Stoffel.
“Toen is hier ook koninklijk bezoek geweest. Koning Olav.”
“Ja, dat heb ik wel gehoord, ja.”
“En die persoon in Australië die weet daar meer van. Dus daar ben ik mee bezig.”
“Zo! Leuk! Ik heb daar wel van gehoord. Voor mijn tijd is meneer Hammer hier directeur geweest en daarvoor mevrouw Toos Schipper.”
“Ik ben ook al bezig geweest om in het stadsarchief te zoeken…”
“Ik ben bij die mevrouw die hier toen directrice was wel thuis geweest en ik heb gezegd, ik wil dingen zien van vroeger. Maar ze begreep niet waar ik het over had.”
“Ik ga nog even naar het Stadsarchief want het lijkt mij dat er foto’s gemaakt moeten zijn van dat bezoek van koning Olav.”
“Nou, dat vind ik hartstikke leuk, want ik ben gek op dingen van vroeger.”
“Maar dat is ook voor Trudy, want die wil dat ook weten.”
“Ik weet alleen dat uuh, de kinderen zijn naar het stadhuis geweest. Die hebben het Wilhelmus gezongen, met vlaggetjes. Dat weet ik. Koning Olav heeft daar wel iets gezegd.”
“Maar hij is ook hier geweest.”
“Ja, ja, dat weet ik.”
“Als ik tijd heb ga ik naar het Stadsarchief en dan ga ik ….”
“Dat zou ik erg leuk vinden. Ik ben heel erg benieuwd want dan zet ik het op de site.”
“Oké.”
“Oké, leuk Wim!”

Nu staat Stoffel Boot een moeder te woord, in het Engels. Tegelijk gaat de telefoon.
“En zo gaat het hier de heele dag. De Akker, met Boot, goedeeee….”, een blik op de klok, “middag.”
Ik heb zelf kinderen en ik praat met mijn kinderen daarover. Ze zijn nu nog kneedbaar en ze zeggen nu dat ze het nooit zullen doen. Roken, drinken, drugs. Maar op een gegeven moment kom je allemaal als ouders in het stadium dat je een jongen moet loslaten en dat dat niet altijd harmonieus gaat. En dat je soms niet weet wat kinderen kiezen. Op dat moment moet je je kinderen zo gewapend hebben dat ze die keus kunnen maken. Maar er zijn hier een heleboel kinderen op De Akker die zover niet zijn en die die keus niet kunnen maken. En die ook nooit zover zullen komen.
Als ik met scholen in de Beverwaard praat dan hebben die 40.000 gulden glasschade per jaar. En ik nog geen vierhonderd. En de enige keer dat ik hier eens glasschade heb dan gaat er per ongeluk een bal door het raam. Vandalisme is iets waar wij nauwelijks mee te maken hebben.
Ouders kwamen hun vierjarig kind op school brengen, slalommend door, door, nou ja, door al die dealers en die junks. En sommigen daarvan kende ik, want die hadden hier hun kinderen op school, en dat is dan toch een heel ander gevoel dan wanneer je niemand kent en denkt, dat zijn allemaal donkere gorilla’s die daar een beetje vijandig uit hun ogen staan te kijken. Dat was het beeld dat ze opriepen. Heel veel mensen brachten hun kind hier naar school, die slalomden er zo een beetje doorheen en die dachten van, dat wil je toch niet meemaken. En dan zei ik ook wel, jongens, ga aan de andere kant staan, waarom hier bij dat hek, ga naar de overkant. En Arend Koster die kreeg dat voor mekaar, die zei gewoon van, je moet daar gaan staan. Niet hier. Die wist dat dan te regelen met de baas.
Vorige week heeft een Marokkaanse vader die hier vier jonge kinderen op school heeft zijn frituurpan die in brand stond proberen te blussen met een emmer water. Daarbij is hij zelf helemaal verbrand en zijn kinderen die laat hij nu aan hun lot over. Een maatschappelijk werker van de school en een maatschappelijk werker van Charlois’ Welzijn zijn samen bezig geweest om voor hem thuiszorg te regelen.

Ik weet niet of je een Asterix-fan bent, maar er is een episode waarin ze van loket naar loket worden gestuurd. En dat gevoel heb ik hier ook heel sterk. Bijvoorbeeld het Millinxparkhuis, dat geld moet van de ene naar de andere rekening. Er zijn honderd mannetjes. Mannetje nummer een weet, dat geld, dat is er, prima geregeld door Duco, vraag me niet allemaal hoe, want dat is te ingewikkeld. Het is ook niet normaal. Mannetje nummer een moet aan nummer twee uitleggen, en nummer twee aan nummer drie. En alle honderd moeten ze ook wat doen. Maar die is met vakantie en die is ziek en die, daar is een vacature. Voordat dat eens een keer de revue gepasseerd is, dat is zo erg.. En zo is het met heel veel dingen. En ze hebben allemaal een diploma maar vóór sommige mensen in de gaten hebben hoe bepaalde stapjes genomen moeten worden, nou, dat valt niet mee om dat allemaal uitgelegd te krijgen. Dan zie je iemand aan het werk en dan denk je, ja, maar dat bedoel ik helemaal niet. Interpretatie van een interpretatie van een interpretatie. Dus alles gaat langzaam, het gaat bijzonder langzaam.

Men komt graag op een slecht verhaal af. Daar heb ik ook veel van geleerd. Op de website heb ik een verhaal gezet: kansen en bedreigingen. Nou, dat vertelde ik dan ook aan een journalist, he, van de moorden en de aanslagen en de junks. Dat schrijft lekker weg. Maar het lijstje van: we hebben die-en-die aanpak, we gaan dat-en-dat project doen, dat is niet interessant. Maar dat is het wel natuurlijk. Maar dan denk je: he? De helft van mijn verhaal staat er niet in. Alleen de rottigheid. Zo heb ik nog een Panorama liggen met het verhaal van vermoorde Henk. Voor de school vermoord. Op zijn stoel. Er kwam iemand langs en die stak een mes in zijn rug. En de kinderen hebben allemaal gezien hoe die weggedragen werd, en oké, Henk was er niet meer. En dan was het, jongens, volgende som. En De Nieuwe Revue met ‘de rotste wijk van Nederland’, De Volkskrant ook. En dat doet de buurt geen goed. Op een gegeven moment zijn we daar ook een beetje mee gestopt, geen interviews meer. Nu is Beatrix geweest, Nawijn is geweest en we zijn twee dagen op tv geweest, hartstikke leuk. Maar nu is het weer eventjes genoeg geweest.

Mensen zoals Ellie, onze conciërge, die kom je ook maar heel weinig tegen. Dat is echt de parel van de Millinxbuurt. Die heeft de junks boven zich gehad. En die heeft met haar man een caravan gekocht en als het even kan zitten die op Oostvoorne, te genieten van de rust. Dan kan ze er hier weer een poosje tegen.

Dit interview werd afgenomen in 2002, dat is alweer heel lang geleden.

En hoe anders is het nu, veel is veranderd
Het is ieder jaar anders, al 25 jaar!

Dat schreef ik tien jaar geleden in een jubileumboekje

 

Waarom heet onze school "DE AKKER" ?
Kent u het verhaal uit de Bijbel over de Zaaier? Hij zaait op de akker en hoopt dat deze zaadjes wortel schieten en vrucht zullen dragen. Zo willen wij ook bezig zijn in het leven van de kinderen. Door het vertellen van Bijbelverhalen en het geven van lessen hopen wij de kinderen inspiratie mee te geven voor hun latere leven, zodat ook zij de vruchten daarvan zullen plukken.

Een zaaier ging uit om te zaaien
'Wat Jezus de mensen leert,' zei Mattheüs, `is dus heel makkelijk. Maar het is ook heel moeilijk.'
'Hoezo?' vroeg Lucas. 'Nou, neem het verhaal over Jezus en de kinderen dat jij vertelde. Als je klein bent, wil je groot worden, maar als je groot bent, moet je weer klein worden. Dat is makkelijk om te begrijpen, maar het is moeilijk om te doen.'
'Ja,' zei Lucas. `Daarom kwam Jezus er ook iedere keer weer op terug. Hij hoopte dat in ieder geval een paar mensen zijn woorden zouden vasthouden.'
'De meeste woorden die hij sprak, verwaaiden in de wind,' zei Mattheüs. `Herinner jij je nog de gelijkenis van de zaaier, die hij aan Johannes en Andreas en de andere discipelen vertelde? Dat verhaal gaat daarover.
Jezus zei: "Een zaaier ging uit om te zaaien. Een deel van het zaad viel op het pad, er vlogen onmiddellijk vogels op af en die pikten het op. Weg zaad.
Een ander deel van het zaad viel op rotsige grond, waar maar een dun laagje aarde lag. Het zaad kwam op, er groeide een klein plantje, maar toen de zon ging schijnen verschroeide en verdorde het, want het had geen wortels om water te drinken.
Nog een ander deel van het zaad viel tussen de doornstruiken, maar toen die struiken groter werden, kon het plantje niet groeien, het stikte, het droeg geen vrucht.
De rest van het zaad viel in goede aarde. Het ontkiemde en droeg vrucht. Uit ieder zaadje groeiden wel dertig nieuwe zaadjes, of zestig, of honderd!"
"Dat is een mooie gelijkenis," zei Johannes. "Die zullen we onthouden."
Maar nog diezelfde avond was Andreas zo eerlijk om te zeggen dat hij de gelijkenis niet goed begrepen had en eigenlijk al half vergeten was. "Zou je haar alsjeblieft willen uitleggen?"
"Dat is goed," zei Jezus. "Een deel van het zaad viel op het pad. De grond is daar hard. Sommige mensen zijn net zo gesloten, ze zitten potdicht, er kan niet één woord uit de hemel binnenkomen. De zaaier heeft voor niets gezaaid. Een ander deel viel op rotsige bodem, waar maar een beetje aarde lag. Het zaad ontkiemde, maar slechts voor even. Je hebt van die mensen: ze roepen meteen dat ze iets heel mooi vinden, maar het zit niet diep, het zaadje schiet geen wortel. Het plantje verdort snel, die mensen vinden ineens weer iets anders mooi. Iets wat niet zo moeilijk is. Nog een ander deel viel tussen de doornstruiken. Hebben jullie enig idee waar die struiken voor staan?" vroeg Jezus. "Wat zijn dat voor doornen die op aarde het woord uit den hoge verstikken?"
De discipelen dachten na. Ze vonden het een moeilijke vraag. "Dat je alleen aan jezelf denkt," zei Johannes. "Dat je denkt dat jij God bent en dat jij het voor het zeggen hebt," zei Andreas. En een derde zei: "Dat geld en goed in je leven het belangrijkste zijn, en niet God."
"Inderdaad," zei Jezus, "dat is allemaal onkruid, en dan sterft het zaad een vroege dood. Het kan alleen maar ontkiemen wanneer een mens niet van zichzelf vervuld is, maar open en ontvankelijk is voor God.".
Lucas zei tegen Mattheüs: 'Eigenlijk had Jezus het in die gelijkenis over zichzelf. Hij was een zaaier die uitging om te zaaien, maar het zaad dat hij zaaide droeg nauwelijks vrucht. Waarom hield hij niet met zaaien op, waarom ging hij ermee door? Het zaad stierf en de zaaier zelf ook.'
Mattheüs zei: `Maar hij gaf de hoop niet op. Wie gelooft, blijft altijd hopen. Ik herinner mij nog dat hij ons een mosterdzaadje liet zien, je weet wel, zo'n piepklein ding. "Een zaadje van niets," zei Jezus. "Maar als je het in de grond stopt, groeit het hoog op, hoger dan alle andere planten en struiken in de tuin, en de vogels vinden er schaduw en bouwen er hun nest. Ik kan niet meer doen dan zaaier zijn en een klein zaadje in de grond stoppen. Maar ik geloof dat mijn Vader uit dit onooglijke zaadje iets groots zal laten ontkiemen, waarin veel mensen een toevlucht zullen vinden."'
`Hij heeft het niet voor niets geloofd,' zei Lucas. `Want als ik om me heen kijk, zie ik het zaad opkomen, overal draagt het vrucht. Uit ieder zaadje dat hij zaaide laat God wel dertig nieuwe zaadjes groeien, of zestig, of honderd!'
Uit: Koning op een ezel, Nico ter Linden, Uitgeverij Balans 2005

CBS de Akker is een moderne, open, Christelijke basisschool waar een vertrouwde en veilige sfeer heerst. Duidelijke regels zorgen voor orde en regelmaat.

Onderstaande plaatjes stonden in de schoolgids.

 

   
       



AKKERNIEUWS



Veel Akkernieuwzen schreef ik, sinds collega en vriend Pierre bedacht dat het slim en handig zou zijn om alle nieuws van de school te bundelen. Ik zeg op school vaak dat ik een boek zal schrijven over wat we meemaken. Mijn naaste collega’s weten dat ik veel bewaar. Het Akkerarchief is immens groot. Wie weet, komt het er later nog eens van. Inmiddels heb ik 865 keer een nieuwsbrief gemaakt en uiteraard allemaal nog in mijn bezit.



Ikram wil naar school
Ikram is de dochter van Zolikha die ooit bij ons inviel voor een zwangerschapsverlof van Keziban. Ikram werd heel erg lang in een buggy rondgereden, toen we daar haar moeder op aanspraken, kwam ze vaker lopen. Als baby was ze al expressief en aanwezig.
Begin deze maand hoor ik een enorm gegil en gekrijs achter het schuurtje waar het kleutermateriaal in staat. Het is zo doordringend en alarmerend dat ik de voordeur uitschiet en om de school heenloop om te kijken wat er aan de hand is. Tenslotte ben je bezorgd om kinderen en wil je niet dat ze pijn hebben of opgesloten zitten.
Wat ik voor het hek van het kleuterplein zie valt niet eenvoudig te beschrijven. Je ziet wel eens computeranimaties van boze wezentjes die zich opblazen, half ontploffen, tegen de randen van je scherm opvliegen of rondstuiteren, en ondertussen van alles omgooien, enz.
Zo zie ik daar Ikram die zich vasthoudt aan het hek, krijst en zich plat op haar rug op de stoeptegels laat vallen, rollend met haar ogen en stampend met voeten en vuisten. Zolikha staat wat meters verderop, bij de gevel van het Millinxparkhuis. Ze ziet me aankomen en kijkt een beetje schuldig naar me en dan legt ze uit: “Vandaag moet ze naar de peuterspeelzaal, maar ze wil naar jullie. Ze is al een paar keer wezen wennen en ze wil nu helemaal niet meer naar ’t Molentje”. Ik praat even met Ikram, ze kan vandaag niet bij ons zijn, ze moet echt naar ’t Molentje meegaan. Nog steeds boos gaat ze dan toch met haar moeder mee. Lachend loop ik naar mijn kantoor, wat een energie, wat een wilskracht ! En dat wil naar school, heerlijk toch !
Ik weet nog goed dat ik 13 jaar geleden net zo’n kind bij moeder uit huis ging ophalen dat met dezelfde verschijnselen zich verzette tegen de gang naar school. Dat werd een hele worstelpartij, ik heb het kind in mijn armen naar school gedragen toen.
Er is nu heus wel het een en ander veranderd.
Hoera voor de Voorschool !
Ikram, oktober 2005



 

Nogmaals trakteren*
Het trakteren blijft tot verrassingen leiden. Ik dacht dat dit uit de tijd was, maar een dochter van een enorme rasta-Surinamer en een echte negerin komt na de geboorte van haar broertje (dat negen maanden gedragen werd ten bate van de zus van moeder) langs met echte bolknakken voor de meesters. De juffen krijgen niets. Er staan vier namen bovenaan het geboortekaartje.
Ava, groep 1A 1990/1991
Sidoney, groep 4 1990/1991
15 mei 1991
(dit is het vervolg op Traktaties)

 



Angela komt aankloppen
Ik ken haar goed. Ze is vluchteling. Strijdt al jaren voor een status.
Ze woont in het huis van een weldoener, kan heerlijke en prachtige taarten maken en verkoopt die zo mogelijk. Op ons 25-jarig huwelijk maakte ze een prachtige bruidstaart en serveerde die op verzoek aan onze gasten.
Ze kan ook pinnig zijn en opkomen voor zichzelf. Ze liep stage bij ons en deed een cursus schriftelijk kinderdagverblijf bij de LOI of zoiets bizars.
Ze is overblijfmoeder en bibliotheekmoeder en kan heel goed met kinderen omgaan. Ze deed mee aan een computercursus voor ons personeel en ze zit in onze MR en wil een ouderraad oprichten.
Ze vraagt: “Ik heb gehoord dat minister Verdonk in de Millinxstraat komt”.
Ik zeg dat ik het niet weet, maar het zou best kunnen, ministers, burgemeesters, Kamerleden, enz zijn bij ons kind aan huis.
Waarom ze dat wil weten? Nou gewoon, ze wil haar zien en misschien wel spreken, het maakt allemaal niets meer uit. Sylvia Rood maakt een verhaal over Angela, haar man en twee kinderen, het is een bizar verhaal.
Bijvoorbeeld: de rechter vraagt aan het eind van een zitting: “Hebt u zelf nog iets te zeggen in deze zaak?” en dan zegt Angela: “Ja, meneer” en ze pakt haar papiertje om haar verhaal te gaan vertellen en dan valt op dat moment de hamer en zegt de rechter: “Zaak gesloten”.
Vandaag spreken we af dat we elkaar bellen als we wat horen (haar naam en telefoonnummer staan in mijn lijst tussen de collega’s).
We komen elkaar die dag op straat tegen, zij aan de overkant van de straat. Ik spreid mijn handen wijd uit en doe mijn mondhoeken naar beneden, zij reageert precies zo en we lachen daarna naar elkaar, geen Verdonk te zien.
De volgende dag komt ze in kantoor: “Mag ik even storen, alstublieft?” Altijd die vriendelijkheid en beschaafdheid. Zij mag altijd storen. Ze vertelt: “Ik heb het gisteren op de radio niet goed verstaan, het was niet Minister Verdonk komt in de Millinxstraat, maar Minister Verdonk komt in de ministerraad”.
Ze lacht beschaamd. Geweldig wat een juweeltje van een verhaal. Ik zeg vaak: ik kom iedere dag met een verhaal thuis dat niemand zelf kan verzinnen. Dit was er weer zo-een.
5 oktober 2005



 

Huwelijkscadeau
De heer Ramsaran woont in de Millinxstraat. Hij is Surinamer, hij heeft geen werk en drinkt en gokt teveel volgens zijn familie. Een oudere raadsman van de familie stelt hem voor te trouwen. Niet met een Surinaamse vrouw die Nederlands praat, want die ben je na twee maanden kwijt deze stad. Nee, met een Pakistaanse vrouw; die is afhankelijk vanwege de taal, pleegt geen insubordinatie ten aanzien van haar superieure gemaal en kent de eerste plichten en de laatste plichten van het huwelijk. De heer Ramsaran vertrekt op krediet van de familie naar Pakistan, ontmoet er na enige tijd een huwbare weduwe en spreekt een datum af. Het huwelijksfeest is groots, rijk en zeer vrolijk voor beide partijen. Na de traditionele ceremoniën volgt een verrassing van de bruid voor de bruidegom; ze stelt hem haar zeven kinderen voor. Nog nooit heeft een Surinamer zo wit om zijn neus gezien. Drie van deze kinderen zitten nu op onze school. Nummer vier komt binnenkort.

Urooj Malik, groep 2B, 1990/1991
Saqib Malik, groep 6, 1990/1991
Imran Malik, groep 5, 1990/1991, geschreven 14 mei 1991



 

De naam van de hoofdmeester...
“Is boter ?”
Begin april 2012 zijn we Youssef helemaal zat. Hij is onhebbelijk en brutaal. Op Veenoord gaat hij een dagje wennen, dat wordt zijn nieuwe school. De volgende dag komt er een korte mededeling; die jongen willen we hier niet zien, hij misdraagt zich. Vader komt regelmatig op school, maar kan geen rol spelen. Hij begrijpt gewoon ons probleem niet. Misverstanden over afspraken rijgen zich aaneen. Op vrijdag om een uur of halfzes staat hij bij Astrid op de ijzeren trap, hij denkt dat hij een afspraak heeft.
Hij tikt en gebaart naar Astrid: “Is boter ?”
Astrid snapt hem niet: “Is boter ?”
Oh, “is Boot er ?”, nee Boot is al naar huis !

Ik gebruik vaak en veel mijn voornaam in contacten. Die naam is niet gebruikelijk en leidt er vaak toe dat hij als achternaam wordt gebruikt. Mijn naam komt in veel variaties voor op school.
Mister Bod, bijvoorbeeld, op een groot cadeau van Douglas van de moeder van Fatosh, een Bulgaars meisje in groep 2. (“Happy birthday” is goed gespeld)



De toekomst van het onderwijs
Ik zie het al helemaal voor me: een furbie die de baby in de wieg al praten leert, het schoolmelkpakje dat het goede voorbeeld geeft door "Goedemorgen" te wensen, zelfschrijvende schoolborden en computerprogramma's die nauwgezet de leerling volgen om vervolgens een item in de zone van de naaste ontwikkeling aan te bieden.
De leerplichtambtenaar kan op zijn scherm zien welke leerling zich niet heeft gemeld met zijn persoonlijke code die dag. Apparaten zullen het rekenen en spellen overnemen. Er komt weer tijd voor kringgesprek, muziek en tekenen. Alle vragen kunnen beantwoord worden met behulp van internet, dure schoolboeken worden vervangen door een laptop voor iedere leerling die immer online is. De belangrijkste schoolvakken zullen heten KEUZES MAKEN en RELATIES, want de vraag "wat doe ik hier met wie" zal heel belangrijk worden. Schoolgids, inspectierapport en wetenswaardigheden van iedere school staan op internet, dus de schoolkeuze gebeurt vaak thuis. De onderwijzer van de toekomst zal minder kennis overbrengen, maar de kinderen leren geen robot te worden. Misschien ontstaan er wel scholen met op de gevel: wij werken zonder computers.
De toekomst komt sneller dan we denken. Kijk maar op http://www.CBSdeAkker.MyWeb.nl
Dit is ergens in 2000 geschreven -toen maakten Hugo en zijn studievriend Laurens onze eerste Akkersite met dit adres- met wat ironie, 20 jaar later is het grotendeels werkelijkheid.

 

 

Op kraamvisite bij ESIS
Drie directieleden en de adjunct-directeur van uw Stichting gingen op 17 november 1999 met hoge verwachtingen op kraamvisite nadat een geboortekaartje de geboorte van ESIS voor Windows had aangekondigd.
Naast een welhaast vlekkeloze multimediale presentatie van zeer welsprekende accountmanagers met zeer kleine microfoons op de revers en infraroodbeamerbesturing in de hand, speelden twee studentikoze types met kinderwagen en beschuit met muisjes inderdaad een geboortefeest na. We voelden ons weer helemaal kleuter worden.
Aan het eind van de middag was baby ESIS ook gekloond en konden wij met een demo uit de kinderwagen huiswaarts.
Ik zal u wat de inhoud van deze Cd-rom betreft niets verklappen, deze is dankzij de charmes van een PCBO-directrice nu aanwezig op iedere school. Twee tips krijgt u wel. Daar zult u dankbaar voor zijn. Met de spatietoets krijgt u de volgende dia en met de Esc-toets (linksboven op uw toetsenbord!) beëindigt u de presentatie.
ESIS is het administratieprogramma dat in de directiekamer van iedere PCBO-school het hart van de administratie vormt. Uw absentielijsten en leerlingenlijsten en nog veel meer wordt ermee gemaakt. Zo is het mogelijk om alle jarige leerlingen van december uit te draaien, acceptgirokaarten voor de ouderbijdrage, het activiteitenplan en in- en uitschrijfbewijzen te maken.
In het kantoor wordt al lang gewacht op een versie van ESIS (Eniac School Informatie Systeem) in een Windowsversie. De DOS-Y2K-versie is een stapeling van menu's en wegen en steegjes, waarbij je voortdurend van huis naar huis gaat via het centrum van de stad. In de Windowsversie kun je straks de kortste weg nemen !
Het nieuwe ESIS heeft veel kwaliteiten, maar lijkt zeer op zijn vader (moeder?).
Zo zagen we naast een betere menustructuur (lijkt op programma's als WORD of OUTLOOK) rolmenu's, tabbladen, knoppen met zoekboxen, checkboxen, vinkboxen, navigators, multiple document interface, scrollbars, web-enabling en multi-user (de laatste twee als optie, dat betekent: over drie jaar komt het).
Op een gegeven moment stond er meer Engels dan Nederlands on the screen, zo gaat dat met accountmanagers die een presentation houden.
Alle bestanden die door het nieuwe schepsel worden gegenereerd kunnen worden geëxporteerd naar WORD of EXCEL, en ook als attachment verzonden worden via e-mail. Zo krijgt de gebruiker ook alle vrijheid om gegevens op verschillende manieren te printen.
Er is goed nagedacht over de invoering van het vernieuwde programma straks. Alles gaat in fasen, met veel communicatie en hulp. Terwijl de gewone gebruiker dit eigenlijk helemaal niet nodig heeft en niet begrijpt waarom een programma dat drie jaar geleden al is aangekondigd nu nog een jaar in de couveuse moet liggen voor het daadwerkelijk op school komt. Want zo lang gaat het nog duren voor u ESIS gaat ontmoeten. Als school zou je binnen een week verder kunnen met de nieuwe ESIS, maar voor de producent is het een hele opgaaf de 5200 scholen die het programma gebruiken in korte tijd te bedienen.
Naast al deze informatie kregen we ook veel over het bedrijf Oab/Omega te horen, dat was net zo nuttig als het SchoolPlan voorlezen in groep 4. We werden zelfs welkom geheten namens de aandeelhouders ! De nieuwprijs van ESIS-A én B (leerlingvolgsysteem) samen is f 1815,- ex BTW en het jaarlijks onderhoud kost f 640,- ex BTW. Wanneer je de oude ESIS A&B al hebt betaal je f 305,- ex BTW voor de overstap. Groep 8 kan de omzet berekenen.
Thuisgekomen met de demo blijkt het een bak dia's met ESISschermen. Wel in de Windowsversie gelukkig. Alsof je naar het plaatje van een auto kijkt en dat een proefrit noemt. Maar ik zou niet alles verklappen.
Tot ooit, Stoffel Boot, 17 november 1999

 

 

De streetgallery
Ik stuur Kees Koot op 4 maart 2012 een mailtje. Hij heeft er in de heftige tijd voor gezorgd dat er een kunstgallery op de hoek bij de school kwam. Iedereen dacht dat deze snel kapot zou zijn, maar iedereen respecteerde de kunstkast. Als school maakten we er af en toe gebruik van. In de nieuwjaarsnacht van 2016 werd de gallery wel een keer opgeblazen en sneuvelde de glazen deur en het kunstwerk waarop de school was verbeeld. Zie hieronder de foto.
In het mailtje aan Kees toon ik hem een foto van een kunstwerk; mogelijk is het hogere kunst, maar als schoolmeester vind ik het geen gezicht voor leerlingen die er dagelijks langs lopen.



Hoi Kees,
Als Kunst leidt tot de verheffing van het volk, werken we straks allemaal bij de Roteb.
Mag het iets minder realistisch ?
Stoffel, kunstcriticus :-)

Kees antwoordt:
Hoi Stoffel,
Zoals men zegt: "Vroeger leden de kunstenaars. Tegenwoordig lijdt het publiek."
Ik zal de intendant en samensteller van de expositie op de hoogte brengen.
Zelf verlang ik ook wel naar iets wat ik in relatie kan brengen met wat ik ooit beoogde met de Streetgallery.
Ik hou je op de hoogte, groet Kees

In november 2012 maken moeders kunstwerken in de ouderkamer. Deze worden tentoongesteld in de vitrine. De moeders lopen erheen om hun eigen kunstwerkje te zoeken.
Pembe, onze Turkse buurtmoeder, zag dat en vertelde me:
"Ze draaiden eromheen zoals de pelgrims in Mekka om de Kaäba draaien tijdens het gebed".

    
Januari 2016 schade StreetGallery       2015 schoolkunst

 




Eind 2012 staat er een soort gehandicapte militair in de glazen vitrine. Weer speelt mijn gevoel op.
Met Eric Dullaert wordt de sleutel van de Streetgallery geregeld.
We halen samen het “kunstwerk” weg en stallen het in school. Werkende weg noem ik het gedrocht
Petraeus, naar de militair die in Amerika dezer dagen met ontslag ging.
Een dag later belt de kunstenaar vanuit Berlijn. Zij gaat over Petraeus. Dit kan zo niet, zegt ze, het is deel van een programmering, aangekondigd in een folder en al.
Als brave soldaten halen Eric en ik de schilderijtjes weer in de school en zetten de generaal terug in zijn glazen huis. In het belang van de lieve vrede.




 

 

     

De heropening op 10-10-2010                                    De schoonmaak voorafgaand aan de opening 2010

met initiatiefnemer Kees

 

 

Het Akkerlogo

Het nieuwste logo is in 2003 gekozen en nu deel van onze huisstijl.

Het verbeeldt een akker in drie stukken.

Ik heb er ook altijd de Millinxbuurt in gezien, meerkleurig en driehoekig.

 

      

 

 

 Het nieuwe logo in 2001

 

 

 

Eens in de zoveel tijd verandert er iets aan ons logo, deze veranderingen worden gevoed door de dynamiek van de school en de kinderen.

 

Het logo is hierboven te zien in zijn bewegende vorm, waarbij de volgende uitleg het best tot zijn recht komt.

 

Kinderen komen bij ons de school binnen met drie psychologische basisbehoeften die ieder mens eigen zijn: behoefte aan relatie, behoefte aan competentie en behoefte aan autonomie.

(Luc Stevens, Overdenken en doen, mei 1997)

De drie basisbehoeften zijn herkenbaar in de drie punten van ons logo. 

 

Op onze school proberen we door middel van Adaptief onderwijs, dus met Onderwijs op Maat, iedere leerling tot zijn recht laat komen. De naam van onze website en van onze school vertegenwoordigt in ons logo dit moderne onderwijs. Het staat nooit stil.

De Basisvoorwaarden van Frea Janssen-Vos zijn hier ook herkenbaar: zelfvertrouwen hebben, emotioneel vrij zijn en nieuwsgierig zijn

(F. Janssen-Vos, Basisontwikkeling).

De leerling die links binnenkomt met behoeften, verlaat rechts de school met zijn tas gevuld met geestelijke bagage en mogelijkheden, gesymboliseerd in het groeiende graan gedurende zijn of haar verblijf op "de Akker". Die mogelijkheden bracht het kind zelf al mee bij binnenkomst.

Natuurlijk kunt u ook met Mattheüs 13 opengeslagen het logo lezen; wij zijn een Christelijke school en ook dat verschijnt in drie zaken, namelijk zingen, bidden en verhalen vertellen.

 

Met dank aan mijn broer en computergoeroe André die beroepshalve de wereldzeeën bevaart, maar immer per satelliet te bereiken is voor de nodige bijstand. Hij stak menig uurtje in werk voor "de Akker"

 

Tot slot de galerij van Akkerlogo's in chronologische volgorde, waarbij ik wil aantonen dat al het waardevolle van vroeger is behouden; rust, reinheid en regelmaat blijven de kern van veel goeds dat we als team dagelijks proberen uit te dragen.

 

 

    1984

  

          1994

  

                                         1999

 

                                                                2000

 

                                                                                             

                         2002

 

stoffel boot

CBS "de Akker", november 2001

 

 

Jaap Eikelboom was jarenlang mijn chef.

Een ontmoeting met hem was altijd bijzonder.

Hij rookte gewoon in je school, ook al was er een rookverbod.

Hij stelde een vraag over de vloerbedekking, moest die blauw, rood of grijs worden ?

Antwoordde je niet binnen vijf seconden dan zei hij: "Blauw!".

Hij hielp me een keer uit een bizarre situatie met Elzenduin Beach.

Zie dit verhaal verderop.

Hierbij nog zijn afscheidsinterview uit het Rotterdams Onderwijs Magazine van januari 2010

Hieronder drie stukjes van mij, aangeleverd voor het 40-jarig jubileum en tevens afscheid van Jaap.

Het eerste stukje staat in het afscheidsboek "Op een kruispunt"

 

Hemelse aanvraag

Humor is nodig.
De rest is overbodig.
Het was aan het eind van een moeizame vrijdag
Dat iets me overkwam waar ik in een vuistje om lach

Iemand heeft zijn lessen Bijbelse Geschiedenis voorbereid
Al voor maandag, dus keurig op tijd
en daarbij een stenciltje geknipt en geplakt.
Eigenlijk zomaar wat bij mekaar gekwakt

Echt van die snippertjes op een A4tje.
Hier en daar lag nog een papiertje
En iets te snel gekopieerd, de lijm was nog nat.
Soms ben ik die slordige collega’s zat.

Zo was ook één snippertje op de glazen plaat achtergelaten
Maar dat had ik dus mooi niet in de gaten
Intussen schreef ik een brief aan dhr Eikelboom.
En ik kwam helemaal op stoom:

Graag wat woordenboeken.
En poppen voor de kleuterhoeken.
Ja, ook liefst wat speelleermateriaal.
Uit de reserve onderwijsleerpakket allemaal
(dan drukt het niet op de exploitatie...
en raak ik bij de collega’s niet uit de gratie)

Ik laat mijn conciërge die brief kopiëren.
Ik bekijk snel de kopie voordat we deze archiveren

Staat er in de aanhef, ja lees ‘s
Geachte heer Jezus,
Hierbij vraag ik uw medewerking bij de aanschaf van woordenboeken,
speelleermateriaal en kleuterhoeken

Ik weet zeker dat mijn gebeden worden verhoord.
Maar we hebben het die middag toch anders verwoord.
Want ik weet: Jaap is voor de inzet van alle gelden
Maar dat hoeven we Boven niet te melden.


stoffel boot, CBS de Akker

Vorm of Vent ?
Ter Braak schreef een 'Ter inleiding', waarin de doelstellingen van Forum werden verwoord:

'Wij verdedigen de opvatting, dat de persoonlijkheid het eerste en laatste crite¬rium is bij de

beoordeling van den kunstenaar.' Hiermee wilden ze een radicaal tegenwicht bieden op de lege,

mooi schrijverij van de impressionisten, die in Nederland sinds de Tachtigers in de mode was gebleven.

Deze tegenstelling is bekend geworden als de "Vorm of Vent discussie". Het ging Forum niet om de

stijl (vorm) waarin de schrijver zijn verhalen verpakte, maar om wat de schrijver (vent) echt te vertellen

had. Het liefst zo 'normaal' mogelijk geschreven, zonder zinloze versieringen. Wij volgen deze opvatting

in een poging de vent Jaap Eikelboom te beschrijven. Hijzelf laat dagelijks zien lak te hebben aan diverse

vormen en stijlen; doe maar normaal dan doe je gek genoeg.


Net werk

De mindmap van Jaap is heel erg groot
Is hij geen voorzitter, dan wel adviseur
De mindmap van Jaap is heel erg groot
Snel beslissen moet je wel
Is het rood of is het blauw ?
Weet je het niet, nou dan is het blauw
Hij snijdt je de pas af als het korter kan
Kom je met één probleem ?
Krijg je een oplossing of zes !
De mindmap van Jaap is snel
Van Raad van Toezicht tot onze Sjaak
Schakelen gaat bliksemsnel
Van neuronen naar kwabben
Van denken naar doen
De golf slaat van het hoofd door de stad
De mindmap van Jaap is heel groot
Als baas fungeert hij ook als net
Als je valt, vangt het je op
Het veert, en hij staat pal
Laat de linkerhelft niet weten wat de rechterhelft denkt
Een dossier is gauw gevuld
Een stapel is altijd bij de hand
Informatie wordt geschift
De voelsprieten van Jaap zijn lang
Zijn tong is scherp
Al zalven de woorden
Zijn wil is wet
En zijn mindmap is heel groot
Hij volgt de architect, de timmerman, de metselaar
En eist van heel het netwerk net werk
De bemoeienis van Jaap staat nimmer stil
Slaan de vlammen uit de school ?
Daar komt hij aangesneld
De laarzen van Jaap zijn nooit ver
En wie ze past die trekt ze aan
De mind van Jaap staat altijd open
En de mindmap van Jaap is heel erg groot
En ook heel snel

stoffel boot, CBS de Akker
 

 

Onesto of Rolf

 

Jarenlang bleef De Akker gebruikmaken van de diensten van het IT-bedrijf Onesto. De computers werkten behoorlijk en iedereen kon thuis direct op de server werken. Er waren wel vaak klachten, maar die waren vaak terug te brengen op een gebrek aan vaardigheden van betrokkene. En in aandacht voor die vaardigheden schoten we zeker tekort. Na een periode van verzet en eigenwijsheid stapten we voor het Microsoft365-gedeelte van de IT in 2020 over naar Rolf. Het Bestuur wilde dat wij al minstens een jaar eerder waren overgestapt. Overigens werkte Officce365 onder de handen van Onesto ook al een lange poos, maar we zaten dan nog niet in de omgeving van het Bestuur PCBO. In de Rolf-omgeving, na november 2020 werkte alles goed, de klachten bleven van gelijk niveau met dezelfde oorzaken.
Hieronder de correspondentie met mijn chef over het moment van overstappen.

Van: Directie de Akker <directie@cbsdeakker.nl>
Verzonden: woensdag 25 november 2020 21:57
Aan: Piet Monster <p.monster@pcbordam.nl>
Onderwerp: het laatste dorp is ingenomen Caesar !

Beste Piet,
Geachte Julius,

Hierbij dan de officiële overgave van ons dorpje.
Vandaag zijn wij volledig ingelijfd door uw strijdkrachten.
Eerder waren wij u steeds te slim af.
Zoals in dit filmpje (het speelt zich af op een soort Elzendaal)
Asterix en Obelix moeten het vrijgeleide A38 bemachtigen in het huis waar je gek wordt (uit: Asterix en de Helden).
De toverdrank werkte niet meer helaas. Ons verzet werd gebroken.
Een ernstig tekort aan Galliërs speelde ons parten.
We zullen ons inburgeren in uw boreale cultuur.
Wij hopen op uw wijsheid en vrijgevigheid.
Dat wij het Romeinse Rijk samen groot mogen houden.
Weg met alle gruwelijke barbaren !
Gelukkig zijn we nu in een mooie omgeving barstensvol vrienden.
En we hoeven ons nimmer meer te vervelen.
We leggen ons neer bij uw Veni Vidi Vici

Ik kwam, zag en overwon
Felicem Victoria !

Gefeliciteerd met de overwinning
Asterix / Stoffel

 

 

 

 


Het antwoord van Piet Monster
Aan: Directie de Akker
Do 26-11-2020 09:18

Eerbiedwaardig stamhoofd,
Acta est fabula
Het spel is afgelopen
Omnium gallorum fortissimi Belgae sunt.
Van alle Galliërs zijn de Belgen het dapperst
En zover ligt Zeeland niet van België
En ten aanzien van de Elzendaal:

Non licet omnibus adire Corinthum
Dit is niet bewezen
Gloria victis
Glorie aan de verslagenen

Imperator Caesar
Uw bevelhebber
Piet Monster
Lid college van bestuur
 


 

Leroy
Leroy wordt achternagezeten door een hele kluit kinderen. Je ziet het dierlijk groepsgedrag in erinploffen. Meester Jop rent als een bezetene achter de hele groep aan en ontzet Leroy. Leroy heeft lopen zuigen bij de grote meiden, een hoofdzonde. Hij begrijpt die processen niet en zal binnenkort naar het Speciaal Basis Onderwijs gaan. De volgende dag komt zijn moeder onder begeleiding van Jop bij mijn kantoor. Ze vertelt dat zij in groep 8 was om “die kinderen te waarschuwen”. Moeder vertelt me in dat gesprek ook dat Leroy donderdag op de SBO-school begint. En ook dat ze op de vorige school heeft meegemaakt dat familie van kinderen met messen de school in kwam om de kinderruzies te ondersteunen.
Ze is verhit en ontdaan, typisch de moeder van een aangevallen kind dat dit soort dingen (te) vaak meemaakt. Moeder heeft de grote meiden aangesproken en gedreigd. Ik kan me voorstellen hoe dat gegaan is. Niet echt een zaak van direct succes. De juf zou gezegd hebben: “Donder maar op”.
De juf van groep 8 komt zelf ook even bij me langs, ze vertelt hoe die moeder tekeergegaan is en dat ze haar niet weg kreeg. Ik noem de tekst die moeder me vertelde. De juf zegt dat dat niet klopt. In de pauze zegt ze dat de kinderen gehoord hebben dat ze zei: “Hoepel op!”, en dat na 9 eerdere vriendelijker verzoeken. Ik kan me goed voorstellen dat het daarna onvriendelijker werd.
25 september 2005

 


 

TS-verhaaltje
Heb ik dat goed verstaan ? Ik bel de baas van WSNS die vroeger als Leerlingbegeleider bij ons op school rondliep. Ik vertel het verhaal van leerlinge S.W. die bij ons in groep 4/5 zat met zeer wisselend succes en vervolgens naar het ZMOK ging. Ze is een paar maanden geleden uit huis geplaatst naar een gezinsvervangend tehuis en zat op een school in Tiel. Daar is iets misgegaan. We kunnen ons daar van alles bij voorstellen. Ik heb S. als meisje wel eens 20 minuten in mijn kantoor in een soort van polshoudgreep genomen om te laten zien dat ik wel zou winnen, maar ik verloor…en liet haar uiteindelijk gewoon weggaan. Ze is echt niet te temmen. Nu is zij 12 of 13 en nog twee keer zo groot en sterk. Moeder kwam vragen of ze tijdelijk terug in groep 8 mocht. We overwogen dat wel even, trots dat we nog zoveel krediet van die ouders krijgen (vader riep mij eens toe: “Als dat nog eens gebeurt, ligt jouw hoofd in die hoek !”) tot de signalen van ouders en leerlingen werden gehoord toen die er via het zusje van S. lucht van kregen. Niet doen dus, alle littekens springen in twee seconden weer helemaal open, de paniek is enorm. Via Jim, de gezinsbegeleider, heb ik contact met Tiel en hij met Mr Schats waar ze niet terug mag komen en hij, Jim dus, heeft nu haar dossier, oftewel hij mag het probleem oplossen van de schoolplaatsing. En wat nu ? Daar bel ik onze vroegere leerlingbegeleider nu over. Hij zegt dat hij een zogenaamde TS gaat leveren. Een TS Cor, ja wat is dat ? Een trngstrk ! Wat zegt hij ? Sorry Cor wat zei ja ? Een TERINGSTREEK ! Hij gaat leerplicht bellen en zeggen dat Mr Schats deze leerling nooit mag weigeren, iedereen moet naar school en heeft recht op een plekje. Aha, weer een afkorting erbij in het onderwijs, een TS.
17 september 2005

 

 

De fietsfax, een verhaaltje in Elzendaal-info

Uit het eerste fax-loze tijdperk
Je waait van de weg weg; je valt met je netje, formuliertje zo, aanvraagje zus. We fietsen maar weer langs de Elzendaal dus. Gelukkig ligt het op de route naar moeders stamppot. Je blijft lekker slank en je blijft in conditie, 's Ochtends bij mij in de postbus, 's middags alweer terug op een van die vele bureaus in een van die vele dungeons van de Elzendaal. Ik rij meestal wel langs nummer 15 naar huis. Zo hou ik ook bij hoe lang een schilder erover doet een voordeur van transparant naar dekkend te brengen (5 weken !). M'n telefoon raakt niet in de war, mijn kantoor ligt niet vol met snoeren, mijn enige vertraging kan ontstaan door een lekke band.
Straks is dit verleden tijd, dan kan het nog sneller. Elke school heeft dan een fax. De communicatie wordt verbeterd. Het wordt mogelijk om met behulp van het bestaande methodenoverzicht bladzijde X van methode Y op te vragen bi] een collega. Meerdere gebruiksmogelijkheden waar we nu nog niet aan denken, zullen ontstaan.(Kan er geen prijsvraag met dit onderwerp in Elzendaal-info ?) Zal dat apparaat ons werk aangenamer maken ? In ieder geval zal het zorgen voor meer vreugde en meer wanhoop, net zoals dat bij de computer is gebeurd. O ja, het spaart ook postzegels !
Toch jammer dat er geen pooler in een fax kan.
Stoffel Boot CBS "de Akker'
 


 

Eelse Bies als detective

Het is 1989 en enkele malen lukt het mij om zonder de herkomst te verraden stukjes geplaatst te krijgen in het splinternieuwe blad van ons bestuur, Elzendaal-INFO, onder het pseudoniem WP49.
Op vergaderingen doe ik stevig mee aan het gissen naar de ware schrijver van de verhaaltjes die soms grappig bedoelde inside-informatie bevatten. Eelse Bies, de hoofdredacteur van INFO en tevens mijn chef, bluft wel dat hij de schrijver kent, maar ook hij moet gissen !
Op een avond ga ik in de fout.
Ik moet 11 januari 1990 naar een cursusavond aan de Frankendaal; de directies worden hier ingewijd in de eerste geheimen van de computer. Ik heb er al wat van opgestoken, dus ik blijf eerst na schooltijd lekker een stuk van ons schoolwerkplan typen (in Wordperfect 4.2) op de nieuwe computer. Vervolgens rij ik naar de Elzendaal om daar stiekum wat copy voor Elzendaal-INFO in de brievenbus te stoppen, om daarna naar de cursus aan de Frankendaal te gaan. Tenminste: dat is mijn plan.
Als ik bij de Elzendaal aankom, brandt er licht. Blijkbaar is er een vergadering. Ik handel snel, laat de motor van mijn auto draaien, stop de enve¬lop in de gleuf en stuif de hoek om. Daar, om de hoek, ligt de straat opengebroken en ik rij een mulle zandvlakte in. Wat doe je dan ? Vooruit, achteruit, tot je assen in het zand, geen beginnen meer aan. Ik pak mijn tas en loop naar de cursus aan de Frankendaal. In de pauze leg ik wat collega's mijn probleem voor. Zij lachen mij wat uit, allicht, ze grappen wat en gaan mee om aan de auto te sjorren. Ik denk er het mijne van, maar gelukkig heb ik hulp. In mijn uppie kom ik nooit bij die Elzendaal vandaan. De vergadering daar is inmiddels afgelopen. Tom Kros, die ook mee komt helpen, heeft toevallig zijn camera bij zich. Hoewel, zo toevallig is dat ook weer niet, hij heeft mij deze avond achter de computer gekiekt, omdat in de volgende INFO een interview met mij als BIT-cursist komt (overigens door mijzelf geschreven). Als fotograaf van Elzendaal-INFO heeft hij enorm veel voorpret over zijn reportage “Auto uit het zand getrokken”. Ik heb ook wel wat pret, maar ook enige zorg over mijn anonimiteit. Als je de foto bij het computerartikel ziet, denk je dat de cursus heel moeilijk zal zijn. Of dat de harde schijf is gewist, zo somber kijk ik. Nu, bijna tien jaar later, zal het de lezer duidelijk zijn welke zorgen ik op dat moment had.
Met de hulp van de genoemde Tom, Gerrit Barendrecht en Bert Opdam, ere wie ere toekomt, lukt het om mijn auto uit het zand te krijgen.
De volgende dag, 12 januari 1990, is er een PCBO-nieuwjaarsreceptie in de Riederwaard-school. Eelse Bies komt naar mij toe en dwingt mij hem mijn zolen tonen: ZAND. “Dus jij hebt gisteravond een brief bij de Elzendaal gepost !”.

Hij heeft me dóór ! In één zin vertel ik hem het hele verhaal. Tom, Gerrit en Bert weten voorlopig van niets, maar wij moeten ontzettend lachen. Nou ja, ik als een boer met kiespijn dan, want ik ben door onze Sherlock -Eelse- Holms professioneel ONTMASKERD.
Nog enige tijd erna lukt het om met medeweten van Eelse enigszins incognito te schrijven, maar ik voel me niet meer zo vrij & kritisch als vóór 12 januari 1990.
Tom, Gerrit en Bert kunnen de Elzendaal-INFO van februari 1990 (bladzijde 9, bladzijde 10 en bladzijde 11) nog eens pakken om te zien hoe wonderbaarlijk daar alles door Eelse bij elkaar gecomponeerd is. Meesterlijk !
Een ontmaskerde WP49
Stoffel, juli 2021, verteld in drie zinnen bij het afscheid van Tom

 

 

THEMADAG PCBO 1994
 

Een verslag van een bijeenkomst met het personeel van alle scholen, samen bijeen in de Doelen, Rotterdam-Centrum. Jarenlang hield hetvPCBO een identiteits- of bezinningsdag.
Wat een fijne club zat er in de kleine zaal van de Doelen. Jammer dat het de laatste themadag was. Ik sprak met vele leerkrachten en ontdekte dat men het unaniem eens is over de volgende punten:
* fijn dat je elkaar weer ziet
* samen zingen met Arie: een ZES (maximum score)
* wat machtig, zo'n lunch onder de rook van perron NUL
* in de praktijk van school in Rotterdam-Zuid zijn we toch al verder dan vele theoretici die de wereld willen verbeteren zonder haar te kennen
* Bies, de viering, de wandelgangen; ik wil het niet missen
* dat belerende gepreek in sommige workshops en het krampachtige teamvergaderen kan me gestolen worden, na de lunch hoor je op een terrasje of bij ijssalon Capri na te praten
We willen dus eigenlijk niet zonder en zijn benieuwd wat er nu gaat gebeuren. Ik weet zeker dat de evaluatie bovenstaand beeld laat zien. Misschien is er toch een vorm te vinden die bij ons clubgevoel past.
Wat ik nog wel kwijt wil is dit: wat een HARKEN die niet meedoen met hoofd-schouders-knieën-teen ! Wat een ZAKKEN die alleen maar grinniken om de schrijfoefeningen ! Wat een RAMPLUI die commentaar moeten geven tijdens een toespraak. Ik hoop dat zij zelf zulke leerlingen hebben. Zij verdienen het niet dat iemand naar hén luistert of met hén meedoet.
Ook PCBO ?  Éch nie !

 


 

Elzenduin Beach

Ter lering ende vermaak, door Stoffel Boot

Een BIESonder verhaal met een BIESar tintje.
Je moet niet te snel denken dat je niet wordt beetgenomen.
Of: pas goed op voor bepaalde grappenmakers.
Op een dag in juli 1996 krijg ik de volgende vreemde brief, inclusief alle spelfouten:

 

    

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deze brief zit in een envelop, gericht aan een Stichting die ik niet ken. Het postbusnummer is echter wél het postbusnummer van onze school, de postcode verschilt één letter.
Ik lees de brief en verbaas mij over de inhoud.
De brief ademt een sfeer van type rondzend- of kettingbrief.
In de brief is sprake van een incident, waarna duidelijk vrij hoge kosten worden opgevoerd om een ander op te ruimen. Het onderwerp is voor mij niet geloofwaardig.
Er zitten diverse type- en spelfouten in de brief.
Het woord strandpaviljoen wordt gespeld als strandpavilloen, pavillion en paviljoen.
Bovendien ontbreekt de naam van een afzender (behalve Elzenduin Beach) en is de brief niet ondertekend.

Het administratiekantoor van onze school is gevestigd aan de Elzendaal 15 en staat op alle scholen bekend als "de Elzendaal", een eerste gedachte bij "Elzenduin" legt bij mij de koppeling naar dit kantoor.
Onze beleidsmedewerker heet op dat moment Eelse Bies, een tweede gedachte bij "Elzenduin Beach" legt alweer een verband met ons administratiekantoor.
Onze personeelschef heet dhr Monster, het bankrekeningnummer te "Monster" overtuigt mij ervan dat hier sprake is van een soort practical joke.

Ik vraag in een telefoongesprek met dhr Monster op een van de daaropvolgende dagen of hij een bankreke¬ning bij de VSB heeft. Hij reageert hierop ontkennend. Ik laat de brief liggen en probeer meer aanwijzingen te vinden, want ik blijf nieuwsgie¬rig naar een vorm van ontknoping.

Ik had anders moeten doen !

Na ongeveer een week probeer ik de practical joker uit zijn of haar tent te lokken door de nep-brief naar de Elzendaal te brengen, met mijn paraaf erop, gericht aan de boekhouding, waarbij ik als boekingspost opgeef "potje lief en leed", volledig in de veron¬derstelling dat dit potje niet bestaat en zo dit wél het geval zou zijn, volledig in de overtuiging dat deze rekening nooit goedkeuring in de ogen van onze financiële mensen zal vinden.
Ik verwacht dat zij de drievoudige koppeling ook zullen zien, en ook dat zij de schade aan het paviljoen als een grap zullen herkennen óf dat de Elzendaal-grappenmaker bekend wordt.

Helaas gebeurt dit niet. Mea culpa !
Op de boekhouding interpreteert men mijn opmerking "Potje lief en leed" als de toenmalige rekening "Salarisbudget".
Het bedrag wordt overgemaakt naar Elzenduin Beach. Ik constateer op 12 september dat het bedrag op ons grootboek staat. Onmiddellijk bel ik de boekhouding en vervolgens Elzenduin Beach.
Dit blijkt nu dus echt te bestaan ! Zo ook de Stichting Ruim Baan. De brief was voor deze Stichting bedoeld ! Deze is gevestigd aan de Sparrendaal te Rotterdam.

De beheerder van Elzenduin Beach reageert niet al te toeschietelijk en gelooft op zijn beurt niets van mijn verhaal. Hij verklaart de rekening op 27 juni aan Stichting Ruim Baan te hebben gestuurd, postbus 5227 (let op de overeenkomst met onze postbus 5527).
Hij verklaart dat Ruim Baan op 2 juli, ná de brief van eind juni (die ik had ontvangen) een reactie per fax aan hem heeft verzonden. Hij zegt mij toe deze per fax aan mij te verzenden.
Hij verklaart vervolgens dat hij de zaak als gesloten beschouwt. Iemand zou bij ons een spelletje spelen, hoe kan immers Ruim Baan reageren op een brief die "de Akker" ontvangen heeft ? Ze moeten iets met elkaar gemeenschappelijk hebben volgens hem.
Ik vraag hem of hij op het afschrift kan zien wie het geld gestort heeft. Dat maakt voor hem niets uit, de zaak is gesloten. Uiteraard kom ik ook niet geloofwaardig over bij de beheerder van de strandtent. Hij stuurt zijn fax ook niet.


Het moge volstrekt duidelijk zijn dat niemand van onze school schade toegebracht aan het paviljoen van Elzenduin Beach, noch is iemand van ons op de genoemde datum op het Noordzeestrand geweest.
Ruim Baan, genoemd in de brief én in het adres, ken ik niet en onze school heeft er niets mee te maken. (Bij ons werken echt alleen keurige mensen die ‘s nachts slapen zoals het behoort)
Wat te doen ?
Ik zet alles op een rijtje en leg de zaak voor aan dhr. Eikelboom. Want bij hem ben je aan het juiste adres voor hulp om totaal uit de hand gelopen zaken op te lossen. Hij reageert snel en bedaard. Dit is zijn brief:

 

 


Deze brief op poten van hem heeft als resultaat dat er dat najaar tóch Kerstpakketten worden uitgedeeld op De Akker; het bedrag wordt tot mijn grote opluchting teruggestort !
Vermakelijk ? Leerzaam !

 

De schoolwas


Toen ik begon op De Akker in 1987 was er een mooi systeem voor de schoolwas.
Leerlingen van groep 8 haalden ongeveer 10 à 15 hand- en theedoeken op uit alle groepen en de keuken. Deze gingen in een vuilniszak en iedere week was er een kleuterjuf aan de beurt om deze aan een van de moeders mee te geven, die dan ongeveer eens in de twee jaar aan de beurt kwamen, om de was op maandag weer schoon binnen te krijgen.
Dit leidde soms tot verbaasde gezichten, maar na wat uitleg ging het meestal goed. Bij het hek was dit systeem zichtbaar en de meeste moeders pikten het gaandeweg wel op.
Op een gegeven moment, zo’n zes jaar later veranderde de populatie van de school en ook de bereidheid om de was te doen. Steeds vaker werd de was geweigerd en steeds kwamen dezelfde moeders aan de beurt. Ook verdubbelde de inhoud van de waszak, omdat er meer vuile was werd geproduceerd. Toen verlegde zich het wassen naar het washok van de vrouw van de directeur. Die draaide iedere week het schoolwasje en de directeur vulde de waspoeder aan uit de schoolkas.
De waszak bleef voller worden en de motivatiepot van de directeursvrouw werd steeds leger. Inmiddels zag de directeur op de Dordtselaan een wasserette verschijnen die de was deed voor de vele kamerbewoners die de wijk rijk was geworden. Dus nam hij de twee vuilniszakken in zijn armen en liet de was doen door professionals.
Na weer een jaar, nadat de conciërge de was ging halen en brengen en er nog eens een zak in de week bijkwam, werd er een wasmachine en een droger aangeschaft en deed de conciërge de was. Eenmaal vloog de droger in brand en moest de brandweer komen. Gelukkig bleef de schade beperkt tot enkele handdoeken en natuurlijk moest de droger worden vervangen.
Nu ruilt vrijwilligster Carmen de vuile en schone was in de lokalen en bedient zij ook de apparaten. Hulde voor haar !
.

 

Einde